Recensie: Charlotte Van den Broeck – Een vlam Tasmaanse tijgers
Weerhaken onder het vel
Een nieuw werk van Charlotte Van den Broeck betekent een kersverse expeditie. Zo eentje waar je fluitend je schoenen voor aantrekt. Haar relaas Een vlam Tasmaanse tijgers begint dichtbij huis, in de garage van haar grootmoeder. Kriskras lagen er tapijten van uiteenlopende textuur en met elkaar prikkelende motieven over elkaar heen gedrapeerd op de kale vloer. Van den Broeck ziet ze als metafoor voor haar vertelling: verschillende versies van een veelvormige en ingewikkelde geschiedenis overlappen elkaar. Door te herschikken, toe te voegen, weg te halen, op te schudden en te verschuiven reflecteert Een vlam Tasmaanse tijgers op wezen en aard van verhalen. Het gaat Van den Broeck niet om het blootleggen van de ondervloer, om het zoeken naar dé waarheid, maar om het tonen van de achterzijde van al die tapijten: een intuïtief weefsel van verhalen vol tegenstrijdigheden.
Gewetensvol ontfermt Van den Broeck zich in 25 korte hoofdstukken over de geschiedenis van de Tasmaanse tijger, het dier dat wereldwijd bekend staat als treurig icoon voor door de mens veroorzaakte uitsterving. Met zorgvuldig gekozen woorden ontsluiert ze hoe ons tekortschietende voorstellingsvermogen samenhangt met verborgen structuren, met geprojecteerde emoties en met dubbelzinnige drijfveren. Het verhaal van de Tasmaanse tijger is in haar handen vooral een grondig onderzoek naar thema’s uit het heden: de ecologische crisis, de valkuil van het antropomorfisme, binaire denkkaders, de culturele marginalisatie van dieren en representativiteit. Behoedzaam plaatst ze haar voet in natuurhistorische collecties en gaat ze in dialoog met experts wereldwijd. De aard van haar bronnen wordt in fonkelende taal uitgesponnen. Zo zijn archieven in haar woorden ‘evenzeer bewaarplaatsen als vergeetplekken. Ze veinzen de mogelijkheid om het verleden uit de tijd naar voren te halen, verlokken tot de veronderstelling van volledigheid’.
Van den Broecks waakzaamheid voor onderliggende machtsstructuren en het immer op de loer liggende toeval laten betekenisvolle fragmenten zien: ‘Soms schuift het oog uit. Het valt op een detail, klein en kleverig, en voor je het weet slaat het weerhaken onder het vel.’ Zelf zouden we ongemerkt aan deze ‘verhevigde bijzonderheden en verleidelijke futiliteiten’ voorbij zijn gelopen. Met haar intuïtief meanderende route houdt ze ons een spiegel voor. Waarom pompen we zoveel geld in een programma om de Tasmaanse tijger weer tot leven te wekken terwijl we tegelijkertijd minder aandacht hebben voor dieren die met uitsterven bedreigd zijn? Bij het spoorzoeken naar de Tasmaanse tijger stuit ze op onverklaarbare waarnemingen, talrijke mystificeringen en bevraagt ze de macht van het woord. Wekt de wetenschappelijke naam thylacine of de benaming ‘kaparunina’ in de taal palawa kani van de Tasmaanse aboriginals hetzelfde dier tot leven? Steeds weet Van den Broeck het spannend te laten ritselen in je ooghoeken. Haar behoedzame tred, consciëntieuze oog voor details en poëtische bespiegelingen leveren een fonkelende ontdekkingstocht op die je meteen na afloop weer wilt ondernemen. In de ban van de romantiek van afwendbare tragedies uit ons eigenste heden.
Miriam Piters
Charlotte Van den Broeck – Een vlam Tasmaanse tijgers. De Arbeiderspers. Amsterdam Antwerpen. 272 blz. € 24,99.
Pardon?