Eerst de macht, nu nog de eendracht

De Europese parlementsverkiezingen zijn achter de rug en het Brusselse banencarrousel draait deze weken op volle toeren. Sinds Rutte en zijn legendarische Chopinbiografie weten we dat de regeringsleiders leesvoer mogen meenemen naar een Europese top. Mocht een van hen dit keer een signaal van belangstelling in plaats van verveling willen afgeven, dan kan dat met Grootmacht Europa. Daarin schetst de Belgische hoogleraar Marc De Vos, zelfverklaard believer, de transformatie die de EU de afgelopen jaren heeft ondergaan. Het is deels analyse, deels pamflet, de doelgroep is mensen die zowel van gechargeerde aforismen als beleidsproza houden, politici dus. De gewone burger krijgt er een boeiend inkijkje mee over de richting van het denken in Brussel. De meer dan 20% die begin juni op eurosceptische partijen stemden, zijn echter gewaarschuwd: blij wordt u er niet van.

De eerste stap van De Vos’ argumentatie is een mooie paradox. De EU werd opgericht toen we nog geloofden in de globalisering. Uiteindelijk zouden grenzen overal plaatsmaken voor een wereldorde van vrijheid en vrijhandel, de EU was daar slechts de voorhoede van. Inmiddels blijken de heren Poetin, Xi en Trump een heel ander idee te hebben van die wereldorde, en van de weeromstuit trekt ook de Europeaan zich achter de dijken terug. En de vraag is dan wel omgedraaid, het antwoord blijft hetzelfde: nu hebben we de EU juist nodig om ons af te schermen van de buitenwereld.

Vervolgens schetst de hoogleraar drie ontwikkelingen: de EU gaat van Europese gemeenschap naar Euraziatische coalitie, van waardenunie naar machtsunie en van marktproject naar staatsproject. Al deze bewegingen gaan dezelfde richting in: die naar een federale grootmacht. In een wereld waarin economie een voortzetting is van de oorlog met andere middelen, heeft de Europese Commissie een hoofdrol.

Hier zijn kanttekeningen bij te plaatsen. De Vos heeft gelijk dat de invloed van de EU op veel terreinen groeit zonder dat de burger daar veel over hoort. Omgekeerd gaat niet achter elk met veel bombarie aangekondigd Europees besluit een echte verandering schuil. De beschrijving van enkele recente initiatieven om Europa een grootmacht te maken is veelzeggend:

Het Defensiefonds wil via onderzoek en ontwikkeling bijdragen tot Europese samenwerking en coördinatie op het vlak van defensie en veiligheid. De Vredesfaciliteit wil buiten Europa bijdragen aan conflictpreventie, vrede en veiligheid. Beide fondsen blijven relatief beperkt in hun financiële slagkracht: zowat 8 miljard euro elk tot 2027.

Ik zie Xi’s knieën nog niet knikken.

Het is zowel leuk als lastig dat feiten, duiding en oordeel elkaar geregeld kruisen in Grootmacht Europa. De auteur laat zich soms expliciet, soms indirecter uit over de wenselijkheid van de trends die hij constateert. Een Europese defensie juicht hij toe, over harde controles aan de buitengrenzen schrijft hij: ‘macht is vies en doet soms pijn om naar te kijken.’ Hij waarschuwt voor de toenemende overheidsinmenging in de economie. Omdat het ambtenarenapparaat van de Commissie te klein is om hier zelf centrale sturing aan te geven, betekent het in de praktijk het gedogen van staatssteun door de lidstaten. ‘Tussen Europese geopolitiek, nationaal protectionisme en industrieel favoritisme zijn de grenzen heel troebel.’ Kleine, liberale economieën als België en Nederland leggen het daarin af tegen het ‘op subsidies beluste Frankrijk’.

Maar dat alles is niet het punt. Het gaat De Vos erom dat de rol van de EU nu eenmaal is veranderd. Passen we de instituties daar niet op aan, dan raakt Europa in een onmogelijke spagaat. Een sterke Unie vraagt zowel om uitbreiding naar het oosten als verdieping van bevoegdheden. Zonder hervorming leidt dat tot onbestuurbaarheid en/of een legitimiteitscrisis. Kern van De Vos’ oplossing: een meer democratische unie met verschillende lagen, waarbij sommige landen verder integreren dan andere. Helaas weidt hij weinig uit over hoe hij dat precies voor zich ziet. Eerder stelde hij terecht dat diplomatie, defensie, economie en verduurzaming steeds meer verweven zijn. Hoe kan de Unie dan daadkrachtig en consistent optreden wanneer niet alle lidstaten op elk vlak meedoen? Hoe kunnen Europese leiders helder verantwoording afleggen over hun beleid als hun verantwoordelijkheden geografisch diffuus zijn?

Het wat open einde doet niet af aan de scherpzinnigheid en de overtuigingskracht van de probleemanalyse daarvoor. De Vos confronteert zowel eurofoob als -fiel met ongemakkelijke waarheden. Niet altijd op de meest toegankelijke manier, zeker waar hij woordelijk Commissiejargon lijkt over te nemen. Maar goed, zolang de gehoopte democratisering van de EU op zich laat wachten, weet de hoogleraar dat hij beter bestuurders kan aanspreken dan kiezers. Gezien de ronkende aanbevelingen van twee Belgische premiers is dat gelukt.

Tobias Wijvekate

Marc De Vos – Grootmacht Europa – de omwenteling van de Europese Unie. Ertsberg. 160 blz. € 17,50.