Afgelopen zondag is Max Niematz overleden. Dat meldt het Dagblad van het Noorden. Niematz leed al enige tijd aan kanker.

Niematz (geboren in Tilburg als Jan Hombergen) publiceerde eerst drie dichtbundel (twee bij Bzztôh en één bij De Arbeiderspers) voordat zijn eerste verhalen bundel Twee vreemden in een bootje uitkwam bij Veen. Daarna volgde nog acht romans bij Atlas Contact en de laatste bij IJzer. Over de overstap van poëzie naar proza schreef hij op zijn eigen site:

[…] hij merkte dat de poezie een te introverterende werking op hem had, zij werd te beklemmend, de dichter in hem begon alsmaar dieper te denken, dieper te voelen, dieper in zichzelf af te stijgen. En twee: hij zou graag ook die meer sociale aspekten van zijn karakter aan bod laten komen als humor, mensenliefde c. q. -verachting, narratief talent, gevoel voor theater. Helaas moest hij constateren dat proza zo mogelijk nog hogere eisen stelt aan het denk-, voel- en in-zichzelf-afstijgvermogen dan poezie, ja, dat proza nog beklemmender is en zeker zo vervreemdend en consumptief werkt op de scheppende geest.

In 2022 verscheen het brievenboek Zonder schrammen vaart niemand wel waarbij Niematz en A.H.J. Dautzenberg ondanks een wederzijds respect voor elkaars werk toch in botsing komen over hun opvatting over literatuur.

Bij het verschijnen van Kromzicht interviewde Hans van Willigenburg de schrijver voor De Pers:

HvW: Wat was het moment waarmee Kromzicht (2008) begon?
MN: Dat weet ik nog precies. Het was de blik van een stier op een erfje in de buurt van Parijs. Er lag een soort menselijke intelligentie in die blik. Menselijke intelligentie in de ogen van een dier heeft iets boosaardigs, iets dat verontrust. Mijn reactie is dan: onderzoeken, die bevreemding aanschouwelijk maken, kortom: schrijven.

HvW: Uw ’toevallige’ methodiek lijkt meer op die van dichters.
MN: Ik ben ook als dichter begonnen. Maar ik heb bewust altijd de stap naar proza willen zetten. Poezie is de moeder van alle literaire genres. Toch had het op den duur wat navelstaarderigs voor mij.

HvW: Wordt u in zekere zin geleefd door verhalen?
MN: Absoluut. Het zijn net kleren, je hebt steeds nieuwe nodig.

HvW: Is er een euforisch moment tijdens het schrijven? Dat u denkt: hier doe ik het voor?
MN: Nee, het gaat me om het avontuur. Vergelijk het met bergen beklimmen en alles wat erbij hoort: het genot, maar ook de pijn en de ontbering.

Op Tzum staan recensies van Het wachtlokaal, Smeulende vuren, brandend hout en Zonder schrammen vaart niemand wel

Max Niematz bleef tot het laatste moment actief, als beeldend kunstenaar had hij dit jaar nog een tentoonstelling in galerie Erika Stulp in Oudeschans in zijn woonplaats. En in het laatste nummer van Hollands Maandblad is nog een verhaal van hem opgenomen, ‘Cyclo & co‘.

(Foto: Giny Backers)