Een hervonden geloof

Op de omslag van het nieuwe boek van Kristien Hemmerechts, Van ver gekomen, staat een deel van een schilderij van de Belgische kunstenaar Léon Spilliaert. Een zwarte figuur, amper herkenbaar als mens, keert haar grijze hoofd naar boven, in wat een worsteling lijkt. ‘De wolk’ heet het schilderij en het geheel toont deze vrouwfiguur als een grote zwarte wolk met lange zwarte haren wapperend in de wind. De tekenstijl doet denken aan de tekeningen van een andere Belgische kunstenaar en politiek tekenaar, Gerard Alsteens (‘GAL’), die illustraties maakte bij een ander boek van Kristien Hemmerechts, de verhalenbundel Lang geleden uit 1994. De tekening op die omslag toont een enorme vrouw in de vorm van een blok die een kleinere vrouw vastklampt en platwalst. Zowel deze tekening als het schilderij van Spilliaert zijn prachtige illustraties bij de onderwerpen die Hemmerechts in haar nieuwe boek aansnijdt en laten ook zien hoe Hemmerechts’ fictie en de werkelijkheid zich tot elkaar verhouden.

Onlangs overleden vlak na elkaar de oudere zus en de moeder van Kristien Hemmerechts. Er zaten twee dagen tussen. Ook verloor de schrijfster goede vriendin Heddy Honigmann, de Peruaans-Nederlandse regisseur van films en documentaires, die zij zag als een ‘vervangzus’. Het overlijden van deze belangrijke vrouwen in haar leven hebben haar de ruimte gegeven om met meer afstand te onderzoeken wat deze relaties hebben betekend in haar leven. Ook iets anders gaf haar die ruimte: sinds een aantal jaren woont Hemmerechts de mis bij van de gemeenschap van Sant’Egidio in een katholieke kerk in Antwerpen. Ze doet er vrijwilligerswerk en vond rust in het geloof in God. ‘Ge komt van ver,’ zei Hemmerechts’ moeder over deze terugkeer naar het geloof. Geen vreemde uitspraak als je bedenkt dat de schrijfster er nu niet bepaald op voorstond op goede voet te staan met religie en in haar romans, essays en uitspraken (seksuele) taboes niet schuwde en behoorlijk wat heilige huisjes omver heeft geschopt. Belgische media vonden het dan ook nieuws.

Want wat beweegt een weldenkend, intellectueel, kritisch schrijfster om terug te keren bij het geloof? Dat vraagt Hemmerechts zichzelf ook af. Blijkbaar was het een lange weg voor haar. Ze groeide op in een katholiek gezin maar keerde als jongvolwassene de kerk en het geloof de rug toe: ‘Alles beklemde me aan de kerk, aan het geloof, aan godsdienst, aan missen. Ik moest het van me afschudden om te kunnen ademen.’ Ook de wiegendood van twee zoontjes uit haar eerste huwelijk deed er geen goed aan: welke God kan zoiets wreeds toestaan? ‘Het laatste wat ik wilde horen, waren de woorden ‘de wil van God’.’ En nu, na al die jaren ervaart ze het luisteren naar het evangelie, het ontvangen van de hostie en het samen bidden juist als bevrijdend. Geduldig en verhelderend beschrijft ze in Van ver gekomen de weg die ze aflegde. Terugkijkend vindt ze wel veelbetekenende momenten die laten zien dat het geloof nooit zo ver weg was, dat het haar altijd wel geïntrigeerd heeft. En dat het al voorkwam in haar eigen fictieve werk, net als de relatie met haar oudere zus.

Dat Veerle, de oudere zus van Hemmerechts, een groot deel van haar leven vanwege schizofrenie in psychiatrische instellingen doorbracht, was geen geheim: de zus die niet functioneert komt als personage meerdere keren in haar literaire werk voor. Al in haar tweede roman Brede heupen uit 1988 staat de relatie tussen de zussen Laura en Elza centraal die zij thematiseert in het verschil tussen normaal en abnormaal dat op meerdere niveaus in de roman voorkomt. De roman De tuin der onschuldigen (1999) gaat over drie zussen van wie er één in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft. Het verhaal ‘Kindje en Appelsientje, Appelsientje en Kindje’ uit de bundel Lang geleden is achteraf gezien nog veel explicieter en gaat over twee zusjes waarvan de oudste de jongste tiranniseert in haar roep om aandacht en liefde. De openhartigheid waarmee Hemmerechts in Van ver gekomen vertelt over deze relatie, en de rol van haar moeder hierin, laat pijnlijk zien hoe dit haar leven heeft beïnvloed:

Al die beelden in mijn hoofd van roepende, schreeuwende, hysterische vrouwen – mijn moeder en mijn zus in een eeuwigdurend gevecht met elkaar, een niet-aflatende poging gelijk te halen, de ander te overtroeven, uit te schakelen, de mond te snoeren. En ik die niet wilde zijn zoals zij; alles, maar dat niet, nooit.

De boze moeder confronteert ze ook met het alomtegenwoordige geloof uit haar jeugd:

Beelden van mijn moeder die ik zou willen vergeten, maar die mijn hoofd blijven spoken. Tekeergaan. Mijn moeder gaat tekeer. […] Haar zwarte haar valt voor haar ogen, haar gezicht is alleen nog een mond waar boos geluid uit komt, soms ook vloeken. Ik verstil, verstijf, probeer me onzichtbaar te maken, wacht sluip weg. En dat alles terwijl de lijdende Christus vanop zijn kruis aan de schouwmantel toekijkt.

De worstelende vrouwfiguur op het schilderij van Spillaert keert haar gezicht naar boven; naar de hemel zo je wilt. Waar Hemmerechts zichzelf vroeger afsloot voor de overweldigende emoties van haar zus en haar moeder en er slechts met gevoelloosheid op kon reageren, heeft haar hervonden geloof haar juist het vermogen tot echt voelen gegeven.
Het verhaal van ‘vervangzus’ Heddy Honigmann dat ook door Van ver gekomen gevlochten is, laat een contrast zien met de beelden van vrouwen die Hemmerechts uit haar jeugd meenam. Ondanks dat Honigmann ook op moest boksen tegen een dominante, tiranniserende ouder – haar vader – heeft zij de vrijheid en eigenheid gevonden om zichzelf te maken en te zijn wie ze wil zijn, net als Hemmerechts dat deed in haar schrijverschap. Haar terugkeer naar het geloof betekent niet dat ze niet kritisch meer is, integendeel. Of er een hemel is, waagt ze te betwijfelen en bij sommige teksten uit het evangelie zet ze haar vraagtekens. Dat is ook het mooie aan dit boek: het beschrijft van binnenuit een individuele zoektocht en verklaring voor een sterk spiritueel gevoel dat een thuis vindt in een vorm van christelijk geloof. Aanvaardend, maar niet kritiek- of humorloos. En dat in een sterke, heldere stijl die een zeer prettige en positieve leeservaring biedt die lang in je hoofd blijft hangen. Je zou er zowaar van gaan geloven.

Martijn Nicolaas

Kristien Hemmerechts – Van ver gekomen. De Geus, Breda. 192 blz. € 20,99.