Op een eiland hier ver vandaan

Op zaterdag 14 september vond in Kinepolis Utrecht de Europese première plaats van de film Invisible Nation. Een geheime première, onaangekondigd in de filmladder. Wij waren mee op uitnodiging van H., die prompt tussen ons in ging zitten en zichtbaar geraakt was door deze documentaire van de recente geschiedenis van zijn land, Taiwan.

De inleider zei het zelf: Invisible Nation van Vanessa Hope zou ook als propaganda kunnen worden gezien. Propaganda voor de kracht en kwetsbaarheid van een democratisch land dat onterecht buiten de internationale gemeenschap wordt gehouden. De boodschap was overduidelijk: Taiwan ligt in de vuurlinie als het gaat om het beschermen van democratische waarden en verworven rechten en verdient meer erkenning vanuit gelijkgestemde landen. Zie ons. Steun ons. Erken ons.

Voor mij ging Invisible Nation over het elan van een jonge democratie. Taiwanezen zijn zich ervan bewust dat hun democratie zomaar weer verloren kan gaan. Wij westerlingen, geboren in een oude democratie, leven vaak in de veronderstelling dat een democratische rechtsorde gelijk is aan eeuwig afgekochte erfpacht. Iets dat blijft, ook na mij. Iets om niet meer over na te denken. Of te onderhouden. Een dictatuur hier? Ondenkbaar.

Een groot deel van de negentiende eeuw en tot het einde van de Tweede Wereldoorlog was Taiwan onderdeel van Japan. Van 1945 tot 1949 was het Chinees, maar niet communistisch. Toen de communisten van Mao de nationalistische regering van Chiang Kai-shek omverwierpen en het vaste land rood kleurden, trokken de nationalisten, zo’n 600.000 in totaal, met nog altijd Chiang Kai-shek aan het hoofd, zich terug op Taiwan. Over massamigratie gesproken. Het is het begin van de ellende, want beide regeringen – de communisten en de nationalisten – hanteerden het ‘één China beleid’, waardoor ze elkaar als afvallige provincies beschouwden. De belofte om weer één land te worden, bindt de twee als in een wurggreep aan elkaar. ‘Laat los,’ zegt M. geregeld als zijn vriend Gerbrand Bakker zich ergens over opwindt (zie Moeder, na vader) en je zou zoiets in deze relatie ook willen zeggen. In navolging van M.: Laat – elkaar – los. Onder het presidentschap van de DPP (Democratische Progressieve Partij) gebeurt dit vanuit Taiwan steeds meer. Mede door wat er met Hong Kong is gebeurd, gelooft niemand meer in de belofte ‘Een land, twee systemen’, de fraaie formule die in de jaren tachtig bedacht werd door Deng Xiaoping.

Het boeiende aan Taiwan is hoe die democratie is ontstaan. Zonder moordpartijen en andere vormen van geweld is de dictatuur onder Chiang Kai-shek en zijn opvolger overgegaan in een democratie met vrije verkiezingen. In mei 2019 werd Taiwan het eerste Aziatische land waar mensen van hetzelfde geslacht met elkaar kunnen trouwen. Wie zich gerichter wil verdiepen in Taiwan, lees Forbidden Nation. A history of Taiwan door Jonathan Manthorpe.

Na de documentaire – die van mij op de nationale televisie uitgezonden mag worden, met aansluitend een fijne paneldiscussie – ging het in optocht naar de hal voor een groepsfoto bij de filmposters. Vervolgens vroeg de organisator om de filmposters uit de lijsten te halen en te vervangen door posters van het reguliere programma. Natuurlijk ging dat chaotisch (een poster belandde op zijn kop aan de muur). Een beveiligingsmedewerker riep dat iedereen meteen moest stoppen. Bovendien zat er, zei hij, een zekere systematiek in hoe de posters hingen, welke hoog, laag, links of rechts moest hangen, waarop een Taiwanese dame antwoordde dat ze dit de vorige keer, bij een andere film, ook zo hadden gedaan.
‘Oh, dan zeg ik niets meer, ga je gang,’ gaf hij meteen toe.
Zijn ongemak met regels en eigen gezag, ik vond het passend voor een vertegenwoordiger van de oude wereld.

Eric de Rooij