Recensie: L.H. Wiener – De verering van Quirina T.
De onderstaande recensie komt uit 2006.
Hartstocht en wanhoop
De foto op de voorkant van deze rijke roman slaat niet alleen op de passie voor zeilen van hoofdpersoon Victor van Gigh, maar ook op de verandering die schrijver L.H. Wiener vanaf zijn roman Nestor (2002) in zijn werk doorvoerde. Het roer moest om. Sinds 1967 schreef hij zwartgallige, zelfkwellende, soms geestige en vooral briljante verhalen die wel in een kleine kring liefhebbers, waartoe ik mezelf graag reken, werden gewaardeerd, maar niet tot een groter publiek doordrongen. Dit heeft hem dwars gezeten, denk ik. In Nestor slaagde hij erin zijn thematiek voor het eerst in een gedurfde romanvorm onder te brengen. In de nieuwe roman De verering van Quirina T. gooit hij er nog een schepje bovenop en gaat hij onverdroten verder op de ingeslagen weg.
Ook nu weer werkt hij met sterk biografisch getinte gegevens. Zijn hoofdpersoon is net als hij zelf, schrijver en leraar Engels op een school in Haarlem. We krijgen een indringend kijkje in zijn gevoelswereld en zijn leven. Maar je moet met dit soort overeenkomsten tussen schrijver en personage natuurlijk geweldig uitkijken: schrijvers houden ervan ons wijs te maken dat het allemaal ‘echt gebeurd’ is, terwijl ze meestal alles uit een dikke duim zuigen. Je wilt nu eenmaal als schrijver lezers zo lang mogelijk bij de les houden en daarbij is vrijwel alles toegestaan. Zeker ook om zo geloofwaardig en echt mogelijk over je eigen leven te liegen.
De kern van deze roman is wraak. Victor van Gigh reist naar Zandvoort om eindelijk de waarheid te zeggen tegen Catharina van Nyenbeek, nu ruim tachtig jaar oud, waar hij als jongen hartstochtelijk verliefd op was. Op geilde kun je beter zeggen. Wiener pikt de draad op van zijn prachtige verhaal ‘Jachttafereel’ uit de bundel Duivels jagen (1968). Wat daarbinnen al obsessioneel en tegelijkertijd bedreigend was, werkt hij nu ingenieus en overtuigend verder uit. Bij Van Gigh spoken allerlei moordplannen door het hoofd, maar als hij de confrontatie met de oude vrouw aangaat, loopt het toch allemaal weer anders.
In de roman duiken alle thema’s op die in de korte verhalen en in Nestor al voorkwamen: Zandvoort, vogels, het leraarschap, vergeefse hartstochten, leven aan de zelfkant, ouders, andere familie, een broer en zelfhaat. Hiermee blijkt de schrijver opnieuw meer dan voortreffelijk uit de voeten te kunnen.
Je krijgt steeds sterker het gevoel dat je meegenomen wordt naar een nieuwe, soms kwaadaardige en zwartgallige, maar evengoed ook tedere en wanhopige wereld. Waar zelfkwelling bijna normaal is, waarom je kunt lachen en huiveren en waarbinnen de prachtigste zinnen er als toevallig bij staan. ‘Haar gebeente voelde aan als dat van een zieke reiger.’ ‘Mijn ziel zit in de vogels, in de uilen, in de haviken, in de buizerds en in de valken bovenal.’ De metaforiek van vogels, bij Wiener zijn dat boodschappers van het goddelijke en het zuivere, zit dwars door het hele boek en vormt een weergaloos tegenwicht met de bittere en soms woedende en wanhopige observaties.
Maar ook Zandvoort krijgt in deze roman een eigen mythische plek, waardoor dit dorp ineens ver uit begint te stijgen boven het lullige badplaatsje voor nieuwe rijken en bekende Nederlanders, wat het in mijn ogen altijd was. Ik weet zeker dat ik er binnenkort een bezoek aan ga brengen, met dit boek als reisgids. Wiener blijft zijn werk en zijn thematiek terecht trouw. Hij herneemt het in dit hartstochtelijke boek, zet het in een nieuw kader, laat er vervolgens een ander licht over schijnen en creëert aldus een eigen, meeslepende wereld waar ik nog lang geen genoeg van heb.
Kees ’t Hart
L.H. Wiener – De verering van Quirina T. Contact, Amsterdam. 318 blz.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 31 maart 2006.