Recensie: Bas Ragas – Jezus, waarom?
Wie het weet mag het zeggen
De een heeft het, de ander totaal niet: rondlopen met de vraag Is this all there is. Daar wist de kerk altijd wel raad mee. Tot voor enkele decennia terug, toen de godshuizen begonnen leeg te stromen, mede beïnvloed door ernstige schandalen van uiteenlopende aard. Maar de vragen bleven en de antwoorden sloten steeds slechter aan bij de moderne maatschappij. Dus, hup, weg ermee of blijven Bijbel en Jezus op een of andere manier van waarde? Bas Ragas, zanger, schrijver, theaterproducent, was wel altijd geïntrigeerd, maar wist niet wat er mee aan te vangen. In Jezus, waarom? treedt hij als een ware neo-Knevel in gesprek met de hervormde predikant en theoloog Ad van Nieuwpoort.
De gefascineerde leek die een klik heeft met een zielenherder, glaasje wijn erbij, of twee, drie… onwillekeurig zweven je gedachten even terug naar de zielsverwantschap die Gerard Reve voelde met priester Lambert S(imon). Ook die twee konden hele avonden, elkaar steeds weer inschenkend, ‘oudehoeren’ over ongrijpbare religieuze kwesties. Maar Ragas is geen Reve, al valt het hem op bladzijde 30 wel meteen op dat Van Nieuwpoort thuis ‘het volledige werk van Gerard Reve’ in de kast heeft staan. Dat zou trouwens nogal wat zijn, maar goed, hij bezit in ieder geval veel boeken van de nooit vergeten Volksschrijver.
Ragas, opgevoed als keurige katholieke jongen, die heb je ook, vond zijn nieuwe gesprekspartner pas echt tijdens de coronaperiode als medeproducent van toegankelijke YouTube-filmpjes over geloofsthema’s. Daarna kwam het idee op er een boek van te maken, schrijft Ragas in zijn voorwoord. Lastig project anno 2023, waarbij je snel in een soort zondagsschoolproza dreigt te vervallen of in de rol kruipt van een nieuwe Andries Knevel: je laat een camera je volgen als je koffie zet, daarna in je auto stapt en, hé hallo, iemand ontmoet met wie je wilt gaan praten. Dan kom je op zinsnedes als:
En omdat er zoveel te zeggen valt over bijvoorbeeld de toon, inhoud en vorm van de verschillende evangeliën, probeer ik het vooral overzichtelijk te houden, voor mijzelf maar ook voor jou, als lezer.
Om vervolgens met wat omtrekkende bewegingen toch in het doorgaans hermetische Bijbelproza aan te komen. De echt belangstellende zal het allemaal wel interessant vinden, de niet aangesprokene denkt ongetwijfeld al snel: ja duh. Ragas weet van zichzelf dat hij een leek is, een gefascineerde leek, dat wel, maar tegenover het op dit gebied zeer gestudeerde hoofd van Van Nieuwpoort kan hij niet op.
Het werd daarmee al snel een vraag en antwoordspel, deels in de vorm van brieven en mails, waarbij de deskundige antwoorden geeft en die vaak ook meteen weer relativeert. Van Nieuwpoort kan soms stellig zijn, maar dan gaat het om empirisch bewijsbare zaken. Bij wat vagere Bijbelfragmenten kan hij echter ook gemakkelijk toegeven dat een interpretatie een interpretatie is en ook niet meer dan dat.
Stapsgewijs gaan de twee, op verschillende locaties, waaronder de Abdij van Egmond en hun eigen woningen, door de Bijbelboeken heen. Literair benaderd, dramaturgisch, religieus, historisch of theologisch. Ze duiden Bijbelfiguren, proberen verklaringen te vinden voor veelal metaforisch bedoelde gebeurtenissen en uitspraken. Allemaal zonder tot voor onze hedendaags rationeel ingestelde oren erg heldere antwoorden te komen. Maar dat is ook onmogelijk, weet Van Nieuwpoort, daar is de Bijbel namelijk veel te complex voor. Wat ook Ragas weer tot relativerende gedachten brengt:
Misschien komen agnosten, zij die niet zeker zijn of er een hogere macht is, nog wel dichterbij het geheim dan verstokte orthodox-religieuzen.
Dat geloven iets makkelijks is, een kwestie van zelf niet hoeven nadenken is daarmee meteen gelogenstraft. ‘In een tijd waarin niemand gelooft, is geloven een inspannende zaak’, schreef Nicolien Mizee al in Hoog en laag springen, een van haar faxenboeken aan Ger Beukenkamp. Want het is in onze ver geseculariseerde tijd immers vrijwel altijd een beredeneerde keuze.
Wat ze verder schreef past ook bij Ragas’ boek: Willem Jan Ottens ernstige pogingen om atheïstische kritiek te weerleggen en hiervoor in de plaats ‘zijn verworvenheden’ te noemen, haalt volgens Mizee niets uit. ‘De gelovigen zullen de ongelovigen niet overtuigen en vice versa.’ Dat Reve, Graham Green en Evelyn Waugh ‘hun hoogstpersoonlijk, duister, raadselachtig universum’ hier tegenover zetten maakt meer indruk.
Ragas is wat dit betreft duidelijk van de behoudende school en je kunt je inderdaad afvragen wat hij met dit boek denkt te bereiken. Jezus, Waarom? is niet een waar coming-out-boek, al zitten die kantjes er wel aan, Ragas brengt het meer als weetgierigheid en werken aan zijn algemene ontwikkeling. Zeker waar mensen als Thomas Mann, Michel Houellebecq, Paul Verhoeven en Piet Mondriaan worden opgevoerd.
Achterin staat mogelijk de drijvende gedachte achter het hele project, dat onder dezelfde titel zelfs nog langs een aantal kleinere theaters voert. In een mail wijst Van Nieuwpoort op de christelijke gedachte dat mensen broeders en zusters van elkaar zouden moeten worden, niet tegen, maar met elkaar. Een oproep tegen elke vorm van uitsluiting alzo. En wie kan daar in deze tijd van kloven en kloofjes tegen zijn?
André Keikes
Bas Ragas – Jezus, waarom? Prometheus, Amsterdam. 296 blz. € 22,99.
Het is niet ondenkbaar dat Ragas met ‘het volledige werk van Gerard Reve’ doelt op het Verzameld werk, zes kloeke, door L.J. Veen uitgegeven paperbacks in cassette, waarmee je in één klap 30 centimeter Volksschrijver op de plank hebt staan.
Ja, best zielig om 1 reactie te zien die dan alleen op Reve uitkomt.
Vind het vooral relevant dat Ragas aankaart dat alle vormen van oosterse zweefreligies prima geaccepteerd zijn in Hilversum maar christelijk zo n beetje het domste zou zijn wat er is.