Recensie: Stein Riverton – De ijzeren wagen
Moeder van de Noorse misdaad
Stein Riverton, pseudoniem van Kristoffer Elvestad Svendsen (1884-1934) schreef in dertig jaar tijd 98 misdaadromans. Uit het nawoord van Mark Cloostermans blijkt dat Riverton de grondlegger is van de Noorse misdaadroman en dat De ijzeren wagen uit 1909 het hoogtepunt van zijn oeuvre is. Dankzij de vertaling van Liesbeth Huijer en Perpetua Uiterwaal kan nu ook de Nederlandse lezer genieten van dit Noorse misdaadverhaal.
De ingrediënten van een klassieke detective zijn aanwezig: een moord, een onduidelijk motief, een aantal verdachten en natuurlijk een detective. In dit verhaal is dat niet iemand van de politie, maar iemand die op eigen houtje opereert. Asbjørn Krag wordt door een van de hotelgasten gevraagd vanuit Kristiana (het huidige Oslo) naar het zomerhotel aan te kust te komen om een vreemde moordzaak op te lossen. De plaatselijke politiecommissaris is daar maar wat blij mee, hij heeft op dat gebied weinig ervaring.
Een houtvester, ook een van de gasten uit het hotel, is midden in de nacht langs een pad op het open veld met een klap op zijn hoofd om het leven gebracht. De ik-verteller, door wiens ogen we het hele verhaal volgen, had de houtvester die avond nog gezien bij een boerderij een eindje verder. In de boerderij gebeuren vreemde dingen die verband lijken te houden met de oude boer die vier jaar geleden verdronken is. Zijn zoon en dochter zijn nu de baas op de boerderij, maar lijken een groot geheim te hebben. De ik-verteller wordt door de detective op sleeptouw genomen, Asbjørn Krag stelt diens intelligente gezelschap op prijs. De verteller hobbelt achter Krag aan zoals Watson achter Holmes, en op het moment dat de verteller iets lijkt te snappen, is Krag alweer een paar stappen verder. In het begin zijn er genoeg verdachten: een paar gasten uit het hotel, een visser die op de nacht van de moord ook buiten rondzwierf, de boer waar de houtvester vlak voor zijn dood nog op bezoek was.
Wat opvalt zijn de vele natuurbeschrijvingen, waar ook moderne Scandinavische misdaadverhalen niet zonder kunnen. Het ruige en eenzame landschap voedt de onverklaarbare gebeurtenissen en het unheimische gevoel dat met dergelijke verhalen samengaat. In De ijzeren wagen is het overdag heet en ligt iedereen op het gazon voor het hotel, de wereld lijkt dan zonder gevaar en de oplossing van het mysterie zou eenvoudig op te lossen moeten zijn. Maar als de avond inzet en de schemering alles omfloerst maakt en de stilte langs kust ruimte geeft aan allerlei onverklaarbare geluiden (het geblaf van een dode hond, het ratelen van een onvindbare ijzeren wagen), wordt het angstaanjagender.
(…) het is alsof de stilte zelf in je oor ruist, zoemt, drenst en aanwakkert tot een zware, verre storm die iets groots en geheimzinnigs doet vermoeden dat buiten elke menselijke waarneming ligt.
De verteller wil meer rust en trekt zich terug in een huisje bij het strand, maar soms wordt de eenzaamheid hem daar te veel, vooral door een aantal vreemde voorvallen, zoals de lamp die op zijn tafel brandt als hij thuiskomt of het gezicht dat hij midden in de nacht voor het raam ziet.
Vooral de avonden en donkere, maar korte nachten – rond vier uur wordt het al licht en beginnen de vissers in de haven uit te varen – zijn voor detective de momenten om na te denken en rond te speuren, het liefst met de ik-persoon aan zijn zijde. Als een impressionist schildert de auteur het landschap waar Krag en de verteller in ronddwalen op zoek naar de oplossing.
De bootjes lagen losjes aangemeerd, ze dobberden tegen elkaar als kurken in een plas water, verder op zee lag een open jol tot de rand gevuld met duisternis. Want het donker was niet krachtig genoeg om alles te bedekken, het concentreerde zich in barsten en scheuren, in hoeken, onder pieren en het maakte zich van de bossen meester, maar op de bergen met hun overhangende lichte uitstulpingen kreeg het geen vat en evenmin op de gladde ronde scheren aan de rand van de zee, waar een kleine loodgrijze strook water te zien was.
De verteller krijgt uiteindelijk geen hoogte van de ideeën en oplossingen van Krag, daardoor wordt de spanning meer en meer opgebouwd. De ontknoping wordt langzaam ingezet en is uiteindelijk niet heel verrassend, maar wel knap in elkaar gezet. En het kan bijna niet anders dan dat de detective op een verlaten plek in de nacht tot de oplossing komt.
De ijzeren wagen is een deel uit de Crime Classics van Uitgeverij Houtekiet met ‘beroemde en minder bekende boeken uit de rijke geschiedenis van de misdaadliteratuur’.
Arjen van Meijgaard
Stein Riverton – De ijzeren wagen. Vertaald uit het Noors door Liesbeth Huijer en Perpetua Uiterwaal. Houtekiet, Antwerpen. 192 blz. € 21,99.