Welcome to the Blue Zone

Wie wil er niet in een blue zone leven, een plek waar de mensen gezond en gelukkig oud worden? Je vindt een blue zone op Sardinië, Ikaria, of iets verder weg, Okinawa. Allemaal eilanden. Eilanden hebben, althans voor mij opgegroeid met The Blue Lagoon en Sun of Jamaica, een streepje voor op andere plekken door de paradijselijke bijklank van zonneschijn en dolce far niente.

Misschien is het u nog niet opgevallen, maar ook in Nederland is een Blue Zone-beweging op gang gekomen, niet om en masse te vertrekken naar de bovengenoemde eilanden, maar om een gezonde leefomgeving in Nederland te creëren. Daar hoort ook een festival bij, zoals laatst in Zwolle. Een vol programma met keynotes, inspiratiesessies en gezonde hapjes. Ik had mijn zinnen gezet op een workshop van Joke Hermsen: Waar zijn we thuis?

Wie haar boek Onder een andere hemel had gelezen, vond vooral herkenning in haar betoog. Dat was niet erg, Hermsen weet met haar zoekende manier van vertellen te boeien. We zijn paradoxale wezens, zei ze. We zijn huismussen en zwervers. We verlangen naar thuis en naar elders. Heimwee en vertepijn.

Er zijn jaren geweest dat het mijn ultieme droom was om ergens schipbreuk te lijden en op een onbewoond eiland aan te spoelen, samen met de blonde Christopher Atkins uit The Blue Lagoon.
Of een lookalike.
Maar dan? Hand in hand langs de branding lopen, daar kon ik met mijn fantasie wel bij. Dieren vangen en vervolgens ook nog de hals afsnijden lukte me minder.
Op zo’n eiland was natuurlijk geen boek te bekennen, ook geen lekker vooruitzicht.
Fijner was toch wel dat hij, Christopher dus, gewoon een keer bij ons aanbelde, gekleed in die lendendoek van hem. Het liefst op een moment dat er, behalve ik, niemand thuis was.

Tegen het einde van de workshop drong de hedendaagse politieke situatie door in haar verhaal en werd Hermsen strijdbaar. Laat links onderling niet meer zo kissebissen over kleine zaken en een front gaan vormen tegen wat ons te wachten staat.
Ik vat haar nu even in eigen woorden samen.
Zo’n gezamenlijk front zou die ene linkse hobby ook niet misstaan, dacht ik tegelijkertijd. De Nederlandse literatuur. Hoe krijg je die uit de marge van de samenleving? Zou het helpen wanneer schrijvers elkaars boeken kritiekloos omhoog zouden houden en iedereen tot lezen manen?
Zou het tonen van loyaliteit helpen?
Eerder honoreren dan affakkelen.
Eerder erkenning geven dan een plekje onder de literaire hemel misgunnen?
Of helpt juist het tegenovergestelde: strijd, venijn, juice?
En als je gezamenlijk ten strijde trekt, tegen wie dan? Was tegelijkertijd juist de verscheidenheid, politiek en cultureel, niet de kracht van literatuur?

Ondertussen sprak Hermsen gedecideerd verder. Het was fijn dat zij met gemak – en schaamteloos – het woord ziel in haar verhaal gebruikte. Bij geboorte krijgt de menselijke ziel een verlangen naar verbondenheid én creativiteit mee. Samen ondersteunen zij wat Hannah Arendt representatief denken noemt: wij mensen kunnen ons voorstellen hoe het is om die ander te zijn. Om dat vermogen te blijven voeden, en dus onze ziel, is het fijn dat er verhalen zijn, is kunst een levensbehoefte, stelde Hermsen. Geen blue zone zonder ziel, geen blue zone zonder boeken, dacht ik meteen. Een mooie plek om oud te mogen worden. Christopher Atkins gaat ook al bijna met pensioen.

Eric de Rooij