Recensie: Margaret Atwood / Douglas Preston – Veertien dagen
Op het dakterras tijdens COVID-19
Veertien Dagen is een roman geschreven door 36 Amerikaanse en Canadese auteurs dat uit korte verhalen bestaat. Het initiatief voor dit (liefdadigheids)project komt van de Authors Guild Foundation of America, die schrijvers uit het continent ondersteunt. Atwood en Preston verzorgden de redactie en leverden beiden ook een bijdrage in de vorm van een verhaal. Tijdens het lezen weet je niet welk verhaal door wie geschreven is, tenzij je de lijst achter in het boek raadpleegt. Daar kom je onder andere de namen tegen van Diana Gabaldon, John Grisham, Ishmael Reed en James Shapiro.
De verhalen worden in de roman door een groep New Yorkers verteld die tijdens de coronapandemie opgesloten zitten in hun flatgebouw. Elke avond komen ze op het dak van hun bouwvallige flat bijeen om op pannen te slaan om zo hun waardering te tonen voor de zorgmedewerkers. In de trant van bekende raamvertellingen vertelt elk van de bewoners een verhaal, waarbij ze een dwarsdoorsnede van de Amerikaanse samenleving vormen, met vertegenwoordigers uit verschillende etnische en sociale achtergronden: Domenicaans, Afro-American, gay/lesbian, Aziatisch, Joods et cetera. De verhalen belichten uiteenlopende thema’s, variërend van bijgeloof en geesten tot geboorte en dood, oorlog en trauma. Ze zijn doordrenkt met verwijzingen naar de hedendaagse bekende en minder bekende Amerikaanse cultuur, van Trump tot Jennifer Lopez, en van Westside Theatre tot Whitney Museum. De groep New Yorkers, met bijnamen als Vinaigrette en de Dame met de Ringen, worden gedurende de vertelling niet uitgewerkt. Zelfs de conciërge niet, die in het raamkader de verbindende factor is.
De herhaling van het ritueel op het dakterras geeft het boek een ritme dat de lezer herinnert aan de pandemische realiteit, met mondkapjes, afstandsregels, sirenes en dagelijkse statistieken. Terwijl de meeste verhalen oppervlakkig blijven, zelfs fragmentarisch genoemd kunnen worden, zijn enkele interessanter. Het verhaal van Dag 7 bijvoorbeeld, een non-fictie stuk over hoe schrijvers in het verleden kampten met pandemieën, Shakespeare bijvoorbeeld toen de theaters in Londen sloten vanwege de pest. Op Dag 12 beschuldigt Ishmael Reed Boccaccio ervan niet woke te zijn, maar juist elitair en anti-homo, anti-vrouw, anti-joods.
Als je aan het boek begint, neem in ieder geval een flinke dosis suspence of disbelieve mee, want er zijn veel toevallige gebeurtenissen, vooral in het raamkader waar de conciërge alle info over de bewoners in de schoot geworpen krijgt. Vlot geschreven boek verder, voor als je achterover wilt leunen en je niet wil hoeven concentreren.
Rosanna Del Negro
Margaret Atwood / Douglas Preston – Veertien dagen. Een literair project van de Authors Guild of America. Vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman. De Arbeiderspers, Amsterdam Antwerpen. € 17,50.
Het is: “Suspension of disbelief”.
Klok, klepel: “a willing suspension of disbelief” (S.T. Coleridge) is het. Sowieso had deze recensie wel wat redactiewerk kunnen gebruiken (“je niet wil hoeven concentreren”).