Geruis

Als ik deze afbeelding zie, krijg ik een warm gevoel van binnen – sorry als dat pathetisch klinkt. Maar: deze foto is voor mij thuis. Centraal staat de Halletoren op de markt van Tielt, die Unesco Werelderfgoed is. Wanneer ik een tijdje ben weggeweest van Tielt, is het eerste wat ik doe als ik thuiskom dit: een kijkje op de markt gaan nemen. Niet om te checken of de toren er nog staat, maar om dat heerlijke thuisgevoel te beleven.

Ik besef dat het een voorrecht is, ergens thuishoren. J. Slauerhoffs thuisgevoel had niet met een specifieke plek te maken maar alles met zijn werk:

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de’ eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door den stormwind meegenomen.

Ik begrijp hem. Zou het gevoel een thuis te hebben gecreëerd in je werk niet iets zijn wat alle schrijvers verbindt? Ook voor mij is mijn ‘oeuvre’ mijn thuis; bij elk nieuw werk komt er een huis bij.

Met het huis dat ik nu aan het bouwen ben, wil het niet vlotten. Ik had lang niet geschreven omdat ik een depressie had, en het is alsof ik de stiel opnieuw moet leren. Of misschien is het dat niet. Misschien ben ik strenger voor mezelf omdat de depressie mij anders naar mezelf deed kijken. ‘Wees eens wat milder voor jezelf’, zei de psychologe wel honderd keer, maar dat lukt me nog steeds niet, en ik denk trouwens niet dat ik ooit ‘mild’ wil zijn voor mijn werk.

Rust. Het is dat wat ik mis om te kunnen schrijven. Ik heb het niet over een stille, rustige plek, maar over rust en stilte in je hoofd. Nu lijkt mijn hoofd een radio die op verschillende frequenties tegelijk is afgestemd. Ik hoor, figuuurlijk, geruis, dat mijn eigen woorden en gedachten overstemt. Ik weet niet waar dat geruis vandaan komt. Ik heb het nog aan niemand verteld. Maar het houdt me bezig. Houdt me wakker. Ik wil dat het weggaat.

Het geruis is er niet wannneer ik een column schrijf. Ik hoor het alleen wanneer ik aan mijn boek werk. Misschien wil mijn brein me iets vertellen: dat ik nog niet klaar ben om ermee verder te gaan. De wil is er, maar computer says no. Ik heb dan ook maar één wens voor het nieuwe jaar: dat het geruis naar de achtergrond verdwijnt, of het liefst zelfs helemaal weggaat. Stil hoofd: kom terug, alsjeblieft, ik smeek het je.

Ann De Craemer

(foto: Wouter Meeus)