Recensie: Ghayath Almadhoun – Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen
Omdat iedereen uiteindelijk doodgaat
De ondertitel van Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen, de nieuwe (dicht?)bundel van Ghayath Almadhoun, licht aanzienlijk meer dan een tipje van de sluier op. ‘Teksten en kanttekeningen’ staat er, binnenin aangevuld met ‘Deze gedichten zijn kanttekeningen bij eerdere teksten uit Weg uit Damascus, verschenen in 2014, en ik hier jij daar, verschenen in 2017.’ Oké, het zijn dus gedichten en, laat ik dat er meteen maar bij aanvullen, het zijn niet alleen ‘kanttekeningen bij eerdere teksten’, maar vooral ook bij onze eigen beperkte kijk op een wereld die wij misschien liever niet willen kennen:
(Kanttekening 1)
Ze zullen onze banen en onze huizen afpakken en onze vrouwen verleiden. Ze zullen het geld inpikken dat we voor de armen hebben gereserveerd en er zullen misdadigers en spionnen onder hen zijn. Hun toestroom zal het land destabiliseren en de samenleving ontwrichten. Ze zien er afschuwelijk uit en ze dragen ziektes met zich mee. Ze hebben andere waarden en normen. Ze hebben een andere cultuur en vreemde gewoonten. Ze zullen nooit integreren.
(Kanttekening 2)
De racistische woorden uit kanttekening 1 komen niet uit de huidige zogenaamde vluchtelingencrisis, waarmee Syrische vluchtelingen worden bedoeld. Ze werden op grote schaal door de westerse media gebruikt om de Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk te beschrijven, die in de periode vóór de Tweede Wereldoorlog voor de nazi’s probeerden te vluchten.
Het is maar even dat wij het weten. Als gedichten ons zo met onze eigen ongeïnformeerde kijk op de werkelijkheid confronteren, dan doen ze iets heel erg goed.
Na deze twee teksten volgt trouwens nog een wat langere ‘Kanttekening 3’ over de Conferentie van Évian van juli 1938, waar 32 landen de opvang van Joodse vluchtelingen bespraken en geen enkel land bereid bleek om meer vluchtelingen op te nemen. ‘Groot-Brittannië verklaarde dat het Verenigd Koninkrijk geen migratieland was’ stelt het gedicht nogal droogjes vast. En dan vermeldt het nog niet eens dat dat land wel bereid was om een beperkt aantal vluchtelingen naar Oost-Afrika te sturen. Aardig weetje voor wie meende dat de huidige omstreden ‘Rwanda-deal’ zomaar uit de lucht kwam vallen.
Almadhoun spaart zijn lezers niet en doet wat een dichter moet doen: schuren, mensen op het verkeerde been zetten, confronteren, ongemak veroorzaken. De twee bovenstaande ‘Kantekeningen’ doen precies dat. En het is deze toon die in de bundel domineert. Soms met schitterende maar meedogenloze confrontaties:
In een rustig restaurant dat uitkijkt over de Middellandse Zee, bestelde ik een gebakken vis. Hij smaakte naar Syriërs.
Maar soms ook met een korte tekst waarop je uren kunt blijven kauwen:
Ik heb twee nieuwtjes, het eerste is slecht en het tweede is slechter.
Het eerste is dat ik van je houd.
Almadhoun werd als Palestijn geboren in een vluchtelingenkamp in Syrië en vluchtte later naar Zweden. Maar een verblijf in het westen is nog geen garantie voor een onbezorgd leven, en biedt al helemaal geen mogelijkheid om de oorlog te vergeten. ‘De oorlog is voorbij. Maar nog steeds vallen de bommen in mijn hoofd’, heet het in een van de gedichten. Overigens is het niet allemaal somberheid die de bundel kleurt. Het zijn juist de kleine lichtpuntjes, relativeringen en omkeringen die de lezer tot een aarzelende glimlach dwingen, maar die tegelijkertijd de zwarte werkelijkheid nog meer accentueren. Bovendien bieden zulke illuminaties inzicht in de manier waarop het ontheemde, gevangengenomen, gemartelde en verbannen mensen lukt om te overleven.
Tijdens de intifada hebben we een klein stukje van Palestina opgepakt en naar de Israëlische soldaten gegooid. Ze renden weg en ik vraag me al sinds mijn kindertijd af waarom ze vluchten als we een stukje beloofd land naar hen gooien.
Dit is een typisch voorbeeld van zo’n omkering. Je kunt je voorstellen dat gevangen Palestijnen elkaar zoiets besmuikt lachend doorvertellen, ook al zijn de woorden niet aan de geschiedenis ontleend, maar aan de scheppingsdrang van een dichter. Een andere is de ‘Kanttekening’ dat het niet een probleem is dat een kwart van de mensheid bij de psychiater loopt. Maar dat het probleem juist is dat driekwart dat niet doet.
Of een bijzonder schone, en zeker de meest relativerende ‘Kanttekening’ uit de hele bundel:
Omdat iedereen uiteindelijk doodgaat, is het sterftepercentage in Zweden even hoog als in Syrië.
Jan de Jong
Ghayath Almadhoun – Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen. Vertaald door Djûke Poppinga. Jurgen Maas, Amsterdam. 46 blz. € 19,90.