Compromisloos in woord en beeld

Een dichtbundel met een proloog is al bijzonder. Zo’n inleiding suggereert immers eerder een verhaal dan een gedicht. Maar als we de eerste acht bladzijden van de graphic poem De geur van zwart lezen, staan we wel meteen met onze rug tegen de muur.

noir désir

vaak namen ze ons mee

naar een of ander park of bos

onze moeders met hun breed uitwaaierende
rokken en een volle picknickmand

na de maaltijd op de deken
stonden natte vingers klaar
en speelden we gezinsgeluk
met breed glimmende monden

als een van ons het waagde
te vragen naar een vader
dan volgde snel een strenge klap
waarna we tussen borsten
amper adem konden halen

pas veel later zouden we begrijpen
dat mannen net als vogels zijn

nu leven wij als moeders
met brede rokken en een mand
en als er een een mond opzet
dan jeuken onze tepels

harder dan de hand

De regels van Tom Marien komen vanaf het begin meedogenloos binnen. En de tekeningen van Pascale Pettersson vangen de schok allerminst op. Haar zwaar aangezette vrouwen met veel rood dat je bijna dwingt om aan bloed te denken, gaan ook niet idyllisch picknicken. Nou geeft de flaptekst ook wel aan dat de dichter wil onderzoeken hoe ongeluk ruikt (dat alleen is al een verassend verontrustend uitgangspunt), maar dan nog wil de lezer natuurlijk wel graag de ruimte om op zijn minst zijn eigen ongemak te vinden. Die ruimte is er, zowel in de gedichten als in de tekeningen. Maar dat neemt niet weg dat het wel steeds een donkere, onherbergzame ruimte is. Want of het nu over moeders met kinderen gaat, over badmeesters of over vogels, Marien en Pettersson dwingen de lezer de duistere krochten van zijn eigen zielenleven in. Zoals in ‘Onder nul’:

onder nul

twee paar wanten draagt ze
en een berenmuts met een scheermes
schraapt ze bloemen van het raam
en krijgt zichzelf niet te zien

tandeloos voert ze gesprekken
met de broer die ze nooit had

soms staat ze bij de koelkast
naakt op melk en kaas te wachten

of krijgt ze zin
in plotse friet en revolutie
maar voor de dokter
let zij op verzadigd vet

om middernacht sleurt ze
een schaduw met zich mee

en meent zich te herinneren
hoe op een dag de zon begon

Ook bij dit gedicht onderstrepen de compromisloze tekeningen de dreiging die al vanaf het woord ‘scheermes’ (nota bene in enjambementspositie!) door de regels glibbert. Zes bladzijden lang vloeien woord en beeld om elkaar heen als in een macabere dans. De vooral zwarte en grijze tekeningen weigeren ook hier door fel rode accenten en vlekken ruw aan de aandacht te ontsnappen, een aandacht die de tekst ook al zo meedogenloos opeist door het scherpe realisme.

De poëzie van Tom Marien en de beelden van Pascale Pettersson zitten elkaar geen moment in de weg. Ze versterken elkaar eerder tot er een hellegang ontstaat waarin de lezer, overgeleverd aan zijn eigen zonloze kanten, zelf op zoek mag naar de nooduitgang. Van deze poëzie hoeft hij dan geen uitgestoken hand meer te verwachten, of, zoals de tweeregelige epiloog het formuleert: ‘wij willen overwoekerd worden / zoals een tuinmuur door klimop’.

Jan de Jong

Tom Marien & Pascale Pettersson – De geur van zwart. Poëziecenrum, Gent. 72 blz. € 23,00.