Recensie: Jan van Tienen – De verworvenheden
De meerwaarde van een omweg
De verworvenheden of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn is het tweede werk dat Jan van Tienen publiceert. Titel en ondertitel suggereren dat het hier niet alleen gaat om de resultaten van een grondig zelfonderzoek, maar ook om vaardigheden die ieder van ons zich eigen zou moeten maken. Op de eerste pagina vat Van Tienen de rode draad van zijn introspectie vast voor ons samen:
Waar komt iets te zeggen hebben vandaan? Die vraag houdt mij bezig, omdat ik vaak voel dat ik niets te zeggen heb. Dit is een probleem. Ik krijg betaald om dingen te zeggen, en heb er mijn professionele identiteit omheen gebouwd. Als ik het gevoel heb niets te zeggen te hebben, heb ik een identiteitscrisis. Ik schrijf dit, omdat ik die crisis heb opgelost. Ik heb weer iets te zeggen. Wat ik te zeggen heb, is het verhaal van hoe ik het verlangen – het oprechte, zuivere, diepe verlangen- kreeg op Hompelvoet te zijn. Wat ik te zeggen heb, is hoe ook jij iemand kunt zijn die een oprecht en zuiver verlangen heeft op Hompelvoet te zijn.
De verworvenheden is geconstrueerd als zelfhulpboek. Van meet af aan lijkt Van Tienen (schrijver bij De Speld) dat genre te ridiculiseren. Het eerste deel, de Basis, biedt zeven principes die je moet huldigen om ooit iemand te worden die oprecht verlangt naar Hompelvoet te gaan. Je moet het gevoel hebben dat er iets wezenlijks in je ontbreekt en dat je daarom moeite hebt met het zeggen van dingen. Je moet die moeite gereflecteerd zien in je omgeving, vernederingen ondergaan, pogingen doen om te begrijpen waarom er iets fundamenteel mis is met de manier waarop we spreken, liefdevol leren hompelen, ernaar streven niet te liegen over je liefdeservaringen tot je kunt aanbelanden bij ‘iets zachtaardigs dat met niet al te veel schaamte is omringd’.
Het tweede deel bestaat uit 14 oefeningen. Dit is een nog uitdagender deel, want het moeilijkste is ‘dat de oefeningen soms niet eens op jou van toepassing zullen voelen’. In bewust onbeholpen taal laat Van Tienen ons marineren in voor hem ongemakkelijke situaties. Al meanderend langs momenten uit zijn leven die hem lieten struikelen wijdt Jan van Tienen uit over onbestemdheid, persoonlijke fascinaties en alledaagse verschijnselen. De lethargie voert het hoogste woord en bezorgt een immens gevoel van moedeloze richtingloosheid.
Van Tienen laat ons via zijn getroebleerde verhouding tot taal, vol herhalingen (bovenstaand citaat illustreert zijn stijl), meewaden in zijn stagnatie. Gaandeweg groeit een behoorlijke ergernis over de vele krom geformuleerde zinnen. Je wilt hem een schop onder zijn kont verkopen en voelt totaal niet de behoefte om naar Hompelvoet te gaan. Zeker niet met deze in zichzelf zwelgende, hier en daar behoorlijk zelfingenomen man.
Maar dan is daar Oefening 11, op pagina 157. De losse verhaaldraden komen samen en de afstandelijke satire maakt plaats voor sensitiviteit. Terwijl Van Tienen over de herkomst van de zelfgemaakte, bizar grote bamikegel van snackbar Jelle vertelt, komt de onderstroom bloot te liggen: de herkomst van het diepe gevoel van ontheemd zijn en van altijd falen. En dan ervaar je de merites van deze klungelige queeste naar een eiland waar je nooit eerder van gehoord hebt. En geloof je net als Van Tienen in de meerwaarde van een omweg.
Miriam Piters
Jan van Tienen – De verworvenheden of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn. Das Mag, Amsterdam. 246 blz. € 22,99.