Vorige week mengde Lale Gül zich op X in het debat over de hoofddoek. Aanleiding was het statement in de Tweede Kamer van Esmah Lahlah die zich gedwongen voelde te reageren omdat er heel vaak werd gesproken over de hoofddoek als symbool van onderdrukking. Gül vond de discussie supervermoeiend, maar gaf in twee filmpjes aan dat het én een vorm van onderdrukking was opgelegd aan jonge meisjes én voor sommige vrouwen een vrijwillige keuze. Dus niet of of, maar en en.

Ondanks de vermoeiende discussie komt Gül er deze week op terug in haar column in Het Parool:

Men vroeg mij massaal: ‘Hoe zit het nou, Lale? Leg het ons uit, als ervaringsdeskundige.’

Opnieuw belicht ze twee kanten van de zaak in haar column onder de titel ‘De hoofddoek is géén feministisch of vrouwvriendelijk symbool’ en haar conclusie is nu minder vrijblijvend:

Wél moet ik er noodzakelijk bij zeggen dat de hoofddoek verplicht is in het islamitische geloof. Het zijn daarom toevallig altijd moslimvrouwen die hem dragen, je hoort zelden dat een niet-moslimvrouw of meisje vrijwillig die keus maakt, omdat ze het zó fijn vindt om haar haar te bedekken.

En dat zet op z’n minst aan het denken over wat het woord vrij hier inhoudt, nietwaar?

Lees de hele column hier.