Strips: Ken Broeders – De adem van de duivel
De duivel is nog lang niet uitgeademd
Wie op de laatste bladzijde van De adem van de duivel van Ken Broeders is aanbeland, zoekt tevergeefs naar de iconische woordjes Wordt vervolgd. Vreemd, want het verhaal voelt niet voltooid: eerder is er een verhaallijn afgerond die het geheel in een volgende fase heeft gedirigeerd. Er zijn te veel vragen onbeantwoord, te veel zaken aangestipt om de lezer met zo’n einde op te zadelen.
In De adem van de duivel vertelt Broeders het verhaal van een boerengemeenschap in de achttiende eeuw, die wordt getroffen door een alles verzengende, dodelijke mist. Van de een op de andere dag bepaalt die mist – door dolende gelovigen de adem van de duivel genoemd – het dagelijks leven. Mensen hoesten bloed, raken koortsig en sterven; dieren op het land vallen om en de gewassen in de groentetuin van de herberg van Madeleine gaan dood.
Madeleine is een pittige tante die samen met haar man Jean en haar Indiaanse halfbroertje Benjamin een reisherberg runt. Met ijzeren discipline probeert ze haar nering op te stuwen in de vaart der volkeren: ze gokt op de gegoede burgerij van de grote stad en wil van haar herberg een luxe uitspanning maken met het beste linnen uit de streek, het beste vlees voor in de stoofpotten en een service die de notabelen zal aanspreken.
Zover komt het niet, want op een dag is daar die verdoemde mist, die niet meer weggaat. Het treft de eenvoudige en bangelijke landbouwers. Hun bijgeloof en apathie maakt Madeleine razend. Ze reageert het af op haar halfbroertje, een Indiaans jongetje dat haar vader verwekte op zijn botanische tochten in de verre. De familiegeschiedenis van Madeleine komt verder niet echt uit de verf: het verhaal over de mist was zonder die exotische toevoeging ook best overeind gebleven.
Zo is er meer dat aan de oppervlakte blijft. De mist ontwricht de hele samenleving, maar hoe en wat? Dat is misschien het mysterieuze van de vertelling, maar tegelijkertijd is er niemand die licht in de duisternis kan brengen. Jean gaat op een dag naar de stad, om te kijken wat ze daar van deze toestand vinden. Madeleine en Benjamin blijven achter en dan gaat het echt goed mis.
Broeders kan tekenen, dat wordt al jaren gezegd en is onmiskenbaar. Zijn eerdere strips werden vooral om het fraaie tekenwerk bejubeld. Ook in De adem van de duivel zijn er prachtige pagina’s, die van de achttiende eeuw een arcadische sprookjestijd maken. Zijn figuren hebben veel weg van die van collega Loisel (Peter Pan, Magasin General) en zijn treffend. Ook de koortsige waanbeelden van Benjamin zijn uitmuntend uitgewerkt, de duivelse figuren zijn schitterend.
Alleen de vijandige mist wil maar niet dreigend of beklemmend worden: het is mistig, meer niet. Om een vergelijking te maken met die andere strip die over een klimaat bedreigend natuurfenomeen ging: in Dagen van zand van Aimée de Jongh is juist de zandstorm zo enorm overweldigend dat het de lezer meesleurt de afgrond in. Bij Broeders is de dodelijke mist iets te veel een niet-natuurlijk horrorelement. Even goed effectief, maar gezien de historische verwijzing – naar een IJslandse vulkaan die in 1783 voor zwavelmisten met toxische gassen zorgde – raakt de uitwerking te weinig.
Het taalgebruik is archaïsch. Dat past bij de setting, maar niet bij de dialogen die er houterig van worden. Als een onbekende een opmerking maakt over het gedrag van Madeleine, krijgt hij ongevraagd een complete voorgeschiedenis over haar en haar familie te horen. Handig voor de lezer, die op die manier meteen alles weet, maar in het verhaal voelt het vreemd aan. Net als hoe sommige zinnen klinken. Als Benjamin aan het treuzelen is krijgt hij van Madeleine een optater en zegt ze: ” Je moest de bagage van kamer vier reeds naar beneden gebracht hebben! De gast staat te wachten bij zijn koets.’ Wat is er mis met: ‘De bagage van kamer vier had allang beneden moeten zijn, de gast staat bij zijn koets te wachten’?
De adem van de duivel is een aanzet voor een langer verhaal. Wij weten van de vulkanische uitbarsting, maar de personages niet. In het verhaal is er uiteindelijk een nieuwe uitdaging voor Madeleine en Benjamin, Jean is nog niet terug en de mist zal niet voor altijd blijken. Broeders kan met deze gegevens verder, de personages zijn zeker interessant genoeg. Tegelijk ziet het er niet naar uit dat er een vervolg op stapel staat. Het slot zoals het er nu is, is overtuigender als opmaat naar meer.
Stefan Nieuwenhuis
Ken Broeders – De adem van de duivel. Uitgeverij L. 64 blz. € 24,95. Er is ook een luxe versie in linnen met een fraai dossier met achtergrondinformatie over de vulkaan Laki en echt fraaie schetspagina’s: 80 blz. € 49,95.