In Trouw verscheen zaterdag een recensie van Femke Essink over Ik ben vrij, de tweede autobiografische roman van Lale Gül. Niet een positieve recensie:

In haar nieuwe boek heeft Gül het eigenaardige randje dat Ik ga leven oorspronkelijk en grappig maakte van haar stijl afgeslepen. Wat overblijft, is recalcitrant en ijdel puberproza.

Haar gehele column voor Het Parool wijdt Gül aan de recensie die voor haar ’totaal onbegrijpelijk’ is.

Weet u, ik had het totaal niet erg gevonden als Essink vond dat ik niet kon schrijven. Of als mijn personages niet overtuigen. Of zoiets. Over smaak valt immers niet te twisten en ik ben volwassen genoeg om een negatieve recensie te kunnen incasseren.

Gül probeert de hele recensie te framen als een ideologische aanval. Lale Gül vat die kritiek aldus samen:

Ze schrijft dat mijn geluid in het publieke debat pas serieus genomen kan worden als ik ben ‘uitgeraasd’. ‘De lezer snakt naar een genuanceerd geluid over de islam.’

Wie de recensie van Essink leest, ziet dat de opmerking komt na een geciteerde scheldkanonnade uit Ik ben vrij, waarin de organisator van een literair festival wordt weggezet. Essink schrijft dan:

Je kunt er grootmoedig Voltaire bij halen om je scheldkanonnades te legitimeren, maar dat betekent niet dat de lezer halverwege Ik ben vrij niet snakt naar een genuanceerd geluid over islam en samen­leving. Of over alles, eigenlijk.

Gül:

En ik vraag me tegelijk af: zou er ook maar één iemand zijn geweest die dit zou hebben gezegd over het boek Knielen op een bed violen van Jan Siebelink? Of Dorsvloer vol confetti van Franca Treur? Of over de boeken van Maarten ’t Hart? Reve? Over Wolkers? Over Marieke Lucas Rijneveld? Over Unorthodox van Deborah Feldman?

Maar Essink zegt in principe precies hetzelfde, want ze schrijft letterlijk in Trouw:

Zoals Jan Wolkers, Maarten ’t Hart en Franca Treur rolmodellen waren voor lezers die zich losmaakten van het gereformeerde geloof, zo hebben jonge moslimvrouwen die door vaders, broers en culturele normen worden beknot dankzij Gül nu ook een lichtend voorbeeld. In dat opzicht is ze een heldin en verdient haar persoonlijke strijd alle steun.

Lees de recensie van Femke Essink hier en de column van Lale Gül hier.