Strips: Camille Benyamina naar Amélie Nothomb – Blauwbaard
Kom niet in de donkere kamer
Van de vrouw die sneller schrijft dan ik kan lezen glipt me onvermijdelijk wel eens een boek door vingers. Laten we eerlijk zijn, de meeste. Hoe anders is dat voor striptekenares Camille Benyamina, die elk jaar van haar moeder de nieuwe Amélie Nothomb cadeau krijgt. Dankzij Benyamina krijgt het mij eerder ontgane Blauwbaard (Barbe bleue) uit 2012 een herkansing. Zij maakte een beeldverhaal van Nothombs moderne versie van deze klassieker.
De oorspronkelijke Blauwbaard komt uit Charles Perraults bedrieglijk onschuldig getitelde Sprookjes van Moeder de Gans. Een man, gelukkig in de zaken, ongelukkig in de liefde, vindt tijdens een banket zijn zevende vrouw. Na de bruiloft gaat hij op reis en geeft zijn bruid de sleutels van het kasteel. Overal mag ze komen, behalve een berghok in de kelder. Ik hoef u niet uit te leggen dat het meisje de trappen afholt zodra de poort achter Blauwbaard is dichtgevallen. Ze vindt er de lijken van haar zes voorgangsters, laat van schrik de sleutel in een plas bloed vallen en krijgt de vlekken er niet meer uit. Wanneer manlief terugkomt, zwaait er wat.
Curiosity killed the cat, een gegeven zo oud als de Hof van Eden. De verschoven positie van de vrouw goed aanvoelend verplaatst Nothomb het huwelijkssprookje naar de huurmarkt van Parijs, waar kunstdocente Saturnine Puissant reageert op een advertentie voor een huisgenoot. Nu weet elke woningzoekende dat € 500 voor 40 m2 in een stadspaleis te mooi is om waar te zijn. Ze heeft dan ook weinig tijd nodig om erachter te komen dat de acht eerdere huisgenotes van Don Elemirio Nibal y Milcar zijn verdwenen nadat ze het verbod om zijn donkere kamer binnen te gaan overtraden. De spanning zit dus niet in het grote geheim zelf, maar in het hoe en waarom. Daarover gaat het Belgische burgermeisje een verbaal steekspel aan met de Spaanse edelman in ballingschap (een van mijn voorouders maakte Franco uit voor links, en die vatte dat verkeerd op. Gek genoeg zijn z’n vijanden ook boos op ons). Onder het genot van Elemirio’s kookkunsten en klaterend goud uit de champagneflessen bespreken ze de aloude vraag of waar vertrouwen betekent dat je je geliefde diens verderf tegemoet laat lopen.
Kortom, alle ingrediënten uit Nothombs oeuvre passeren de revue: eten en drinken, luxe en liefde, het geloof, de onschuld en de zonde. Het is een bewust overdreven en vermakelijk brouwsel dat doet denken aan de food- en murderporn van de tv-serie Hannibal (2013-2015). Maar de schrijfster valt wel in herhaling. Qua personages, dialogen en ontknoping lijkt Blauwbaard te sterk op haar debuut Hygiëne van de moordenaar, oordeelden de recensenten tien jaar geleden.
Voor de stripversie heeft Benyamina de novelle licht aangepast. Discussies over Elemirio’s eigenzinninge theorieën zijn begrijpelijkerwijs gesneuveld of ingekort. Gelukkig hebben andere markante uitspraken de overgang naar beeld overleefd:
‘Ik fotografeer hoogst zelden. Ik wacht op inspiratie.’
‘Wat doet u dan de hele dag?’
‘Ik ben Spanjaard.’
‘Dat is geen bezigheid.’
‘Er is geen grotere waardigheid dan Spaanse waardigheid. Ik ben voltijds waardig.’
Daarentegen voegt de tekenares extra scènes toe die hoofdpersonen menselijker maken, of in het geval van Elemirio’s hobby aquariumduiken, nog excentrieker. Ook laat ze zich helemaal gaan in droomachtige taferelen over eigeel en het palet aan kledingstukken dat Blauwbaard zijn bruiden vervaardigt. Het resultaat is een boek dat wat minder absurdistisch, wat meer gevoelig aandoet dan het origineel. Een geslaagde adaptatie, met één kanttekening: juist Saturnines kimono, spil in het plot, is een storend lelijke tint goud. Daar kun je bij onze voltijds waardige perfectionist niet mee aankomen.
Tobias Wijvekate
Camille Benyamina naar Amélie Nothomb – Blauwbaard. Uit het Frans vertaald door Lies Lavrijsen. Standaard Uitgeverij, Antwerpen. 120 blz. € 25,00.