Geen boek voor leesgroepen

‘Ik kan geen boek schrijven dat keurig in elkaar zit.’ Dat is een van de stellingen van schrijver Thomas Meerman over zijn eigen werk. Meerman is de totaal verliteratuurde figuur waarachter Chrétien Breukers schuilgaat en het is ook Breukers’ leven dat de kern vormt van het verhaal al heeft hij fictionele lagen nodig om tot die kern te komen.

Wie in De pen in het hart een verhaal met een plot verwacht, komt van een koude kermis thuis: Meerman spreekt over allerlei levensfasen en springt heen en weer binnen plaatsen en tijdlagen. Een terugkerend element zijn de metroritten in Praag, waarin hij korte portretten schildert van mensen met wie hij slechts enkele metrostations meereist. Echt contact is er niet of nauwelijks. Het lijkt een metafoor te zijn voor het leven, waarin mensen ook slechts voor een bepaalde tijd aanwezig zijn, maar dan weer verdwijnen.

Die metafoor beukt harder in op de lezer als Meerman een poging doet om de fictionalisering te doorbreken. ‘Als ik dichter bij mijn verhaal wil komen, moet ik over mijn dochters schrijven. Mijn dochters die ik nu negen jaar niet heb gezien.’ Het lukt hem echter niet om daarover te schrijven. Dat is de pen die in het hart wordt gestoken waardoor er geen fictie meer mogelijk is. Tegelijkertijd is fictie, de verwijzingen naar schrijvers en boeken zijn ontelbaar, voorlopig de enige overlevingsstrategie voor Meerman, met de belofte om in een volgend deel het ‘echte verhaal’ te vertellen.

De pen in het hart is het vijfde deel in de reeks rond Thomas Meerman, een reeks waarbij je op elk moment kunt instappen en waarin je met elk deel steeds meer vat krijgt op de hoofdpersoon en daarmee de schrijver. De katholieke jeugd in Limburg, de studietijd in Nijmegen, een destructieve relatie in Duitsland, een tijdelijk verblijf in Praag en de terugkeer naar Nijmegen vormen de constanten in dat verhaal.

Vergaande seksuele fantasieën zullen bepaalde lezers afschrikken. Breukers is er niet om die lezers te pleasen. ‘Ik kan geen boek schrijven voor mensen die in leesgroepen zitten en daar samen met vervelende mensen vervelende teksten doorspitten.’ Nog een stelling van Meerman over zijn eigen werk. Toch zou het mooi zijn als er leesgroepen zouden zijn die uitgedaagd willen worden om hun eigen ideeën over literatuur ter discussie te stellen en getuige willen zijn van deze worsteling met leven en kunst, waarbij de worsteling het kunstwerk zelf is.

Coen Peppelenbos

Chrétien Breukers – De pen in het hart. Vleugels, Bleiswijk. 124 blz. € 24,50.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op respectievelijk 30 augustus en 3 september 2024.