Recensie: Şaban Ol – De laatste voorstelling
Wanneer men een clown zijn circus afpakt
Je hebt eindelijk een dag voor jezelf om in alle rust te gaan schrijven aan een nieuw toneelstuk; geen afspraken in de agenda, maar je vergeet helaas de stekker van de voordeurbel uit het stopcontact te halen. En ja, dan gaat de bel. Dit overkomt ik-figuur Erhan Aksoy die al geruime tijd op de planken staat met het epische Turkse theaterstuk Droefheid der dingen. Voor de deur staat ‘een zeiknatte man met in zijn hand een bos anjers’ die zich voorstelt als Ender Soylu. ‘Is het toevallig dat mijn dag verstoord wordt door iemand wiens naam ‘zeldzaam’ betekent?’ Tot grote ergernis van Erhan stelt Ender zich wat al te voorkomend en bescheiden op, wanneer hij vertelt dat hij de voorstelling al 157 maal heeft gezien en bekent er zeer door te worden geraakt. ‘Ender heeft een liefde ontwikkeld door Droefheid der dingen. De spanning tussen Ender en mij verdwijnt.’
De nieuwsgierigheid van de ik-figuur naar de motieven van zijn uiterst trouwe bezoeker, nopen hem zijn fan binnen te nodigen. Ender steekt direct van wal met goede raad: meer visuele elementen, de pauze overslaan ten behoeve van het ritme van de voorstelling en derhalve de changementen op het toneel laten plaatsvinden, minder interactie met het publiek en vooral letten op dissonante intonaties. Gaandeweg worden zijn bemoeienissen dwingender. Ender Soylu lijkt het hele stuk naar zijn hand te willen zetten en hij ontpopt zich tot een heuse stalker.
Şaban Ol (Aksaray, Turkije, 1962) groeit vanaf zijn zesde op in Bursa in een gezin met zes kinderen en een afwezige vader die als arbeidsmigrant in Nederland verbleef. Vanwege gezinshereniging verhuist het gezin naar Alkmaar, waarna Ol op zijn zestiende volgt. Hij raakt daar gefascineerd door Filmtheater Provadja en besluit een regisseursopleiding te volgen. In 2000 is hij één van de oprichters van de interculturele theatergroep Theater RAST – het huisgezelschap van Podium Mozaïek in Amsterdam West –, waarvan hij de artistiek leider is. Hij vertaalt toneelstukken van het Nederlands naar het Turks. Eerder schreef hij in het Turks twee dichtbundels, nu gevolgd door zijn, eveneens in het Turks geschreven, debuutroman De laatste voorstelling die zich afspeelt in Beyoğlu (vroeger Pera), een kosmopolitische wijk in Istanbul. Erhan Gürer heeft de roman vertaald naar een zeer levendig Nederlands. De hoofdpersoon van De laatste voorstelling is geïnspireerd op bestaande Turkse theatermaker Ferhan Şensoy (1951-2021).
Wanneer Erhan de suggesties van Ender ten uitvoer brengt, stuit dat op ongenoegen van Cafer, de uitbater van het theatercafé, die zijn omzet van de drankverkoop ziet dalen en vreest dat hij zijn gezin niet meer kan onderhouden. Cafer oppert om de versnaperingen te verkopen tijdens de changementen. ‘Het zou een perfect Verfremdungseffekt opleveren’ ten behoeve van de nostalgie. Dat Cafer uiteindelijk de traditionele Turkse koffie en bieren inruilt voor commerciële, westerse eenheidsworst-merken is Erhan, net als de goedbedoelde tips van Ender, een doorn in het oog.
Jullie hebben een figurant van me gemaakt op mijn eigen podium. Mijn stuk verkracht, verdomme. Rot op! Ga van mijn podium af!
In Beyoğlu, waar het wemelt van de louche en onfrisse nachtclubs, belandt Erhan in de Moulin Rouge om zich te verpozen. Ook Ender duikt daar plotsklaps op. Aan het eind van de avond krijgt Erhan een exorbitante, maar dubieuze rekening voorgeschoteld, waartegen hij protesteert. Dit resulteert in het krijgen van klappen en trappen, en hij beland in een cel met 15 andere mannen, met tegenover hen een cel met transseksuelen. Wanneer hij hoort dat er aangifte tegen hem is gedaan, is dat het begin van een reeks kafkaëske ervaringen die steeds beklemmender gaan aanvoelen. Zo krijgt hij ineens een brief van het Ministerie van Cultuur, waaruit blijkt dat de censuurcommissie ook zíjn theaterstuk in de smiezen heeft:
We hebben geconstateerd dat u in uw stukken bovenmatig gebruikmaakt van slang en scheldwoorden. Dat druist in tegen onze nationale en morele waarden, zeden en tradities en heeft een slechte invloed op de jeugd. We hopen dat u begrip zult hebben voor de situatie en het nodige zult aanpassen. […]. Als u niet gehoorzaamt, kunnen we u een boete opleggen en kan uw theater worden gesloten.
Wat Erhan echter grote zorgen baart, is dat Ender – zijn trouwste fan – van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen. Tot zijn opluchting staat zijn vriend na verloop van tijd ineens voor zijn deur en vertelt hij zíjn kant van het verhaal.
Ol heeft een aantal autobiografische elementen verwerkt in zijn roman, maar schroomt ook niet om maatschappijkritisch te zijn. Zo haalt hij de censuur in Turkije aan, de corruptie, het verbod op transseksualiteit, de gevaarlijke en rechteloze positie van de lhbti’ers en het oppakken van mensen die toevallig op de verkeerde plek waren, zoals hem zelf ook is overkomen toen er een bom ontploft was bij een synagoge. Ook in zijn moederland zal zijn roman verschijnen en hij zegt goede hoop te hebben dat zijn tekst niet gecensureerd zal worden.
In verband met zijn Poolse tournee belandt Erhan voor een festival in Krakau, waarna het gezelschap doorreist naar Amsterdam, waar hem het trieste nieuws bereikt dat de bevriende transseksueel Tutku onder verdachte omstandigheden dood is gevonden. Bij terugkeer in Istanbul wacht hem een onaangename verrassing. ‘Ze hebben de clown zijn circus afgepakt.’ Het maakt duidelijk dat het ook de artistiekelingen niet gemakkelijk wordt gemaakt om hun creativiteit op hun eigen manier tot uiting te brengen.
Na afloop is er een staande ovatie en nodigt Demir ons en de andere festivaldeelnemers uit voor een diner in het Turkse restaurant Beyoğlu. Ik heb mijn hele leven in Beyoğlu doorgebracht, het staat centraal in Droefheid der dingen, dus ik weet niet of ik een surrogaat kan verdragen.
De laatste voorstelling is een strak gecomponeerde roman, met een compacte plot, maar door de gelaagdheid toch een volle roman. Het staat bol van absurdistisch symbolisme, waarbij het Turkse systeem op gitzwarte, maar humoristische wijze op de hak wordt genomen. Door de geraffineerde en stapsgewijze opbouw wordt langzaam maar zeker steeds duidelijker in welk wespennest de ik-figuur zich bevindt. De spetterende dialogen maken deze debuutroman tot een feest om te lezen.
Marjon Nooij
Şaban Ol – De laatste voorstelling. Uit het Turks vertaald door Erhan Gürer. Jurgen Maas, Amsterdam. 160 blz. € 21,99.