Recensie: Mathijs Deen – De redder
Een vermiste kapitein
Op dit boek heb ik echt gewacht. Sinds ik de vorige twee Waddenthrillers van Mathijs Deen heb besproken (zie hier en hier) kijk ik uit naar het sluitstuk van zijn trilogie: De redder. Het Duitse publiek kon al eerder van het boek genieten, daar kwam het enkele maanden vroeger uit (met een veel mooiere omslag dan de Nederlandse editie). Deen is met zijn thrillers over de op Texel geboren Duitse politie-inspecteur Liewe Cupido in Duitsland inmiddels een gevierd auteur, hij reist daar stad en land af om zijn krimi’s te promoten en zijn politieverhalen worden tot een televisieserie bewerkt.
De redder begint met de vondst van overblijfselen van een man aan de kust van Northumberland, Engeland. Een vader speelt met zijn kinderen op de rotskust en vindt in een grot een verminkt skelet, dat is omhuld door een zwemvest. Op het vest is nog vaag de tekst POLLUX te lezen, de naam van, zo blijkt na onderzoek, een zeesleepboot die meer dan twintig jaar eerder ten noorden van Rottumerplaat in zwaar weer is vergaan. Reddingswerkers van zowel Ameland als van het Duitse Waddeneiland Norderney schoten te hulp. Alle bemanningsleden behalve de kapitein konden veilig aan wal worden gebracht.
De politiediensten in zowel Nederland als Duitsland onderzoeken de zaak en stuiten op een merkwaardig gebrek aan medewerking. De Nederlandse redders spreken elkaar tegen, de Duitse mannen huldigen zich in een hardnekkig stilzwijgen over wat er die fatale nacht nu precies is gebeurd. De weduwe en dochter van de verongelukte kapitein willen slechts met tegenzin meewerken aan het onderzoek. Politie-inspecteur Liewe Cupido houdt zich aanvankelijk afzijdig van de zaak, hij laat het onderzoek over aan een hem opgedrongen assistent, Xander Rimbach, een man die nieuw is in het politievak. De einzelgänger Cupido, altijd vergezeld door zijn hond, trekt zoals gebruikelijk zijn eigen plan. Hij is op Texel, waar hij probeert de ware toedracht te achterhalen van het ongeluk op de TX 13, waarbij zijn vader overboord sloeg en nooit meer is teruggevonden. Hij was toen zestien jaar en blijft zijn leven lang gekweld door angst en verdriet over deze fatale gebeurtenis uit zijn jeugd. Het verleden jaagt hem op en verstoort zijn nachtrust. Hij wil oud-vissers van de TX 13 spreken om de ware toedracht van het ongeluk van zijn vader alsnog te ontrafelen, maar stuit ook op Texel op een muur van stilzwijgen. Als zijn assistent Rimbach bij zijn onderzoek op Norderney na een lunch met de plaatselijke pastoor blijkt te zijn vergiftigd, raakt Cupido alsnog nauw bij de zaak betrokken.
Het verhaal ontwikkelt zich op de bekende manier. Aan de hand van korte, chronologisch geordende scènes wordt de lezer met steeds meer raadsels geconfronteerd totdat het door slim speurwerk van Cupido en Rimbach langzaam maar zeker steeds duidelijker wordt wat de reden is van de zwijgzaamheid van de zeelui en wie uiteindelijk het meest te verbergen heeft. Mathijs Deen heeft zijn roman kunstig gereconstrueerd en geeft, als een goed thrillerauteur betaamt, telkens net genoeg informatie weg om de lezer tot verder lezen aan te zetten.
Het decor is wederom het Nederlands-Duits Waddengebied, dit uitgestrekte waterland, dat met veel liefde en oog voor detail wordt beschreven:
Opeens wordt het ruisen van de zee sterker, zinkt de duisternis weg en ontvouwt zich een nachtelijk panorama. Pal west gaat op de verre punt van Terschelling het vuurtorenlicht van de Brandaris rond en iets links daarvan, zwakker en gelijkmatiger, het witte vuurtorenlicht van het Vuurboetsduin van Vlieland. Verder naar het zuidwesten, van elkaar gescheiden door brede gaten van duisternis, vlammen de lichtbundels van de vuurtorens van Texel en veel zwakker die van Den Helder. Het komt Geeske voor alsof de toren van Ameland een boodschap uitzendt, die zich op de respectievelijke eilanden als lichtsignaal voortplant door de nacht, alsmaar verder van haar vandaan.
De vele kleurrijke personages, waarvan er in dit boek wel heel veel het podium betreden, zet Deen met enkele rake typeringen neer. Sommige herken je uit de vorige thrillers, anderen maken voor het eerst hun opwachting, zoals de sympathieke, wat onhandige Xander Rimbach. Deen schrijft krachtige dialogen, hij is vooral sterk in het weergeven van moeizame en haperende gesprekken tussen mannen die er liever het zwijgen toe doen.
Het is jammer dat de Liewe Cupido’s persoonlijke crisis – zijn schuldgevoel over de dood van zijn vader – niet het sterkste deel is van het boek. Waar Deen altijd zo goed broeierige suggestie en onderhuidse spanning weet op te roepen, wordt het verhaal hier wat vlak en sentimenteel. Het is een kleine kanttekening bij een overigens heerlijk boek. Vertier van hoog niveau.
Is De redder de afsluiting van Deens trilogie Waddenthrillers? Het slot van het boek suggereert dat er best meer kunnen volgen, het verhaal over inspecteur Liewe Cupido is nog niet af. Hoewel ik enorm van zijn thrillers heb genoten, hoop ik toch dat Deen het hierbij laat. Hij is een te goede schrijver om zich in het genre van de Kriminalroman te laten opsluiten.
Aart Aarsbergen
Mathijs Deen – De redder, Een Waddenthriller. Alfabet Uitgevers, Amsterdam. 378 blz. € 22,99.