Op pad met Max Fridman en Storm: ontwijk de kogels, hou je hoofd koel en doorlezen

De zomer met zijn lange avonden is, of het nu regent of zonnig is, de ideale tijd om bij te lezen. Met een gemiddelde avonturenstrip ben je doorgaans een klein uurtje tot anderhalf uur bezig, een graphic novel kan een hele avond zijn – of twee, als het om kleppers gaat. Wie een weekje vakantie heeft, pakt er een integrale bij, of beter nog een paar van die bundelingen. Onlangs verschenen twee totaal verschillende integrales, namelijk de eerste integrale van sf-klassieker Storm en de eerste integrale van Giardino’s spionagereeks Max Fridman.

Over het algemeen geldt dat integrales onmiskenbaar pluspunten hebben. Vooral dat je een doorlopend verhaal in één keer kan lezen. Want dat blijft een van de makkes van de strip, en een groot obstakel voor mensen die niet per se stripliefhebbers zijn, maar wel af en toe een strip kopen: bij vervolgverhalen duurt het gerust een paar jaar voordat je het einde kunt lezen. Misschien iets waar stripliefhebbers niet zwaar aan tillen, die weten niet beter, maar waar anderen danig op afknappen – en terecht. Met integrales hebben die geen excuus om lekker voluit te gaan voor een strip. Lezen zonder oponthoud, zálig.

Een ander voordeel is dat series van vroeger opnieuw beschikbaar komen. Vaak zijn de reeksen al lang uit de winkels verdwenen en alleen nog antiquarisch te krijgen. Bovendien zijn de verhalen die integraal worden uitgegeven vaak netjes opgepoetst en bijgewerkt: nieuwe lettering, frissere kleuren, veel beter drukwerk. Kortom, zoals je het graag hebt.

Een derde voordeel is er vooral voor de liefhebber: integrales hebben zo goed als altijd een dossier, met achtergronden, schetsen, illustraties, interviews en wat al niet. Hoe meer hoe beter. Dat heeft een reden: stripfanaten hebben de strips meestal al in delen in de kast, de dossiers zijn de reden dat ze ook nog de integrales erbij kopen. Het zijn de extra’s waarmee ze worden verleid toch weer alles dubbel te kopen. In de regel is het dossier in het eerste deel het beste en interessantst, met informatie over de voorgeschiedenis, de vormstudies en de conceptuele ideeën. Bij de zesde of zevende integrale komen vaak de vergezochte details aan bod: hoofddeksels, een vergezocht interview met degene die ooit kleuradvies gaf aan de auteur of het verhaal van de Maleise vertaling – en hoe die tot stand kwam.

De integrale van Max Fridman van de Italiaans auteur Vittorio Giardino vinkt al die plusjes keurig aan: de originele strips hadden een vreselijke bladspiegel en waren beroerd geletterd en ingekleurd. De twee albums in deze eerste van drie integrales stammen al uit 1982 en 1986. Ze zijn dus weer beschikbaar én prachtig uitgegeven, met een goed leesbare letter en in opgepoetste kleuren die er overigens nog steeds apart uitzien, met een vreemd soort verzadiging. Daar komt bij dat het dossier achter in het album weer eens iets anders is: een fraai historisch foto-overzicht van allerlei locaties die een rol spelen in de beide verhalen, Hongaarse rapsodie en De poort van de oriënt.

In Hongaarse rapsodie wordt Fridman eropuit gestuurd door het Deuxième Bureau uit Parijs. Hij moet naar Boedapest omdat er een aantal moorden zijn gepleegd, die misschien verband met elkaar houden. In ieder geval is iedereen hypernerveus, wat blijkt als er een moord wordt gepleegd in de trein waarin Fridman zijn reis aanvangt. De vermoorde man blijkt ook nog eens een lijntje te hebben met de opdracht van Fridman. En zo haken de gebeurtenissen in elkaar. Het is een echt spannend verhaal vol aanslagen, verdenkingen, intrigerende contactpersonen, oorlogsdreiging (het speelt in 1938) en inlichtingendiensten die elkaar beconcurreren.

Wie verwacht dat de titel slaat op het werk van Liszt moet goed zoeken. Ergens wordt een zigeuner opgevoerd, bij wijze van dekmantel, maar dat is het. Toch past het goed in de sfeer van het verhaal, dat zeker iets antieks en voornaams heeft. Fridman beweegt zich in de hogere kringen, frequenteert de betere etablissementen, en leeft met het gemak van iemand met diepe zakken – alles om de spionage-opdracht goed te kunnen vervullen. Daarbij kiest Giardino niet voor lanterfanten: alles wat er gebeurt heeft een functie in het verhaal. De lezer staat de hele rit op scherp.

