Recensie: Erik Bindervoet – over het werkelijkheidsgehalte van de werkelijkheid
Schopenhauer + Charms = Bindervoet
De titel van de nieuwe bundel van Erik Bindervoet maakt nieuwsgierig: over het werkelijkheidsgehalte van de werkelijkheid. Het motto (of de tekst die je als motto kunt beschouwen) zegt al veel over het karakter ervan. Ik citeer de eerste regels: ‘En in een droom verscheen mij leraar Duits O. den Besten en hij lepelde mij moeite- en foutloos, met consumptie, het volgende citaat op, van A. Schopenhauer (uit Die Welt als Wille und Vorstellung II, Kapitel 1): …’ Dan volgt een citaat van Schopenhauer in zijn geweldige, onnavolgbare stijl, die ondanks de lange zinnen en vele bijzinnen dwingt tot verder lezen. Veertien regels maar liefst! Hij betoogde dat de wereld slechts in je geest bestaat: ‘Ik ben, en buiten mij is er niets. Want de wereld is mijn voorstelling’ (ook uit II, hoofdstuk 1).
Waarnemingen die je overdag doet, verschillen in wezen niet van nachtelijke dromen – over dat laatste gaat het citaat. Vergelijk de beroemde regels van Shakespeare uit The Tempest: ‘We are such stuff / As dreams are made on, and our little life / Is rounded with a sleep’. Schopenhauer waardeerde deze regels zeer.
Wie zo droomt moet wel een ijzersterk, jaloersmakend geheugen hebben. Maar dat laat ons niet helemaal in de steek: we weten nog wie O. den Besten is: de boze ex-leraar Duits van Wim de Bie. Hij heet weliswaar Den Beste in plaats van Den Besten, maar hij is het onmiskenbaar: ieder woedend betoog ondersteunde hij met citaten, veelal uit het werk van Goethe – wie anders?
Humor, dromen en onbetrouwbare waarnemingen: ze maken de bundel aantrekkelijk, al zal de raaf uit ‘Wanen’ er anders over denken:
Voeg bij dit alles nog de Russische absurdist Daniil Charms (1905 – 1942) en je weet wat je van deze bundel kunt verwachten.
Een rare vogel, zeg dat wel. ‘Mij interesseert alleen onzin’, schreef hij ooit, ‘alleen dat wat geen enkele praktische zin heeft.’ Volgens de dichter probeerde Charms op charmante wijze ‘de verborgen krochten / van de menselijke geest te betreden / en dat werd hem niet in dank afgenomen / door dat onstoffelijke onaanraakbare wangedrocht / dat nogal op zijn eeuwige rust is gesteld.’ Het is maar dat u het weet. Bij mezelf heb ik alleen krochten opgemerkt die mij al bekend waren, maar het gaat natuurlijk om de ontdekkingsreis van de dichter. Maar misschien zien we meer van onszelf als we gaan schrijven en daarom geeft hij ons in een van de gedichten ruimhartig een flink aantal adviezen: hij heeft daar maar liefst zeven en een halve bladzijde voor over gehad. Een ervan:
Hoe onzinnig sommige gedichten ook lijken, ze boeien als je ze gewoon over je heen laat komen. Soms versta je ze – wat iets anders is dan begrijpen. De associaties zijn vaak bijzonder en humoristisch, soms ook flauw. Maar ook dat heeft zijn charme. Het volgende gedicht staat in een reeks van 22, met pro- en epiloog. Het zou een sketch uit Monty Python kunnen zijn:
Er staan ook volkomen begrijpelijke gedichten in de bundel, en ook daarin zie je die onvoorspelbaarheid. Het grappige is dat je het volgende gedicht maar een keer kunt lezen: de dichter wekt verwachtingen met zijn regelafbrekingen, maar de tweede keer weet je wat er komt.
Bijna aan het eind van de bundel komt deze gebeurtenis terug, maar dan kijken we mee met een Romeo Giulietta afkomstig uit Leeds, die bij de Quai d’Issy op een Renault 10 uit Knokke-Le-Zoute botst. Waarom moest het andersom? Om de herhaling te laten zien, en dat doe je door de switch en de math te doen en the dots te verbinden. Zou het? Ik geloof er niets van. Immers: ‘die dingen gebeuren want die dingen gebeuren / als ze gebeuren omdat ze gebeuren en daarom gebeuren ze, / die dingen. Die gebeuren.’ En daarmee is alles gezegd.
Hans Puper
Erik Bindervoet – over het werkelijkheidsgehalte van de werkelijkheid. De Harmonie, Amsterdam. 93 blz. € 19,90.