Recensie: Lydia Millet – Woestijnbergen
Bordkarton in de woestijn
Het mag een klein wonder heten dat het werk van Lydia Millet sinds kort ook in het Nederlands verkrijgbaar is. Millet, die inmiddels toch al 15 titels op haar naam heeft staan, geldt zelfs in haar eigen taalgebied namelijk als een behoorlijke insiders tip of writer’s writer. Daar kwam een paar jaar geleden gelukkig wel een beetje verandering in toen ze met A Children’s Bible, naar het Nederlands vertaald als De laatste zomer, plots de beste klimaatroman van de eeuw bleek te hebben geschreven. Iets wat dan ook beloond werd met een plaatsje op het jaarlijstje van de The New York Times en dus ook met een Nederlandse vertaling, bezorgd door Inge Kok.
Millets nieuwste roman, Woestijnbergen, zou je in alle mogelijke opzichten de tegenhanger van De laatste zomer kunnen noemen. Waar De laatste zomer zich aan de drassige oostkust van de Verenigde Staten afspeelt, bevinden we ons in Woestijnbergen juist in de gortdroge woestijn van Arizona. Ook in het soort verhaal dat ze vertellen, lijken deze twee boeken mijlen ver uit elkaar te liggen. Waar we in De laatste zomer nog een epische overlevingstocht van een groep Gen Z’ers tijdens een haast bijbelse overstroming kregen voorgeschoteld, krijgen we in Woestijnbergen de redelijk alledaagse lotgevallen van een behoorlijk alledaagse man voor onze kiezen.
Gil besluit, na een op de klippen gelopen relatie, van New York naar Arizona te verhuizen en de afstand te voet af te leggen. Eenmaal aangekomen probeert hij te doen wat hem in New York nooit gelukt is: te landen, te nestelen, een thuis voor zichzelf inrichten. Via een reeks van min of meer toevallige ontmoetingen met een bontgekleurde verzameling aan personages leren we Gil en zijn getroebleerde verleden steeds beter kennen. Een verleden dat maakt dat hij zich tot nog toe maar weinig aan anderen heeft kunnen hechten. Dit oude zelf zal hij moeten afleggen om ruimte voor nieuwe vormen van leven mogelijk te maken. Zoals de dinosauriërs in vogels moesten veranderen om hun verdere bestaan op aarde te garanderen.
In de vele natuurbeschrijvingen – Millet houdt er naast het schrijven ook een carrière als biodiversiteit specialist op na – vinden we dan wel weer een overeenkomst met Millets eerder werk terug. Ook haar droogkomische, springerige stijl, vol knipogen naar hedendaagse (internet)cultuur en verwijzingen naar recente gebeurtenissen, blijft grotendeels overeind. Alleen komen deze referenties in een romanwereld die een stuk meer op de onze lijkt, een stuk minder grappig en gevat over. Millet lijkt deze roman als expliciete reactie op het Trump-tijdperk te hebben geschreven. Als oproep om van onze individuele eilandjes af te komen en elkaar terug op te zoeken. Samen staan we sterk. Of deze oproep is aangeslagen zullen we in november weten, maar puur literair wekt dit zoetsappig maatschappelijk engagement vaak behoorlijk de kriebels op.
Maar met een beetje gemakzuchtig engagement in een roman valt nog wel te leven. Kwalijker is dat Woestijnbergen gewoonweg een doodsaai boek is geworden. Dat gebrek is vooral te wijten aan de keuze voor een al even saai hoofdpersonage. Hoewel Gil innerlijk misschien wat op slot zit, heeft hij uiterlijk zijn leven – genoeg geld op de bank, mooi koophuis en halverwege het boek alweer een nieuwe liefde – meer dan op orde. Alle mogelijke problemen in zijn leven blijken schijnproblemen. Zelfs de dood van een dierbare vriend, misschien wel het meest dramatische dat Gil het hele boek overkomt, lijkt nauwelijks impact op zijn leven te maken. Alles kabbelt rustig voort, zonder dat er ook maar een greintje spanning in te ontdekken valt.
Wat daarbij ook niet helpt is Millets stijl, die eerder beschrijvend dan psychologisch is en de toch al bordkartonnen personages nog droger laat klinken dan ze al zijn. In De laatste zomer werkte deze afstandelijke stijl juist grappig en vervreemdend omdat er constant van perspectief gewisseld werd en het ook niet nodig was om echt diep in de zielenroerselen van de personages te duiken. Maar omdat we in Woestijnbergen zo dicht op Gil zijn huid blijven hangen, willen we ook wel iets meekrijgen van wat daar dan precies te zien is en vooral wat daar dan precies zo interessant aan is. Omdat daar niet zoveel gebeurt, blijft Gil voor de lezer voornamelijk buitenkant. Maar niet getreurd. Millets nieuwste boek, een memoire deze keer, is inmiddels alweer terug op een aantal tip lijstjes gespot. Volgende keer hopelijk weer beter.
Jonathan van der Horst
Lydia Millet – Woestijnbergen. Uit het Engels vertaald door Inge Kok. J.M. Meulenhoff, Amsterdam. 224 blz. € 22,99.