‘Ik was blij met de keuze voor Joost Klein, eindelijk weer eens iets geks, en ik gun hem en zijn team zo’n groot mogelijk podium.’ schrijft Joost Oomen in zijn column voor het Dagblad van het Noorden. Toch was hij al voor de uitsluiting van Joost Klein van plan om niet te kijken.

Want waarom wordt een bombarderend Israël niet geweerd en een bombarderend Rusland wel? De EBU, de organisatie die het Songfestival organiseert, haalde hier het gelegenheidsargument voor van stal dat het Songfestival niet een muziekcompetitie, maar een competitie tussen verschillende publieke omroepen is. En dat de publieke omroep van Rusland niet los kan worden gezien van de Russische regering en die van Israël wel van de Israëlische regering. Dit argument is lariekoek. Want als dit doorslaggevend zou zijn, zou Polen de afgelopen jaren, met de PiS aan de macht die slechts regeringsgezinde journalisten bij de publieke omroep toeliet, allang geweerd moeten wezen. En bij de Israëlische publieke omroep kun je je afvragen hoe vrij zij opereren, wanneer zij dat in een bestel doen waar de enige oorlogkritische zender, Al Jazeera, te maken krijgt met verboden en politie-invallen.

Lees de hele column hier.