Oorlog zonder einde

Veertigduizend doden, meer dan het dubbele daarvan aan gewonden en twee derde van alle gebouwen tot puin gebombardeerd, dat is de tussenstand in Gaza. Tussenstand, want er komen dagelijks slachtoffers bij. Nu Israël in Gaza al een jaar tracht Hamas militair te vernietigen, talloze burgerslachtoffers en gigantische materiële schade voor lief nemend, en ook de strijd tussen Israël en Hezbollah, dat Hamas steunt, snel in hevigheid toeneemt, raakt de directe aanleiding voor sommigen misschien wat op de achtergrond: op 7 oktober 2023 trokken Hamas-strijders vanuit Gaza de grens met Israël over en richtten een brute moord- en verkrachtingspartij aan. Bijna 1200 mensen kwamen om, 250 werden als gijzelaars meegevoerd naar Gaza.

Daar waar publiekelijk protest is toegestaan, wordt krachtig geprotesteerd tegen deze oorlog, voor een staakt-het-vuren en voor humanitaire hulp aan de Palestijnen in Gaza, die verstoken raken van voedsel, water en medische hulp. Ook in Nederland wordt door velen partij gekozen, voor de Palestijnen en tegen Israël, of voor Israël en tegen de Palestijnen, of correcter uitgedrukt denk ik, tegen Hamas en Hezbollah. Dat partij kiezen, of anderen daartoe aanzetten, wil nog wel eens gebeuren zonder historische context te kennen en dus zonder die erbij te betrekken. Dat werkt het innemen van extreme standpunten in de hand, terwijl we toch zouden moeten beseffen dat die conflicten plegen te verergeren.

Om die context te belichten heeft NRC-redacteur Derk Walters met Israël-Palestina een boek toegevoegd aan de mooie reeks Elementaire deeltjes, een reeks die beoogt kennis toegankelijk te maken voor een breed publiek.

De oorlog van 1948 met de uitroeping van de Israëlische staat en de Nakba, de Suez-crisis, de Zesdaagse oorlog van 1967, de PLO-terreur, de Jom Kipoeroorlog van 1972, de Eerste en de Tweede Intifada, de Gaza-oorlogen: ook al laat je tientallen jaren voorgeschiedenis van geweld weg, dan nog is de lijst van oorlogen en geweldsuitbarstingen in en rond Israël en de Palestijnen, al dan niet met militaire deelname van Arabische staten zo lang, dat het misschien beter is van een continue oorlog te spreken, met heel af en toe pogingen tot vredesoverleg.

Palestijnen markeren 1948 als het jaar van de Nakba (catastrofe), hun verdrijving uit Palestina. In veel gezinnen in Gaza, Jordanië en in Palestijnse gebieden in Israël wordt de sleutel bewaard en gekoesterd van het huis dat ouders of grootouders in 1948 moesten verlaten. Terecht roept het lot van de Palestijnen gevoelens van compassie op, maar je kunt je af en toe toch ook niet aan de indruk onttrekken dat ze een bovengemiddeld talent hebben om hun eigen glazen in te gooien. Onder meer omdat ze zich nogal eens als speelbal laten gebruiken door Arabische staten. Daar kun je tegen inbrengen dat ze misschien niet anders konden en kunnen, maar Derk Walters gaat er in zijn boek volgens mij wat al te gemakkelijk aan voorbij dat decennialang Arabische leiders (Nasser bijvoorbeeld), die in de hopeloos verdeelde Arabische wereld naar eenheid streefden, in een gemeenschappelijke vijand het enige bruikbare houvast vonden en daarom het Israëlische-Palestijnse conflict graag levend wilden houden.