Het eerste verhaal is het beste van de twee. In De poort van de oriënt gaan het op dezelfde voet verder. Weer krijgt Fridman een taak in den vreemde. Dit keer moet hij een figuur opsporen om hem te bewegen over te lopen. Maar dat gaat niet gemakkelijk: Fridman is niet de enige die belang heeft in deze zaak. Wat het de mindere van de twee maakt, is de onnozelheid van de tegenstanders van Fridman, die maar vruchteloos aanslagen blijven plegen op zijn leven. Anders gezegd: als er voortdurend op een geheim agent wordt geschoten, dan is de missie niet heel goed voorbereid.

Toch is de balans positief. De eerste integrale is sterk, gunt de lezer een paar fijne, spannende uurtjes en is eigenlijk een mustread voor iedereen die een paar jaar geleden ook al genoot van die andere titel van Giardino, de twee integrales van de politiek thriller Jonas Fink die absolute aanraders zijn.

Van een andere orde is de eerste integrale van Storm, met daarin de oerstrips van Don Lawrence die in de eindjaren zeventig in Eppo stonden. Onlangs verscheen de eerste van vijftien (!) integrales met daarin de eerste drie verhalen, samen met het officieuze 0-nummer, Commandant Grek, de voorloper van Storm. Omdat de verhalen, behalve Grek, min of meer doorlopend zijn is het ideaal leesvoer om te bingen. Bereid je voor op een echt klassieke leeservaring: het eerste deel, De diepe wereld, is eigenlijk een authentiek jongensverhaal met plaatjes, waarin bijna alles in vierkante tekstkaders wordt verteld en uitgelegd – ook wat de lezer gewoon ziet. ‘Voor de zekerheid controleert Storm alles, maar de computer toont onwrikbaar het gebrek aan zuurstof aan, er is maar één oplossing (…) Storm verlaat het schip in zijn ruimtepak, aan verbijstering en ongeloof ten prooi kijkt hij om zich heen. Hij staat alleen in een stille, witte wereld.’

Het archaïsche taalgebruik is charmant en samen met de altijd op actie gerichte tekeningen is De diepe wereld het stripequivalent van een dagje naar het Openluchtmuseum. De laatste vechter is van een heel ander kaliber: daar is het veel meer plotgedreven actie. Storm en Roodhaar worden gevangen genomen, belanden in een circus, moeten vechten voor hun leven, met als hoogtepunt een spectaculaire tocht door een gangenstelsel vol booby traps en science fiction valkuilen. Het verhaal ontvouwt zich als een computerspel, waarin Roodhaar en Storm van A naar B rennen en onderweg vallende rotsblokken, lavastromen en tegenstanders ontwijken. Om uit te komen in een cliffhanger die de lezer niet meer zegt dan dat ze nog niet klaar zijn met rennen, vliegen en vechten.

Het volk van de woestijn is van hetzelfde laken een pak. En dat is maar goed ook, want na deze drie verhalen komt de bingelezer even op adem. Zelfs bij bundelingen is gedoseerd consumeren aan te bevelen. Het prettige leesbare en interessante dossier voorin het boek is comme d’habitude een complete voorgeschiedenis van de reeks, met de hoofdrolspelers in levenden lijve: Don Lawrence, Martin Lodewijk, Dick Matena, “Dons drinkmaatje” Vince Wernham en Rob van Bavel, de onvermoeibare pleitbezorger van het oeuvre van Lawrence en de drijvende kracht achter de succesreeks, die nog steeds in Eppo verschijnt. Als deze integralereeks straks voltooid is, omspant die een halve eeuw Storm.

Stefan Nieuwenhuis

Vittorio Giardino – Max Fridman integraal 1. Saga Uitgaven. 216 blz. hardcover. € 37,95 (ook als luxe met linnen rug en gesigneerde ex libris voor € 64,95)

Don Lawrence, Vince Wernham, Philip Dunn, Martin Lodewijk en Dick Matena – Storm integraal (met Commandant Grek, Gevangenen van de Tijd, De Diepe Wereld, De Laatste Vechter en Het Volk van de Woestijn). Uitgeverij L. 208 blz. hardcover. € 34,95. (ook als luxe met linnen kaft, stofomslag en gesigneerde prent voor € 89,95)