Recensie: Thomas Heerma van Voss – Het archief
Het spel van waarheid en fictie
In Het archief kijkt de sympathieke antiheld Pierre Rosenau met een zekere nostalgie terug op zijn redactietijd bij een literair tijdschrift. Hij voelt zich thuis bij de vrolijke redactieleden en hun Don Quichot-achtige inzet om het blad in leven te houden. Aanvankelijk beschikt het team over een dosis zelfspot, maar wanneer er ambities van buitenaf worden opgelegd, brokkelt ook het geloof van de redactieleden af en sluipt de bitterheid erin.
Pierre is minstens zo idealistisch als zijn mede-redactieleden, terwijl hij zich bekwaamt in zijn taken als Chef ongevraagde kopij. Het blad heeft maar weinig lezers en aan het redactiewerk kleeft ‘iets bespottelijk, iets kinderlijks en onnozels’. Toch wil Pierre gewetensvol omgaan met het plaatsen of afwijzen van de vaak middelmatige kopij. ‘Wat bleven mensen toch onvermoeibaar verder schrijven,’ verzucht hij echter op gegeven moment, ‘ik twijfelde of dat vooral van naïviteit of volharding getuigde.’ Wanneer hij onder een pseudoniem poëzie instuurt, wordt hijzelf afgewezen, weliswaar ‘positief’, en krijgt het botje toegestopt zijn werk online te plaatsen; een lot dat velen vóór hem hebben gedeeld.
Heerma van Voss heeft een zevental jaren in de redactie van het literaire tijdschrift De Revisor gezeten, waardoor het lezen van deze roman een guilty pleasure wordt. Is deze roman een afrekening? Persoonsomschrijvingen zijn behouden, maar namen zijn aangepast. Met enig Google-onderzoek zijn die echter te herleiden: op de homepagina van De Revisor staan alle oud-redacteuren, en de uitgeverijen achter het blad kunnen ook gevonden worden. Hoofdpersoon Pierre haalt in zijn relaas betrokkenen aan die zeggen liever niet genoemd te willen worden. Van een aantal anderen weet hij niet of ze bezwaar hebben, maar hij verkondigt zich daar toch niets van aan te zullen trekken. Ongeremd te werk gaan, dat is wat hij wil. Of zoals de vaderfiguur uit het boek zegt: met meer risico en meer avontuur leven. Toch lijkt dit vooral stoerdoenerij, want deze Pierre komt over als iemand die alles nauwgezet afweegt.
De finesse waarmee Heerma van Voss heen en weer beweegt tussen fictie en werkelijkheid, komt goed tot uiting wanneer hij Pierre laat zeggen dat hij weinig wil verdoezelen: ‘De man heeft me verzocht zijn naam niet te gebruiken […]. Hij heet trouwens Koen Koole — ik ga de waarheid niet verbloemen.’ Maar grappig genoeg doet de auteur dat wél. Een leuk detail is dat achter in het boek een bestelkaart is voor een nummer van Arabesk bij de fictieve uitgeverij Balthasar. En binnenkort is het tijdschrift Arabesk daadwerkelijk te koop.
In het sluitstuk zoomt Heerma van Voss op uiterst invoelbare wijze in op het stervensproces van de vaderfiguur, de hoeder van de traditie. Hoewel de twee verhaallijnen elkaar aanvullen — er zijn duidelijke parallellen — beconcurreren ze elkaar ook en de verhaallijn van de vader-zoonrelatie voelt soms geforceerd wanneer deze opduikt binnen de context van het tijdschrift. De bijzondere tijd die de vader doorbrengt bij een opinieblad, wakkert bij zijn zoon het verlangen aan om iets vergelijkbaars te doen, iets wat zin geeft. Hoewel de redactie van Arabesk weliswaar met passie werkt, is er ook berusting, want zelfs in moeilijke tijden wordt er niet geprotesteerd: ‘Niemand schold of verhief zijn stem. Met deuren werd er bij ons nooit geslagen.’
In tegenstelling tot andere redacties die zich afzetten tegen de heersende orde, durft niemand, ook Pierre niet, met de vuist op tafel te slaan. De bewegingen van het tijdschrift gaan onverstoorbaar door, zoals de naam Arabesk al suggereert: een decoratief patroon van zich herhalende lijnen.
In het speelse en soepel geschreven Het archief wordt niet met deuren geslagen, en van een afrekening is nauwelijks sprake: misschien hier en daar een sneer, een verkapte belediging. Zoals in ander werk van Heerma van Voss komt het thema van de buitenstaander terug in Het archief, waarin de hoofdpersoon zich aan de zijlijn beweegt en toekijkt, maar intussen is een zucht naar opschudding en actie voelbaar. Tegen het einde wordt dat explicieter wanneer het oude plaatsmaakt voor het nieuwe en deze outsider lijkt te beseffen er niet bij te willen horen. Hij wil leven met meer risico en avontuur!
Rosanna Del Negro
Thomas Heerma van Voss – Het archief. Das Mag Uitgevers, Amsterdam. 274 blz. € 23,50.