Even heeft vrede nabij geleken: na geheime besprekingen in Oslo, begin jaren 1990, erkende PLO-leider Arafat het bestaansrecht van de staat Israël, gunde Israëlisch premier Rabin de Palestijnen beperkt zelfbestuur, sloot Israël vrede met Jordanië en werd afgesproken Israëlisch-Palestijns overleg te institutionaliseren. Aan beide kanten is het vredesproces, nog voor het echt kon beginnen, gesmoord door extremisten. In Israël door orthodoxe ultra’s, aan Palestijnse kant in Gaza door Hamas. Intussen heeft de Palestijnse Autoriteit vanwege haar corruptie het gezag verloren in de gebieden waar die formeel nog overeind staat.

Walters is somber als het gaat om perspectieven voor vrede en voor een structurele oplossing voor de kwestie Israël-Palestina. Eigenlijk is er maar één goede oplossing, die een zekere garantie van continuïteit van vreedzame verhoudingen kan bieden. Dat is een democratische staat binnen de grenzen van Israël en de Palestijnse gebieden, waarin Israëlische joden, Palestijnen en Arabieren als gelijkwaardige, gelijkberechtigde burgers samenleven. De kans dat het tot zo’n staat zal komen tussen nu en de horizon van onze blik op de toekomst is nul. Maar ook de kans op een voorlopige regeling die voorziet in twee staten, nadert nul.

Een complicerende factor vormen min of meer verborgen doelstellingen van alle betrokken partijen. Netanyahu is gebaat bij voortzetting van oorlog omdat dat hem aan de macht houdt, voor hem noodzakelijk om onschendbaar te blijven en niet terecht hoeven staan wegens corruptie. Ultraorthodoxe groepen en kolonisten in illegale nederzettingen in bezette gebieden zijn erbij gebaat omdat rechts-orthodoxe regeringscoalities hun praktijken niks in weg leggen en anno nu het vestigen van nieuwe nederzettingen zelfs steunen. Aan Palestijnse kant wil Hamas zijn dictatuur handhaven in Gaza, waarvoor het afhankelijk is van Iraanse steun, die weer afhangt van een radicale anti-Israël opstelling. Verder is dit oorlogsconflict voor een deel van de Arabische staten een belangrijk gewicht op de balans van de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten, reden om het ‘warm te houden’ op zijn minst.

Terreur in allerlei vormen en maten maakt al meer dan vijfenzeventig jaar deel uit van de strijdwijzen van alle betrokken partijen. Israël verdedigt militaire acties waarbij veel burgerslachtoffers vallen met het argument dat de tegenstander de burgerbevolking als schild gebruikt. Weliswaar geldt dat laatste als oorlogsmisdaad, maar wegens het willens en wetens riskeren van veel burgerslachtoffers geldt dat ook voor het eerste. Terreur van Palestijnse kant – zoals vliegtuigkapingen, de gijzeling van en moord op Israëlische atleten tijdens de Olympische Spelen van 1972, zelfmoordaanslagen op bussen in Israël en het bloedbad van 7 oktober 2023 – is meestal louter op burgers gericht geweest. Palestijnen wijzen erop dat hun situatie pas internationale aandacht kreeg en een item werd op de internationale agenda nadat die aanslagen de wereld wakker hadden geschud.

Ten strijde trekken kan – heel soms – de moreel juiste keus zijn, maar terecht maakt niemand zich illusies over de morele kwaliteiten van de wijze waarop de strijd gevoerd wordt. Dat gezegd hebbende, komt het me voor dat de strijdende partijen in dit conflict met uitzonderlijk cynisme heenstappen over de ellende die wordt aangericht onder de burgerbevolking.

Walters’ conclusie is helder: zolang aan beide kanten extremisten een bepalende rol spelen, zal de situatie niet verbeteren. Zolang ze dat doen dreigen ze ook de beeldvorming te bepalen, wat wil zeggen dat van beide kanten waarheden de wereld in gestuurd worden die elkaar uitsluiten. Dat verplicht ons ertoe voor onze oordeelsvorming kennis te nemen van achtergronden, argumentaties en historische contexten. Daar kan Walters’ Israël-Palestina goed bij helpen.

Hans van der Heijde

Derk Walters – Israël – Palestina. Elementaire deeltjes nr. 84. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam. 156 blz. € 15,00.