Neutrale woorden kunnen iets viezigs betekenen. Woorden kunnen ook naar hun aard vies zijn. Dan zijn ze in zichzelf even vies als het object waarnaar ze verwijzen. Denk aan woorden als gehaktstaaf, vleesboom, boerderette, bloedworst, zuignap, mondkaas, mondkapje, huidhonger, lul, saus, vetschort, gezinsman, papadag, levenspartner, korst, tenenkaas, kopkaas, vleeszalf, zalf, klontje, ‘mijn betere helft’, ontslakken, krentenbaard, mensenmassa. Ik zou die woorden om hygiënische redenen kunnen vermijden. Dat doe ik niet. Het zijn grote, warme, natte, lekke ballen in mijn buik.