Recensie: Delphine Lecompte – Dieren zonder kleren
Annelies Verbeke en Tommy Wieringa afkluiven
‘De meeste mensen beschouwen dieren helaas nog altijd als inferieure schepsels: gadgets, vertier, amuse-gueules, schoenen, handtassen, proteïnen, lekkernijen, komische fotogenieke dingen en bezittingen (…)’. Delphine Lecompte, zelfbenoemd, niet versagend Beschermvrouwe van de Verschoppelingen, heeft een nieuwe missie te boek gesteld in Dieren zonder kleren. Verschoppelingen zijn er immers vele, zelfs van die kleine in een harig jasje.
Het is niet dat ze alleen staat in haar dierenliefde, Charlotte Mutsaers, Eva Meijer en Carolina Trujillo, om maar enkelen te noemen, staan ook op de bres voor deze mede-schepselen, maar ze heeft een volstrekt andere insteek. Net als in haar eerdere verhalen, ook gebundeld in kloeke boeken, schetst Lecompte vooral de verbondenheid tussen de mensen en met de dieren. Ofwel: we kunnen niet zonder elkaar.
Voor nogal wat mensen is dat een onbegrijpelijke manier van denken, maar er is geen speld tussen te krijgen. Niet alleen uit eigenbelang, want als het kaartenhuis van onze biotoop aarde gaat wankelen is het goed mis, maar ook met een ethische blik. Onbewogen je buurman of buurvrouw om het leven brengen, dat doe je niet. Maar slachthuizen worden gewoon als tak van bedrijvigheid geaccepteerd tot de dag van vandaag.
Lecompte heeft het wel over zulke feitelijkheden, maar niet op de dan gauw wat ambtelijk overkomende non-fictiemanier of met fact- en spreadsheets. Zij schetst vol overgave haar persoonlijke band met dieren die van haar hielden of houden en andersom. Dan gaat het bijvoorbeeld over het Vlaamse woord strelen, dat heel wat liefdevoller klinkt dan het Noord-Nederlandse aaien. Of over de buitengewone uitzonderlijkheid kunnen zien van een andescondor, zo’n enorme gier:
In de andescondor zag ik het verfijnde ambigue sluwe humoristische meesterschap van God.
Natuurlijk in die typische Lecomptestijl vol grote en kleine herhalingen, rijen adjectieven en bizarre passanten. Op zo veel bladzijden, toegegeven, best afmattend. Maar lees één alinea en je weet wie er aan het woord is. Kijk ook eens naar de verhaaltitels en maak kennis met een jaloerse teckel, een loops leeuwenhondje, een sukkelachtige schildpadkat, Hector de mus of Andy de boerse kat. Allemaal dieren om op te vreten, zij het figuurlijk, laat dat vooral duidelijk zijn.
Ja, ook mensen zijn rare dieren, als ze dat nu maar eens inzagen. Dan hoefden er geen kreeften meer bevrijd te worden, geen dolfinaria bekritiseerd. Of stierengevechten. Dan zouden we uit onszelf wel inzien dat de sportvisserij ook gewoon jacht is en dat dieren slachten onder de kop moord valt.
Het klinkt zo opgesomd verdacht veel op een activistisch epistel van een goedbedoelende, maar qualitate qua weinig bereikende militant. Wat ze ook wel is, maar dan een van de uitzonderlijke soort. Want behalve meegaan in haar exuberant verwoorde woede om het immense onrecht dat vogels, vissen, insecten en zoogdieren wordt aangedaan, kun je nog geen halve bladzijde lezen of je grinnikt tegelijkertijd. De charme is haar bewust gezochte kwetsbaarheid, die ze telkens in de strijd werpt. Nooit is Lecompte te beroerd om haar eigen falen en zwakheden aan te kaarten. Je kunt haar nooit verwijten dat ze niet met open vizier strijdt. Wat haar ook op andere gebieden tot zo’n sterke polemiste maakt.
Dieren zonder kleren is niet in de laatste plaats een ode aan Fredo, het boxerhondje dat haar op vroege leeftijd altijd begeleidde en beschermde. Bijvoorbeeld tegen ‘pedofiele boemannen’. Zelfs op hoge leeftijd stond hij pal op zijn pootjes als het er op aankwam, inmiddels ‘stram, geriatrisch, winderig en eenzelvig’. Maar toch. Dan hoef je ook niet vreemd op te kijken dat Lecompte tot een straffe conclusie komt:
Dan ben ik maar een hippie en een pretbederver. Dieren zijn mijn vrienden en men eet zijn vrienden niet op (citaat van Shaw). Je zal mij rapper betrappen op het stropen, villen en afkluiven van andere schrijvers (Annelies Verbeke en Tommy Wieringa ogen erg appetijtelijk) dan op het verorberen van een weerloos onbevangen formidabel aanbiddelijk dier.
André Keikes
Delphine Lecompte – Dieren zonder kleren. Borgerhoff & Lamberigts, Gent. 568 blz. € 29,99.
Terechte lof!
… ‘afmattend. Maar lees één alinea en je weet wie er aan het woord is.’