Recensie: Maggie Nelson – De rode stukken. Autobiografie van een rechtszaak
See you in court
Maggie Nelson (1973) schreef met De rode stukken een zogeheten autobiografie van een rechtszaak. Deze rechtszaak draait om de brute moord op haar tante Jane Mixer, gepleegd in 1969, toen ze als rechtenstudent van de campus van de Michigan State University naar ouderlijk huis in Muskegon (eveneens in Michigan) liftte. Het gebeuren vond plaats ten tijde van de beruchte Michigan Murders, maar de vijfvoudige vrouwenmoordenaar John Collins was in dit geval niet de dader. De moord bleef derhalve een mysterie en belandde zelfs in de cold case-doos. Pas in 2005 kreeg Maggie Nelson een telefoontje van de politie dat er een DNA-match was. Verdachte bleek een gepensioneerd verpleegkundige te zijn, die vanwege nierstenen pijnstillers uit de ziekenhuisapotheek stal en om zijn straf DNA moest afstaan. Een modelburger, op het eerste gezicht: getrouwd, vader van twee kinderen, liefhebber van softbal en brieven schrijvend naar krantenredacties. Na confrontatie in de rechtbank typeert Nelson hem met enige verbazing als tekenfilmfiguur Elmer Fudd, onwetend van het feit dat hij in die voorbije 35 jaar enkele bizarre misstappen heeft begaan.
De schrijfster heeft haar tante – zus van haar moeder – dus nooit gekend, maar de moord hoort wel bij haar bestaan. Kenmerkend voor haar oeuvre is het autobiografie perspectief, als startpunt voor genreoverstijgende essayistiek. Zie ook de bundel De Argonauten (2017), over haar leven met haar genderfluïde partner. In 2005, vlak voor het telefoontje, publiceerde ze de dichtbundel Jane, A Murder, ‘a collage of poetry, prose, dream-accounts, and documentary sources’ (www. softskull.com).
Haar moeder, haar opstandige zus, haar tijdens het proces nog levende opa en haar allang overleden vader zijn maar enkele personen die gebukt gaan of gingen onder onbeantwoorde vragen en verlies. Details wegen zwaar: moeders heeft altijd een hekel gehad aan wandelen en vreest films met ontvoeringen. De jongere Maggie voerde altijd het slagersritueel uit, waarbij ze luidop pratend in het lege huis met een mes in handen alle kamers en kasten controleerde. Het is ook denkbaar dat de fatale hartaanval die haar vader in 1984 kreeg het gevolg was van zijn echtscheiding, die weer verband kan houden met het rouwproces. Ook het indertijd buitensporig wilde gedrag van haar puberende zus geeft te denken.
Verknoopt met het waargebeurde horrorscenario laveert de schrijver tussen het politieonderzoek, haar eigen leven en dat van haar naasten. Nelson is een origineel denker, schrijft zeer toegankelijk, stelt bespiegelende en ontnuchterende vragen over de what if-vraag en waakt ervoor het familietrauma niet te laten verzanden in een literaire selfie. Wat wil je ook, want het gaat om voldongen feiten. Ondanks de aandacht van de pers bestaat de realiteit vooral uit het terloops oprakelen van een herinnering in een supermarkt of het aanzien van de confronterende foto’s van het lichaam van haar tante in de rechtszaal. Schrijven is niets anders dan de waarheid ondergaan. Nelson:
Ik was deels dichter geworden omdat ik geen verhalen wilde vertellen. Voor zover ik kan beoordelen, stellen verhalen ons misschien wel in staat om te leven, maar laten ze ons ook in de val lopen, berokkenen ons onvoorstelbare pijn. In hun ijver om zin te geven aan onzinnige dingen nemen ze hun toevlucht tot vervormen, codificeren, bekritiseren, verheerlijken, inperken, weglaten, verraden, mythologiseren en wat niet al. Ik heb dat altijd iets gevonden om te betreuren, niet om te bejubelen. Zodra een schrijver begint over ‘het menselijke verlangen naar een narratief’ of over ‘de oeroude kracht van het verhalen vertellen’, krijg ik gewoonlijk de aanvechting de zaal uit te stormen.
Woorden als ‘vervormen’, ‘verheerlijken’ en ‘weglaten’ gaan ook over de obsessie van lezers voor moord en/of de moordenaar. Over moordenaars worden films gemaakt en boeken geschreven, over de (vrouwelijke) slachtoffers niet. Profielen van moordenaars worden gebruikt om kranten te verkopen of ingezet als pleidooien voor de doodstraf, terwijl familieleden van slachtoffers ook na een eventuele veroordeling met vragen blijven zitten. Een poging een profiel van een moordenaar de schetsen – karakter, achtergrond, stoornis – is dan ook niet het hoofdthema in het boek. Het profiel van de schrijfster wel, hetgeen resulteert in een om meerdere redenen openhartig boek.
Jaap Krol
Maggie Nelson – De rode stukken. Autobiografie van een rechtszaak. Uit het Engels vertaald door Nicolette Hoekmeijer. Atlas/Contact, Amsterdam. 222 blz. € 23,99.