Nieuws: Jörgen Apperloo reageert op midscheepse aanval van Ilja Leonard Pfeijffer
In zijn column op de site van HP/De Tijd neemt Ilja Leonard Pfeijffer deze week Jörgen Apperloo, maker van de Vlogboek-video’s, op de korrel: ‘Hij is echt zo’n man die truien draagt.’ De directe aanleiding vormt zijn laatste vlog over Luister van Sacha Bronwasser. Pfeijffer gaat in op de intertekstuele verbanden die Apperloo opmerkt, maar beschuldigt Apperloo van kwaadaardigheid:
Echt kwaadaardig wordt het filmpje tegen het einde. En dat is de reden waarom ik heb besloten Jörgen Apperloo onverdiend de eer te gunnen om door mij aan deze analyse te worden onderworpen. Want wat hij daar doet, kan echt niet en is een klap in het gezicht van Bronwasser en van de literatuur in het algemeen. […] ‘Bij Bronwasser blijft de kennismaking met andere culturen beperkt tot naamloze terroristen,’ zegt Apperloo. ‘Waar de topografische analyse van het boek geen diepte biedt op sociologisch vlak, geeft de beperkte aanwezigheid van andere culturen en hoe deze worden getypeerd de roman een ongemakkelijk xenofobisch randje. Het is tekenend dat het boek een succes is geworden in het jaar waarin een islamofobe politieke partij de grootste van Nederland is geworden.’
Pfeijffer eindigt zijn column met een zelffelicitatie en het afbranden van de kennis en intenties van Apperloo:
Het [Luister, CP] zou de Libris Literatuurprijs verdienen, ware het niet dat er ook nog een paar andere goede boeken zijn genomineerd. En Jörgen Apperloo bewijst de Nederlandse literatuur geen dienst als hij zijn onwetendheid met pseudo-academische kwakzalverij maskeert met het doel om goede boeken in een kwaad daglicht te stellen.
We vroegen Jörgen Apperloo om een reactie:
Ilja heeft gekeken, Ilja schrijft het op, dus het bestaat. Sommige mensen kunnen beter schrijven dan luisteren.
In zijn column maakt Ilja Leonard Pfeijffer gebruik van een ouderwetse, hermeneutische voorkeur om kritiek te leveren op een video die geen sluitende interpretatie of beoordeling wil geven. Wie goed kan luisteren, hoort dat dit geen recensie is. Wellicht had ik als disclaimer moeten toevoegen dat ik het boek Luister van Sacha Bronwasser sterk en boeiend vond. Ik heb mijn grootste fan overschat.
En mensen houden nu eenmaal van helden en schurken.
Daarom stelt Pfeijffer zich ridderlijk op en hij combineert dit met modern clickbaitjargon waarbij er ontmaskerd moet worden. Als een literaire Sjamadriaan echoot hij woorden als ‘pseudo-wetenschap’ en ‘kwakzalverij’. Ad hominems kunnen een hoop verbloemen.
Minder hoofs is bijvoorbeeld dat de schrijver mij woorden in de mond legt die in de hele video niet voorkomen. Het is rancuneus dat hij een citaat bij elkaar heeft geharkt uit verschillende delen van de video, waarbij bewust alle nuance is weggelaten. Het kwaad moet natuurlijk wel wat worden gekneed.
Maar misschien moet ik samen met mijn hautaine truien de kritiek accepteren dat ik met mijn geleuter de Nederlandse literatuur onherstelbare schade heb berokkend. In dat geval zou het de schrijver met de lange haren sieren om zijn roman terug te trekken als kandidaat voor de Libris Literatuurprijs. Zo kan hij zijn onbaatzuchtige compassie tonen. Voor al het kwaad dat mijn video de roman Luister heeft aangedaan. Een echte held offert zich op.
De zinnen die ik citeer, worden letterlijk zo uitgesproken in de video. Dat valt te controleren. Het kwaadaardigste aspect van de gewraakte bespreking, dat in deze berichtgeving van Coen Peppelenbos niet volledig tot zijn recht komt, is dat Sacha Bronwasser erin op grond van dubieuze argumenten wordt beschuldigd van xenofobie. Dit vormde de aanleiding voor mijn reactie.
Heb de quote toegevoegd.
Jörgen Apperloo doet hét wel vaker, iets zeggen wat je niet letterlijk kunt interpreteren maar, in de context iets literair-cabaretesk heeft. Ik vond het boek en vlog kloppend. Ik zelf struinde vroeger door de straten van Parijs opzoek naar Céline’s woonadressen, werkplaatsen en zat vaak in cafés tussen Parijzenaars die…, grote afkeer toonden ten opzichten van de Nederlander…, de Nederlandse literatuur en het allemaal niet letterlijk bedoelde. Nu moet Apperloo het letterlijk op zich (terug)nemen. Céline krijgt de kans niet meer…, toch lezen we hem graag…!
Grappig dat Apperlo het taalgebruik van Pfeiffer bekritiseert en vervolgens zelf tekeer gaat als Gadamer. In zijn “kritische besprekingen” wordt Apperlo wel vaker prozaïsch en warrig
Ik heb Luister in één adem uit gelezen: de verrassende opbouw, de prachtige stijl en het weer terug zijn in Parijs, waar mijn vrouw au pair was. Ik heb het schitterende boek waarin alle klassieke kennis en informatie waarover Pfeiffer beschikt en zijn verbeeldingskracht niet in één adem uitgelezen, maar bij beetjes geconsumeerd. Het waren wel fijne beetjes. Prachtige stijl, mooie soms trage bij het verhaal horende zinnen en een woordkeus die fenomenaal is en naar de klassieken verwijst. Beide boeken vgaven mij weer wat vertrouwen in de literatuur.