Recensie: Ian McEwan – Ziek van liefde
Deze recensie van Ziek van liefde verscheen voor het eerst in 1998.
Gedreven door liefde
Een roman over stalking, dat kan toch niet meer zijn dan een niemendalletje over een modieus onderwerp zou je zo denken. Maar geef het onderwerp in handen van een echte verteller en je hebt een prachtboek. Het begin van Ziek van liefde van Ian McEan is grandioos. Joe Rose helpt samen met een aantal andere toevallige voorbijgangers de bestuurder van een luchtballon die uit de mand is gevallen en – in een touw verstrikt – over de grond gesleurd wordt. De vier mannen proberen uit alle macht de ballon tegen te houden en het jongetje dat nog in de mand zit te redden. De afloop zal ik niet verklappen.
Deze tragische gebeurtenis is voor Jed Parry, een van de redders, het begin van een grote liefde voor Joe Rose. Hij zet zich in het hoofd dat dit voorval voorbestemd was door God. Hij vat een obsessionele liefde op voor Joe. Vanaf dat moment schaduwt Jed Parry Joe, hij stuurt hem liefdesbrieven en staat dagenlang voor zijn huis te posten. Het tot dan toe zeer gelukkige huwelijksleven van Joe en zijn vrouw Clarissa komt onder zeer grote druk te staan.
McEwan weet de spanning in zijn boek vast te houden door er een tweede laag in te brengen. Tot aan het einde van het boek blijft namelijk de mogelijkheid bestaan dat de stalking door Jed Parry niet echt is, maar louter en alleen bestaat in het hoofd van Joe. Hij gaat raar doen tegenover Clarissa; hij heeft geen enkel bewijs voor de politie, de brieven die hij ontvangt lijken wel heel erg op zijn eigen brieven volgens Clarissa en de ingesproken boodschappen op zijn antwoordapparaat heeft Joe helaas net gewist voordat Clarissa ze kan beluisteren.
Het spelletje dat McEwan speelt met de lezer maakt het boek extra aantrekkelijk. Hij weet het boek daarmee uit te tillen boven een simpele beschrijving van een geval van stalking. Er zijn helaas ook een paar minpuntjes te noemen. Als Joe op een gegeven moment een wapen gaat kopen om zich te verdedigen, komt hij bij een groepje criminelen met holistische inslag terecht. Het gesprek is zo hilarisch dat het ongeloofwaardig wordt. Het einde daarentegen wordt gevormd door een appendix waarin zogenaamd wetenschappelijk deze stalkingszaak uit de doeken wordt gedaan. Dat is een vorm van geloofwaardigheid creëren die vooral in de negentiende eeuw aan boeken werd toegevoegd. Beide gedeelten vind ik niet passen in de roman. Dat neemt echter niet weg dat Ziek van liefde een mooi boek is en dat McEwan een schrijver is die je moet volgen.
Coen Peppelenbos
Ian McEwan – Ziek van liefde. Vertaald door Rien Verhoef. De Harmonie, Amsterdam, 316 blz.
Deze recensie verscheen voor het eerst in de Leeuwarder Courant op 31 juli 1998 .
Mooie en juiste recensie, ondanks de minpuntjes een meer dan geslaagd boek!