Deze week nam Aad Meinderts afscheid als directeur van het Literatuurmuseum. Hij kreeg een afscheidspartij in het Haagse theater Diligentia. Onder de genodigden Arjan Peters die een verslag schreef voor HP/De Tijd. Saillant detail was een onderdeel van de toespraak van Anna Enquist:

De P.C. Hooftprijs 1994 werd toegekend aan J. Bernlef, maar als het aan jurylid Anna Enquist had gelegen, was de prijs naar Annie M.G. Schmidt gegaan. Dat kon toen nog. Een jaar later zou de bekende kinderboeken- en musicalschrijfster het leven laten. Toen Enquist tegenover de andere juryleden haar vergeefse pleidooi voor Schmidt hield, kreeg ze een knipoog van ambtelijk secretaris Aad Meinderts.

De hoogste waardering die Schmidt ooit kreeg buiten de kinderboekenwereld was de Constantijn Huygens-prijs in 1987. In de jury zaten toen Harry Bekkering, Margaretha Ferguson, Han Foppe, Anton Korteweg, Harry Scholten, Jan van der Vegt, Herman Verhaar, Anne de Vries, Paul de Wispelaere en Ad Zuiderent. We gokken dat Harry Bekkering een leidende rol heeft gespeeld in het juryberaad.

In de jury voor de P.C. Hooft-prijs 1994 zaten Anna Enquist, J.D.F. van Halsema (voorzitter), Guus Middag, Rob Schouten, Jan van der Vegt en Aad Meinderts (als ambtelijk secretaris) (op de site Aad Meinderst genoemd). We gokken zo dat Enquist wel kon rekenen op de steun van Guus Middag die Schmidt rekent tot zijn 11 favoriete dichters. Dick van Halsema heeft in de jury van de Theo Thijssenprijs gezeten, dus je verwacht dat hij niet onsympathiek stond tegenover Annie M.G. Schmidt die bij de uitreiking van de Theo Thijssenprijs aan Peter van Gestel verwelkomde in de rij winnaars: ‘Het is een imponerende stoet, met fier voorop Annie M.G. Schmidt, die het spits afbeet in 1964.’

Als we zoeken wat Rob Schouten over Annie M.G. Schmidt dacht komen we een interessante column uit 2010 tegen. Hij schreef in Trouw:

In 1983 zat ik in de jury van de P.C. Hooftprijs toen geheel onverwacht medejurylid Judith Herzberg Annie M.G. Schmidt als kandidaat uit de hoed toverde. We schaften het verzamelde werk aan, lazen een paar weken Dikkertje Dap en een Spree met Foeten maar vonden het toen toch te licht. Bevangen door de zwaarte van onze taak, vermoed ik. Daar ging de dichteres van mijn jeugd! Vervolgens gaven we de prijs aan Vasalis, de psychiater in wier begripsvolle handen ik even later als dertienjarig jongetje was gevallen. En zo verdrukte de puberteit mijn kindertijd, zoals het ook in het normale leven gaat. Maar een kwart eeuw na dato denk ik dat we een daad hadden kunnen stellen, dat we dat werk helemaal niet hadden moeten herlezen maar onze jeugd hadden moeten laten spreken. Hadden we binnen de context van de P.C. Hooftprijs ook eens iets opstandigs gedaan. We deden het niet.

Dat betekent dus dat Schouten twee keer de kans had om Annie M.G. Schmidt de P.C. Hooft-prijs te geven.

Lees het verslag van Arjan Peters in HP/De Tijd waarin ook wordt onthuld dat A.F.Th. van der Heijden gaat verhuizen en zijn brieven heeft overgedaan aan het Literatuurmuseum en dat Judith Herzberg nog een ongepubliceerde roman in de la heeft liggen.

(foto: Annie M.G. Schmidt ontvangt Gouden Griffel voor Otje in 1981, Rob C. Croes Rob / Anefo / Nationaal Archief, CC0)