Het n-woord

De overstap van Marcel Möring naar Prometheus is opmerkelijk te noemen. Een personage in zijn nieuwe roman gebruikt het woord ‘neger’ in 1967, terwijl de hoofdpersoon ook nog ingaat op het woordgebruik. We moeten de context allemaal nog lezen natuurlijk, maar los van de ideologische strijd die je kunt voeren over een woord, is het gebrek aan vertrouwen in de intenties van je auteur misschien wel pijnlijker dan het n-woord.

Ik vind de discussie over het wel of niet gebruik van woorden altijd lastig, omdat je al heel snel in die ideologische loopgraven verzandt, waarbij je aan de ene kant de al te politiek-correcte groep hebt en aan de andere kant de strijders voor het vrije woord die vooral willen strijden om te kunnen beledigen. Erwin Mortier reageerde op Facebook met een (inmiddels verdwenen?) bericht waarin hij de recente vertalingen van James Baldwin aanhaalde waarin het woord ‘negro’ en ‘nigger’ was vervangen. Juist Baldwin gebruikte deze woorden vaak in een politieke context, ook in gesprekken op tv (er zijn fantastische voorbeelden van discussies te vinden op YouTube waaruit Baldwin steeds als de morele winnaar tevoorschijn komt). Ik kan me voorstellen dat juist om die politieke context niet te laten verwateren het n-woord in vertalingen laat staan.

Maar ik ben een witte man (misschien zelfs al wel in de categorie oude, witte man) en heb makkelijk praten. De enige vergelijking die ik kan maken binnen mijn leefwereld is het woord flikker dat in de jaren zeventig en tachtig niet alleen als scheldwoord, maar ook als geuzennaam werd gebruikt. Ik heb nog een tijdje bij de redactie van de Flikkeragenda gezeten, maar heb altijd een hekel aan die titel gehad. Voor was flikker een geuzennaam van een vorige generatie.

In de commentaren bij het bericht van Mortier haalde iemand een citaat aan uit het nawoord bij Een man alleen van Christopher Isherwood.

Het n-woord dat in de vertaling vier keer voorkwam hebben we vervangen met het neutralere bijvoeglijke naamwoord ‘zwarte’. Dat komt, in onze ogen, het dichtst bij de waarschijnlijke intentie van de schrijver.

Het gaat hier om een een oude vertaling van James Brockway die gemoderniseerd is en ik herken het citaat wel, want voor die gemoderniseerde vertaling ben ik medeverantwoordelijk. Isherwood gebruikt, als witte man, het n-woord niet in een politieke context. Als er iets wordt bekritiseerd dan is dat het burgerlijke gezinsleven van de doorsnee witte Amerikaan. De zwarte gemeenschap komt er goed vanaf, dat blijkt bijvoorbeeld als hoofdpersoon George praat met zijn student Kenny. Kenny is verliefd op een meisje met Japanse roots, wat tijdens en vlak na de oorlog veel vijandigheid opleverde in Amerika.

Als we in de vertaling het n-woord zouden hebben laten staan, dan zou dat voor een lezer van nu heel raar zijn. De betekenis van het n-woord in de tijd dat het boek geschreven is, is minder neutraal geworden (althans, in de ogen van de witte mensen). Ik had er dus geen enkele moeite mee om de vertaling op dit punt aan te passen. Ik heb niet de indruk dat ik ben bezweken onder de druk van een woke gemeenschap. Net zoals bij veel andere verouderde uitdrukkingen heb ik gekozen voor een hedendaagse variant die de geest van de tekst het beste weergeeft. En toch begrijp ik Marcel Möring.

Coen Peppelenbos