De zeven van de vader van de tragedie

Van de drie grote treurspeldichters van de Griekse Oudheid is Aischylos de oudste. Zijn invloed op de andere twee, Euripides en Sofokles is onmiskenbaar, reden om Aischylos ‘vader van de tragedie’ te noemen. Van elk van de drie weten we maar weinig en nog minder zeker. Aischylos is vermoedelijk geboren in 525 of 524 v. Chr. en stierf in 456, wat betekent dat zijn leven ongeveer samenvalt met wording en bloeitijd van de Atheense stadsstaat-democratie.
Voor een toneelschrijver waren de Atheense Dionysiën, de vijfdaagse toneelfestivals, het jaarlijkse literaire hoogte- en ijkpunt: met het winnen van de eerste prijs voor een vierluik van drie tragedies, gevolgd door een kluchtspel, vestigde hij voor eeuwig zijn reputatie. Aischylos won zijn eerste prijs pas in 484. Laat, maar er zouden nog twaalf eerste prijzen volgen. Van zijn (vermoedelijk) tachtig titels zijn zeven tragedies min of meer compleet overgeleverd, van de andere resteren in het beste geval slechts fragmenten. Die zeven zijn Perzen, Zeven tegen Thebe, Smekelingen, Agamemnon, Offerplengsters, Eumeniden en Prometheus geketend.

Classicus en vertaler Patrick Lateur vertaalde de zeven, lichtte ze toe en annoteerde ze. Zijn vertaling is, naar eigen zeggen, vooral bedoeld als een leestekst die nauw aansluit bij Aischylos’ verzen. Lateur is in de vierde die Aischylos’s tragedies integraal in het Nederlands heeft vertaald, de eerste was Burgersdijk, wiens vertaling, samen met een vertaling van Sofokles, postuum verscheen in 1903.

De westerse literatuur begint met een big bang die Homerus heet, aldus Ilja Leonard Pfeijffer, die eraan toevoegt dat alles wat er sinds Homerus is verteld, al in zijn epen aanwezig is. Zeggen dat Aischylos de vader van de tragedie is, is op zichzelf terecht, maar ook voor zijn werk geldt dat het schatplichtig is aan Homerus. Thema’s die gerelateerd zijn aan de Ilias, directe en indirecte verwijzingen naar de Ilias en de Odyssee, steeds weer duikt Homerus in Aischylos’ verzen op.

De hedendaagse lezer hoeft niet bang te zijn snel het spoor bijster te raken in deze tragedies. Vermoeid raken door de taal of bezocht worden door verveling zal hij ook niet, want Aischylos’/ Lateurs verzen zijn zeer toegankelijk, er gebeurt genoeg, en de menselijke motieven en tekorten – hoogmoed, lust, jaloezie, wraakgevoelens, angst, ambitie – die tot rampen, moord of doodslag leiden, ze zijn van alle tijden.

Hieronder een paar regels uit proloog van de tragedie, getiteld Agamemnon. Die wordt uitgesproken door de wachter, geposteerd op het dak van het paleis van Agamemnon en Menelaos. Al een jaar lang wacht hij op het vuurteken dat zegt dat Troje is gevallen en de legers na tien jaar oorlog thuiskomen. In vreugdevolle verwachting, maar ook bang, want hij voorziet dat, wat onder het paleisdak waarop hij staat de tien voorgaande jaren is gebeurd, weinig goeds belooft voor de hereniging van Agamemnon en diens vrouw Klytaimnestra.

[….]
Want niet de Slaap houdt me gezelschap, maar de Angst.
Ik kan mijn ogen niet goed sluiten voor een slaap.
Wil ik wat zingen of een deuntje neuriën,
remedie om niet in te dommelen, dan ween ik
en slaak ik zuchten om het onheil van dit huis
dat geen voortreffelijk bestuur kent als destijds.
[….]
In de verte ziet hij vuur
Wees welkom, fakkel!
[….]
Voor Agamemnons echtgenote roep ik uit
met felle stem: sta op uit bed zo snel u kunt
en schreeuw het voor dat fakkellicht in uw paleis
luid triomferend uit, nu Troje inderdaad
veroverd is zoals het stralend vuur ons seint.
Zelf zet ik voor de dans een eerste pas. Het lot
is voor mijn meesters goed gevallen, ook voor mij:
drie zessen vielen met dit vuursignaal. Ik hoop
met deze hand zijn vriendelijke hand te drukken
als hij, die meester is van dit paleis, weer thuiskomt.
De rest? Ik zwijg. Een zware os weegt op mijn tong.
Had het een stem, dan sprak het huis zelf klare taal.
[…]

In één monoloog van in totaal nog geen veertig regels lang, wordt de lezer deelgenoot gemaakt van gevoelens van grote vreugde, van onheilsverwachting en van de angst uit te spreken waarom hij onheil verwacht, die in een en dezelfde geest strijden om voorrang. Ook al weet je al hoe dit afloopt, toch zit je na zo’n proloog op het puntje van je stoel.

Hans van der Heijde

Aischylos = Tragedies. Vertaling, toelichting en annotatie door Patrick Lateur. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam. 478 blz. € 34,99.