Kroniek van een aangekondigde winst

Sommige schrijvers kondigen zich aan met een knal, anderen verschijnen langzaam aan de horizon. De (Oost-)Duiste Jenny Erpenbeck had al een mooi rijtje prijzen en vertalingen op haar naam staan, maar pas met het uitkomen van haar laatste roman Kairos. begon haar naam ook echt rond te zingen. Zozeer zelfs dat iedereen, van bookmakers tot booktokers tot de jury, het er eigenlijk wel over eens was dat eigenlijk maar één boek gisteravond met de International Booker Prize naar huis kon gaan, Jente Posthuma ten spijt.

Dat nu net dit boek, in een post MeToo-cultuur die geobsedeerd lijkt met intieme relaties en  hun complexe interne machtsverhoudingen, Erpenbeck bij het grote publiek lanceert, is misschien niet geheel verwonderlijk. Wel opvallend is dat haar roman zich daarbij juist niet in een eigentijdse context afspeelt. Tegen de achtergrond van een uiteenvallende DDR ontmoeten we Katharina en Hans, ergens aan een bushalte in Oost-Berlijn. Zij negentien, hij ergens in de vijftig. Zij nog niet eens student, hij gevierd schrijver. Zij papt net een beetje aan met het andere geslacht, hij allang en breed getrouwd. Tussen de twee ontstaat een spetterende, maar ook, zoals voor de lezer eigenlijk al meteen duidelijk is, gedoemde liefdesverhouding.

Daarbij is Kairos. eerst en vooral een schaakspel in perspectieven. In haar stijl schakelt Erpenbeck subtiel, soms in een zin, van perspectief tussen Hans en Katharina. Wat dit schaakspel des te interessanter maakt, is Erpenbecks chronische weigering om de gedachten en gevoelens van haar personages te psychologiseren. Nergens kom je er achter wat hen nu precies zo aantrekt in de ander. Hun liefde ís gewoon. Geen reden, behalve dat Kairos, god van voorzienigheid en het juiste moment, deze twee zielen toevalligerwijs bij elkaar heeft gebracht. Dit geeft de romance ook iets noodlottigs van een Griekse tragedie en net als in zo’n tragedie probeert Erpenbeck ook een zekere amorele houding tegenover personages te bewaren. Hoe akelig en luguber die ook mogen worden, het oordeel laat ze aan de goden, of moderner gezegd: de lezer.

Ondertussen spiegelt het verval van deze relatie zich aan het verval van de DDR. Met een compositorische genialiteit waar Beethoven nog een puntje aan kan zuigen, verweeft Erpenbeck haar uptempo liefdesverhaal soepel en speels met tragere essayistische passages over de Duitse identiteit en geschiedenis. De hele Duitse canon trekt voorbij in een poging iets van de chaos van de twintigste eeuw te bakken. Dat Hans, die zich doorheen de relatie steeds tirannieker en controlerender tegenover Katharina begint te gedragen, in die geschiedenis ook iets van een vinger in de pap heeft, kan haast niet anders, als je naar zijn geboortejaar kijkt.

Zou je het verhaal van Katharina en Hans ook kunnen lezen als een metafoor voor de Duitse hereniging? Vast. In dit boek kan er veel. Wie de Duitse geschiedenis na de val van muur een beetje kent, of de laatste hoofdstukken van Kairos. er op naslaat, weet hoe eenzijdig die hereniging eigenlijk was. De voorzienigheid bracht Duitsland weer bij elkaar, maar toen dat eenmaal gebeurd was walste het grotere, sterkere, kapitaalkrachtigere West-Duitsland zo over het Oosten heen en verwees daarmee een heel land, een hele cultuur naar de schroothopen van de geschiedenis. Erpenbeck schreef een prachtig en ontroerend requiem voor een land dat niet langer bestaat, waarin ze alle vreugde en alle pijn die het in zich borg weet samen te ballen tot een menselijke tragedie, een geschiedkundig traktaat en een literaire allegorie ineen. Een uitzinnige prestatie, die dan ook niet anders dan bekroond kon worden.

Jonathan van der Horst

Jenny Erpenbeck – Kairos. Uit het Duits vertaald door Elly Schippers. De Geus, Amsterdam. 352 blz. € 24,99.