Recensie: André Baillon –Het verhaal van ene Marie
Mannen! Altijd hetzelfde liedje!
André Ballion (1875 – 1932) was een Antwerpse Vlaming, die schreef in het Frans. Baillon had een grondige hekel aan de mores van het bourgeois-milieu burgers van zijn tijd, een milieu overigens waar hij zelf uit voortkwam. Die hekel uitte door in zijn leven keuzes te maken waar de nette burgerman en -vrouw hun neus voor ophaalden en nog eens door romans te schrijven over dat leven en dat van de mensen met wie hij zich omringde.
Zo ook In Het verhaal van ene Marie, een vrouw wier geschiedenis hij vertelt zonder oordelen uit te spreken, noch haar zelf moreel te laten oordelen. Tegen haar veertigste verliest hij haar uit het oog en stopt het verhaal abrupt. Dat mag raar klinken, maar de schrijver Baillon was een paar jaar met de werkelijke Marie getrouwd en treedt in de roman op als de neurotische, mislukte schrijver Henri Boulant (drijfzand), die haar, net als Baillon, verlaat voor een pianiste en Marie niet meer terugziet.
Marie groeit op in een dorp als oudste kind in een arm gezin waarvan drankzucht en lamlendigheid de vader naar een zeer vervroegd pensioentje als onderwijzer voerden en de moeder haar baantje als voldoende excuus beschouwt om Marie de huishouding en de verzorging van haar broertje en zusjes te laten.
Ze valt voor de jongeman die elke avond het huisje passeert, spreekt ’s nachts met hem af, wordt prompt zwanger en vertrekt met zijn trouwbelofte naar Brussel, om daar, buiten het zicht van de dorpsgemeenschap, als huishoudster de geboorte van haar kind af te wachten. Kort voor de bevalling bereikt haar het bericht dat haar verloofde is getrouwd. Haar kind sterft kort nadat ze het bij een voedster heeft ondergebracht.
Genoeg ellende voor een heel leven? Niet voor de echte Marie en ook niet voor de Marie van deze roman. We hebben nog meer dan twee derde van de 244 bladzijden van Het verhaal van ene Marie te gaan. Haar uitbuiting neemt een ander karakter aan als ze in de val trapt die Vladimir, een mooie jongen, voor haar heeft uitgezet. Hij manoeuvreert haar de straatprostitutie in, eerst in Brussel en daarna, als de grond hem daar te heet onder de voeten wordt, in Londen. Waar een andere man haar een nog beroerder koers bereidt.
Terug in Brussel lijkt ze eindelijk het vermogen te hebben ontwikkeld om uitbuiting van geest en lichaam te vermijden. Dan komt Henry Boulant in haar leven, voor wie de schrijver zichzelf als model heeft genomen, maar niet zonder inzet van alles wat hij aan zelfspot bezat. De treurnis van deze lange episode – ook in een andere roman, Op klompen, beschreven – krijgt daardoor een tragikomisch karakter.
Het verhaal van ene Marie bevat een staalkaart van de onderdrukking, uitbuiting en ellende die talloze vrouwen uit het ‘gewone volk’ werd aangedaan. Baillon beschrijft die zonder zijn stijl te laten beïnvloeden door verontwaardiging en zonder morele oordelen uit te spreken. Was het literaire credo ‘niet vertellen, maar laten zien,’ daar debet aan? Misschien, maar net als in zijn andere werk lijkt het vooral te gaan om drang tot ontmaskering van de hypocriete bourgeoismentaliteit en tot epateren van de burgerlijke goegemeente. Als dat klopt, dan is het heel knap om die drang literair uit te leven zonder verlies van zelfspot.
Hans van der Heijde
André Baillon – Het verhaal van ene Marie. Vertaling Frans Denissen en Gisèle van Dongen. Vleugels, Bleiswijk. 244 blz. € 26,90.
Te koop bij de betere boekhandel of direct bij de uitgever.