Recensie: Jan van Mersbergen – Berichten uit het washok
Bonte was, lang programma
Er zijn veel boeken over schrijven. De Schrijfbibliotheek van uitgeverij Atlas Contact is de bekendste in het Nederlands, denk ik. Bij schrijfonderwijs (en kunstonderwijs in het algemeen) zijn er ruwweg twee methoden: aan de hand van theorie voorschrijven hoe het moet, of iemand alleen helpen zijn eigen manier te vinden en daarbij techniekbewust maken. In mijn ogen is de eerste manier voor hobbyisten; daarmee krijg je snel positieve ervaringen want het lukt meestal wel om een voorbeeld na te volgen. Daarmee kweek je klonen en geen nieuwe stemmen. De andere manier is moeilijker: door feedback te geven op trial and error wordt langzaam duidelijk waar iemands talenten liggen en wat iemand te zeggen heeft. Dat vergt doorzettingsvermogen en tijd maar daardoor kom je wel tot originaliteit. Er is ook niet één juiste manier, er is alleen de manier die bij jou past. De vraag die daarna rijst is: bij welke lezers past die manier?
Jan van Mersbergen geeft al lang schrijfworkshops en feedback op teksten. Hij focust daarbij op hoe een tekst overkomt op lezers. Dat is namelijk niet voorspelbaar: het is persoonlijk. In de workshops kan een cursist door middel van alle verschillende reacties van mede-cursisten ontdekken welke keuzes in het schrijfproces welke reacties oproepen. In de corona-periode moest dat online plaatsvinden en Van Mersbergen bouwde daartoe zijn washok om tot webcamstudio. Die sessies heeft hij uitgeschreven in het boek Berichten uit het washok. Die titel geeft al aan dat Van Mersbergen niet verheven doet over zijn coaching: schrijven is een ambacht, geen goddelijke inspiratie.
Aan de hand van opdrachten laat hij zijn cursisten hun mogelijkheden ontdekken. De setting en het perspectief zijn deel van de opdracht. Bijvoorbeeld: iemand loopt op een dijk. Waar gaat hij heen, waar komt hij vandaan, wat denkt hij, wie komt hij tegen? Later moet de scène herschreven worden vanuit een ander perspectief (iemand ziet de persoon op de dijk lopen). In het herschrijven ligt het ambacht en de bewustwording van technische zaken.
Een ander belangrijk aspect is de volgorde: moet je eerst een situatie duiden en dan die beschrijven, of andersom? Dus eerst ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze’(Tolstoi) en daarna een ongelukkig gezin beschrijven, of eerst dat gezin en dan de wijsheid? Ik kom nu met een inmiddels overbekende zin maar Van Mersbergen haalt steeds sterke en frisse voorbeelden uit zijn boekenkast, vaak Amerikaans. Ook uit zijn eigen schrijfpraktijk en zijn eigen observaties haalt hij voorbeelden, zoals een optreden van Claire-Louise Bennett, die steeds over haar been wreef. Of ze zich daarvan bewust was, vroeg hij haar. ‘Jawel, ik ben zo.’ Veelbetekenende details leren zien: ‘schrijven is kijken’.
Van Mersbergen is zich bewust van die twee soorten docenten. Hij beschrijft dat mooi aan de hand van ijzerhandel De Haan, bij hem in de buurt, waar klanten op kleinerende toon te horen krijgen ‘zo moet je dat niet doen’. In het vak stellen veel mensen zich zo op. Oordelend, betweterig. ‘Nabokov zou dat nooit zo opschrijven.’ Alsof zij ingewijd zijn. Van Mersbergen ziet het anders, die zit in zijn washok en kijkt samen met zijn leerlingen naar de interactie tussen schrijver en lezer, een spel tussen mensen, dat steeds weer anders uitpakt. Niet goed of fout, maar eigen.
De nuance van deze tweedeling tussen de alwetenden en de dommertjes, tussen de ijzerhandelaren en de beunhazen, tussen de mensen die hun was laten doen en zij die zelf ploeteren is dat niet iedereen een schrijver van betekenis kan zijn. De oordeelloze opstelling van Van Mersbergen zou werkelijk talentloze mensen kunnen stimuleren om maar te blijven aanklooien. In een groepsles ga je niet en plein public iemand vragen of hij iets te zeggen heeft aan de wereld. Maar misschien gaat het daar niet om, in het washok: schrijfplezier is waar Van Mersbergen naar zoekt, en wat hij ook kan brengen, door nieuwe inzichten aan te reiken, andere mogelijkheden, onverwachte genres (wat gebeurt er als je dit verhaal herschrijft als sprookje?), dingen leren weglaten.
Al met al is het een aanstekelijk boek, je krijgt zin om meteen je aan te melden voor de nieuwe schrijfcursus. Ik mis de reacties van de medecursisten op de verhalen, want dat is de rijkdom van zulke sessies, iedereen ziet iets anders, heeft een andere voorkeur en andere leeservaring. Maar wellicht zijn die reacties bewust weggelaten: zo is dit boek de ideale reclame voor de schrijfcursus in het washok. Bonte was, lang programma.
Hanz Mirck
Jan van Mersbergen – Berichten uit het washok. Uitgeverij Cossee, Amsterdam. 142 blz. € 17,99.