Het oude land

warm glas achter brokkelig kant
de wind hoog boven de toren

de roestige val, de vale reling
de kleine weg tussen twee sloten
een zwart paard in een helgroen veld

in de verte in de luwte van de haakwal de nerven
van het zinkende wad
onophoudelijk stromend

voor de schuur in ragfijn licht de baar

kleur die wegraakt in grond
verkruimelt

Rieuwert Krol