De wonderen van de natuur

Rond 1270 schreef Jacob van Maerlant Der naturen bloeme, wat zoiets betekent als ‘het mooiste uit de natuur’. In dertien hoofdstukken van samen ruim 16.500 versregels geeft de dichter een overzicht van wat er toentertijd bekend was over de mens, viervoetige dieren, vogels, zee- en riviermonsters, vissen, slangen, insecten, bomen, specerijbomen, geneeskrachtige kruiden, vermaarde bronnen, waardevolle stenen en metalen. Van Maerlant baseerde zich daarbij onder andere op De natura rerum van de geleerde Thomas van Cantipré. Maar waar het werk van deze laatste en andere wetenschappers meestal in het Latijn was geschreven, koos Van Maerlant voor de volkstaal. Zijn bloemlezing van de natuur was zo toegankelijk voor iedereen die er kennis van wilde nemen.

Neerlandicus en mediëvist Ingrid Biesheuvel vertaalde het Middelnederlandse rijm van Van Mearlant naar modern, fijn leesbaar proza. Zodat de lezer van nu zich ook kan verwonderen over bijvoorbeeld de bijzondere volken die volgens de bronnen van Van Maerlant de aarde bevolken:

Dan is er nog een vreemd volk dat hun ouders, wanneer die oud en versleten zijn, doodt en vervolgens opeet. Ze beschouwen dat als een edele daad; wie zoiets niet doet, wordt daar gezien als een slecht mens. In sommige van die landen vind je reuzen van meer dan acht meter lang, terwijl elders heel kleine mensen wonen van nog geen meter, zo lezen we.

Het dertiende-eeuwse publiek zal niet getwijfeld hebben aan het waarheidsgehalte van de gepresenteerde informatie, zo legt Biesheuvel uit in de inleiding van haar vertaling. Het Middelnederlandse werk sluit aan bij een eeuwenoude wetenschappelijke traditie die voortkwam uit de ideeën van de filosoof Aristoteles en de geschriften van gezaghebbende kerkvaders en schrijvers uit de Oudheid. Voor moderne lezers zal het echter duidelijk zijn dat veel fenomenen vandaag de dag geen plek meer zullen krijgen in een biologieboek. Maar als inkijkje in de gedachtewereld van de middeleeuwers en het vakmanschap van de dichter Van Maerlant bij het presenteren van de encyclopedische kennis is Der naturen bloeme nog steeds de moeite van het lezen waard.

En wat is dit boek mooi verzorgd. Biesheuvel baseerde haar vertaling op de tekst in het handschrift Leiden, Universiteitsbibliotheek, BPL 14A, dat als enige van begin tot eind is geïllustreerd. De meeste van die afbeeldingen hebben een plekje gekregen in deze moderne editie. Het toegevoegde register en de verklarende woordenlijst vormen bovendien een handige en informatieve aanvulling. Biesheuvel bewijst met dit boek, net als met haar andere vertalingen van Middelnederlandse werken, zoals De ridders van de Ronde Tafel: Arthurverhalen uit de Lage Landen (2015) en Roman van Heinric en Margriete van Limborch (2021), dat zij deze als geen ander voor een nieuw publiek toegankelijk weet te maken.

Jos Noorman

Jacob van Maerlant – Der Naturen Bloeme. Uit het Middelnederlands vertaald door Ingrid Biesheuvel. Walburg Pers, Zutphen. 256 blz. € 29,99.