Recensie: Gilles van der Loo – Café Dorian
Een fantastisch spel
Het perspectief is van groot belang in een verhaal. Wie vertelt het, door wiens ogen zie je de gebeurtenissen, wiens gedachten lees je? En welke rol speelt de schrijver in het verhaal? Soms is hij expliciet aanwezig, zoals bij Eduard Douwes Dekker die in zijn Max Havelaar de schrijver aan het woord liet om zijn hoofdpersonen de laan uit te sturen. Ze weten van niks en ineens is daar hun bedenker. Gilles van der Loo buit in Café Dorian deze vondst succesvol uit en speelt gedurende het hele verhaal een spel met de hoofdpersoon en daarmee met de lezer. Alleen gaat hij nog een stapje verder. Vanaf het begin laat hij het verhaal bedenken en schrijven door een vrouw die Guillaume, de hoofdpersoon, in een omgeving plaatst en bepaalt met wie hij omgaat.
De schrijfster kent Guillaume van vroeger, maar is hem uit het oog verloren. Op haar computer maakt ze een document aan met zijn naam en begint te tikken, ‘en daar was je, gevolgd door een hele stad met een café erin en al die mensen om je heen.’ Ze hoopt dat hij haar aanwezigheid opmerkt achter de woorden, in de personages die ze voor hem kiest en aan wie ze kenmerken van zichzelf geeft. Ooit was er iets tussen de schrijfster, een naamloze ‘ik’, en Guillaume, de ‘je’ in het verhaal. Ze spreekt hem toe, beschrijft zijn wandelingen door de stad, ergens ver buiten Nederland – er zijn bergen –, en plaveit zijn pad met interessante mensen en gebeurtenissen.
Guillaume is een ervaren barman die Nederland is ontvlucht. Niemand weet verder dat hij zo heet, want ‘Ik gaf je hier geen naam omdat ik wilde dat je vrij was; niet zonder oorsprong, maar los van het ebbende trekken van familiebanden.’ Een mooi beeld: familie die je niet loslaat, maar altijd aan je trekt, je mee terug wil nemen.
Hij heeft een matig lopend café overgenomen, café Dorian. De vaste gasten zijn tevreden, tot hij bedenkt dat hij wel meer zou willen. Niet zozeer voor de inkomsten, maar vooral voor de bedrijvigheid, de reuring in het tamelijk stille café. Astrud, een dame op leeftijd die met haar gehakballenkraampje in de stad befaamd is, haalt hij over om voor hem te komen werken. Er wordt een keuken gebouwd en al vanaf het begin werken haar kookkunsten als een magneet op de klanten.
Het spel dat Van der Loo speelt is fantastisch. De lezer ziet het verhaal ontstaan, af en toe geeft de schrijfster aan dat ze op sommige dingen ook geen grip meer heeft, zoals wanneer het appartement boven het café gekocht wordt door een gladde zakenman. Hij vraagt Guillaume een oogje in het zeil te houden als zijn dochter daar komt wonen. De lezer voelt dat het niet pluis is, Guillaume misschien ook, de schrijfster in ieder geval, maar ze weet nog niet welke kant het op gaat. De personages en gebeurtenissen die ontstaan wanneer je woorden en zinnen aan het papier toevertrouwt, gaan soms hun eigen weg. En Van der Loo beschrijft hoe dat werkt: ‘Ik gaf je een stad, een café en vrienden, maar Sylve Ortiz liep de Dorian in en nu kan ik niet meer om haar heen (…).’ Sylve is de dochter van de gladde zakenman.
Als lezer ga je bij de vaste clientèle horen, je voelt je een van hen, het café is een prettige plek om rond te hangen. Voor Guillaume is het hard aanpoten, met Astrud in de keuken, Sylve en Bern die bedienen lukt het allemaal net. Het succes wordt gevierd, maar er schuurt de hele tijd iets, het gaat té goed.
En dan is er nog de stijl, de zinnen hebben een aangename cadans, alsof alles constant in beweging is, je als lezer meedeint op het verhaal. Misschien ook omdat alles in de tegenwoordige tijd is geschreven en er nauwelijks een voltooid deelwoord in voorkomt. Niets is klaar, alles kan nog alle kanten op. Het is lastig dit aan de hand van een kort citaat te illustreren:
Het is zondagochtend en de afgelopen week giert rondjes in je hoofd: borden, glaswerk, servetten, bestek, rijen mensen, gasten die binnenkwamen met de krant onder hun arm, omgeslagen op de recensie van Jonathan. Allemaal wilden ze eten wat hij gegeten heeft, maar Astrud kookt zelden hetzelfde en dus moest iedereen het doen met wat er was.
Los van de originele verteltrant en de constructie, laat Van der Loo ook tussen de regels de spanning langzaam oplopen. Wat weet Guillaume nog van vroeger, wat is er werkelijk gebeurd, wat gaat hij doen? Of beter: wat besluit de schrijfster dat hij gaat doen? Vragen waarop de lezer en ook Guillaume beetje bij beetje antwoord krijgen.
Terecht dat Van der Loo met Café Dorian genomineerd is voor de longlist van de Libris Literatuur Prijs 2024. Jammer dat de schrijfster nu het verloop daarvan niet in de hand heeft.
Arjen van Meijgaard
Gilles van der Loo – Café Dorian. Van Oorschot, Amsterdam. 240 blz. € 23,50.
Gilles van deR Loo (3 x ) en plaatsT, verder ben ik het helemaal met je eens. Geweldig boek van een ietwat onderkende schrijver (zeker in Vlaanderen).
De eindredacteur heeft zitten slapen. We passen het meteen aan.