Recensie: Ilse Josepha Lazaroms – Elders
Je ontheemd voelen maar thuis willen zijn
Om het meeslepende effect van Elders, de tweede roman van Ilse Jospeha Lazaroms, optimaal te ervaren trek je liefst een avond uit waarin het duister al nadert. De intredende stilte zorgt voor een contemplatief naar binnen keren dat naadloos aansluit op de meditatieve gesteldheid van het vrouwelijke hoofdpersonage. Zij brengt een nacht wakend door, in lucide toestand, want ‘de nacht ontrafelt de ratio, en dat is precies de bedoeling.’ Haar dochtertje ligt boven te slapen. Al tijden zoekt ze naar een ‘houvast tussen alle nietszeggendheid’. Speurt ze naar de betekenis van het moederschap. Nu ze weer in Nederland woont, na jaren weg te zijn gelopen voor de verhalen over haar grillige voorouders, voelt ze de noodzaak om te onderzoeken waarom ze steeds elders wilde zijn. Wie is ze als ze stilstaat? Welk familieverhaal ziet ze als ze omziet? Wat vraagt het om ergens te blijven?
Sinds ze met haar dochtertje in het dijkhuisje woont, heeft ze het gevoel dat ze kán terugkijken: ‘het is alsof mijn stilstaan de horizon uitrekt’. Ze reflecteert op haar jarenlange fascinatie voor de schrijfsters Sexton, Plath en Woolf. Hoe ze als een motje rond hen fladderde met haar doodsangst en spelenderwijs leerde van hun huizen in tekst. Deze auteurs leverden zich met huid en haar over aan de beestachtige overgave die kunst eist. Hun schrijverschap liet geen moederschap toe. De naamloze ik-vertelster balanceert als moeder echter tussen het verlangen om zich te kunnen blijven verliezen in taal én dicht bij haar kind zijn. Ze houdt van het gevoel op te lossen in de taal, weg te kruipen in een wereld die ze zelf maakt, ‘die meestal, maar niet altijd, waarachtiger is dan de wereld waarin wij leven’.
De geboorte van haar dochtertje heeft een transitie in gang gezet: ’Als een sloopkogel slingerde ze me terug mijn eigen leven in. Mijn verleden. Haakte me vast aan de tijd.’ Niet haar dochtertje heeft iets te leren, maar zij. Aan het begin van de nacht plaatst ze daarom dertien dozen en twee kleine, bruinleren koffers om zich heen. Omvatten de spullen die ze de voorbije twintig jaar bewaarde haar geschiedenis? Al mijmerend, haar verleden begroetend, poogt de vrouw om uit de fragmenten een stevig fundament op te bouwen. Een anker voor haar dochtertje. Ze tast naar een stevige verhaallijn, een heldere compositie. Op Lazaroms poëtische taal meanderen we mee in de flarden waarin de vrouw haar nomadische jaren beziet. Zoals de tijd dat ze als solitaire onderzoekster het werk van Joseph Roth bestudeerde. Wat zocht ze bij deze ‘mensenschuwe, alcoholistische Jood’ die in niets op haar leek? Was het zijn vermogen om van de vlucht een kunst te maken? Gaf dat haar een blauwdruk voor haar eigen ontheemde bestaan?
Met Elders weet Lazaroms genadeloos in de tussenruimtes van de tekst te kruipen. De verfijnde, knap associatief geconstrueerde roman bestrijkt existentiële dilemma’s van moederschap. Met haar sensitieve, poëtische verhaaldraad bouwt ze een solide plek om te nestelen. Een thuis voor de zalig door het narratief heen walsende dochter van de hoofdpersoon. En misschien nog wel meer een thuis voor al wie kinderen verzorgt en heen en weer geslingerd wordt tussen angst en liefde. Tussen je ontheemd voelen maar thuis willen zijn.
Miriam Piters
Ilse Josepha Lazaroms – Elders. Atlas Contact, Amsterdam. 133 blz. €21,99.