Recensie: Jonathan Coe – Het huis van de slaap
Deze recensie verscheen voor het eerst in 1997.
Een fantastische soap vol cliffhangers
Je hebt mensen, ik ben er één van, die niet naar series op televisie kunnen kijken. Zit je net lekker in het verhaal en pats, midden in een spannend fragment beginnen de eindtitels te lopen. En de producent maar hopen dat je die spanning een weeklang kunt volhouden. Jonathan Coe gebruikt het procedé van de cliffhanger een boek lang. Het huis van de slaap kent 18 hoofdstukken. De oneven hoofdstukken spelen in 1983 en 1984; de even hoofdstukken in 1996. Binnen de hoofdstukken spring je van personage naar personage. Het hoofdstuk kan zelfs middenin een zin eindigen in 1983 en verdergaan in het volgende hoofdstuk in 1996 bij een ander personage. Je weet dat er een literaire truc met je uitgehaald wordt en toch is het nog leuk. Je kunt namelijk verder lezen. Sterker nog, je moet verder lezen; Het huis van de slaap kost je uren van je nachtrust.
Het verhaal lijkt op een soap. Sarah woont in een studentenhuis samen met Gregory Dudden. Zij hebben een moeizame relatie die ontspoort vlak voordat Gregory naar Londen gaat om zich als dokter te specialiseren in slaapstoornissen. Zijn vriendin Sarah gebruikte hij al als studie-object, omdat zij aan narcolepsie lijdt. Zij kan geen onderscheid maken tussen droom en werkelijkheid.
Terry, een andere merkwaardige bewoner van het huis, is geobsedeerd door film. Zijn grootste passie is een onbekende en verdwenen film van een verguisde Italiaanse regisseur. Robert, die hevig verliefd wordt op Sarah, nadat Gregory het veld geruimd heeft, completeert dit stel vrienden. Helaas is Sarah er intussen achter gekomen dat zij op vrouwen valt. Als haar relatie met een militante feministe stukloopt, besluit ze om met Terry te gaan samenwonen, tot grote ontsteltenis van Robert. Bent u er nog?
Twaalf jaar later is het studentenhuis een slaapkliniek geworden. Aan het hoofd staat de halfwaanzinnige geleerde Gregory Dudden. Terry, inmiddels een verzuurde filmcriticus, laat zich daar behandelen omdat hij nooit meer slaapt. Robert heeft zich tot vrouw laten ombouwen en is ook gespecialiseerd in slaapstoornissen in de hoop op die manier Sarah nog tegen te komen. Sarah is een gewone onderwijzeres geworden die toevalligerwijs de dochter in de klas krijgt van haar eerste grote vriendin. En zo grijpt alles weer in elkaar.
Toevallige ontmoetingen en onwaarschijnlijke gebeurtenissen wisselen elkaar af in een literaire soap vol cliffhangers. Het boek is geloofwaardig waar het over slaap gaat, komisch waar het over verhoudingen tussen mensen gaat en krankjorum in zijn structuur. Alle platvloerse middelen gebruikt Coe om zijn spel met schijn en werkelijkheid aannemelijk te maken. De werkelijkheid wordt een nachtmerrie en dromen komen uit. Als je het boek dichtslaat, heb je het gevoel dat je belazerd bent. Maar met toestemming.
Coen Peppelenbos
Jonathan Coe – Het huis van de slaap. Vertaald door Babet Mossel. Meulenhoff, Amsterdam.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 28 november 1997.