Recensie: Olga Tokarczuk – Empusion
Ideeën verpakt in een verhaal
Olga Tokarczuk kreeg de Nobelprijs voor literatuur van 2018, Empusion is haar eerste roman sindsdien. Het is erg taaie kost. Dat komt vooral doordat er een overdaad aan ideeën in staat, zodat je je als lezer afvraagt: is dit niet een essay vermomd als roman? In een eerdere roman, Jaag je ploeg over de botten van de doden (uit 2009, vertaald in 2020), zaten ook grote en dwingende ideeën. In die roman ging het bijvoorbeeld over de waarde van natuur en dieren, ten opzichte van mensenlevens. Die roman had echter een personage om van te houden, en een verhaalheden dat met steeds nieuwe ontknopingen noodzakelijk naar een einde voerde.
Deze roman, Empusion, ontbeert personages om van te houden. Het zijn eerder spreekbuizen van ideeën, van misogynie vooral. Achter in de roman is een hele lijst intellectuelen opgenomen, aan wie vrouwonvriendelijke opmerkingen zijn ontleend. Als lezer kan je er een spel van maken, om de intellectueel aan de uitspraak te koppelen. Je kan er ook bij stilstaan wat voor wreedheid vrouwen al millennia hebben moeten ondergaan, in wat voor dienstbare rol ze altijd zijn gedrukt. Jaag je ploeg over de botten van de doden komt op voor de natuur, Empusion voor vrouwen.
De hoofdpersoon Mieczysław Wojnicz is geen strevend personage, en daardoor moddert de roman in het verhaalheden maar een beetje voort. Hij gaat in 1913 naar een sanatorium, en volgt alle adviezen van de dokter op. Hij maakt deel uit van gesprekken, vrijwel allemaal vrouwonvriendelijk, zonder een eigen sterke mening. Alles overkomt hem maar. In een flashback moet hij van zijn vader en oom ‘een bord bloedsoep’ eten. Hij moet er bijna van braken, en zet toch door, want hij moet een echte man zijn. De scène eindigt met de overpeinzing:
Het is eenvoudig, dacht Mieczyś Wojnicz, terwijl hij zijn tranen inslikte, die zich in zijn fragiele kinderlijfje mengden met dierenbloed, een man worden betekent datgene wat voor moeilijkheden zorgt leren ontkennen. Dat is het hele geheim.
De gedachten kondigen de plottwisten aan die nog komen gaan, en die het hele boek op zijn kop zetten. Een overpeinzing extra, en de vader en oom zijn opeens vriendelijk, en hebben Mieczysław altijd willen beschermen. In het verhaalheden is er echter weinig te beleven. Er zijn gesprekken. Vreemde details worden uitgebreid besproken. En als er dan eens een vrouw doodgaat, lijkt dat nauwelijks emotie op te wekken. De vraag wie er nu gaat koken, is belangrijker dan hoe de vrouw aan haar einde is gekomen. Dat is natuurlijk ook een staaltje misogynie het boek in trekken, maar het is ook de spanning het boek uit slaan. Ik weet niet of elke lezer het volhoudt tot de laatste vijftig pagina’s, waar de roman de diepere lagen krijgt.
Ondertussen heeft de lezer dan al vele ideeën gelezen, over Plato en Aristoteles, over manieren van waarnemen, over mogelijke krachten van de natuur, en heel veel vrouwenhaat, waarschijnlijk met het idee dat de lezer ook daar nog over nadenkt. In de bossen rond het sanatorium zijn vrouwen gemaakt van natuurlijk materiaal, van mos en bladeren, zodat de werkmannen uit de omgeving zich kunnen uitleven. Een man moet dat kunnen doen, is namelijk de gedachte daarbij. Helaas is ook dit mooie beeld niet zo relevant voor het plot, maar ‘alleen’ maar extra vrouwenhaat. Meer plot, meer scènes waarin de lezer echt meeleeft met een personage zouden alle ideeën er waarschijnlijk harder in hebben gedreund.
Erik-Jan Hummel
Olga Tokarczuk – Empusion. Vertaald door Karol Lesman. De Geus, Amsterdam. 376 blz. € 27,99.