Recensie: Sally Rooney – Intermezzo
Rooney in haar Folkmore era
Schrijven over Sally Rooney is een beetje zoals schrijven over Taylor Swift. In die zin dat als je het over het werk van deze artiesten probeert te hebben, je haast niet om het fenomeen achter dat werk heen lijkt te kunnen. Er zijn dan ook maar weinig kunstenaars die gemoederen zo bezig weten te houden. Waarover zoveel mensen collectief van lijken te zeggen: ‘Ja, zo. Zoals jij het beschrijft. Zo voelt het leven ook voor mij.’ Een uitspraak die evenveel mensen dan weer onderuit lijken te willen schoffelen door hun kunst af te doen als kwaliteitsloze pulp.
Er zijn nog wel meer overeenkomsten tussen Rooney en Swift te bedenken. Zo maakten deze twee generatiegenoten een opvallend gelijkaardige carrière-opbouw door. Beiden gingen meteen pijlsnel van start met pril, maar toch direct erg toonvast werk als Gesprekken met vrienden of vroege albums als Fearless of Speak Now. Daarna schakelden beiden meteen een versnelling hoger naar het mainstream succes van Rooney’s Normale mensen en Swift’s Red of 1989. Succes dat hen daarna weer zo tegen begon te staan dat ze niet anders leken te kunnen dan er nogal bitsig op reageren. Swift op haar album Reputation (‘I don’t trust nobody and nobody trusts me / I’ll be the actress starrin’ in your bad dreams’) en Rooney met Prachtige wereld, waar ben je, waarin ze zich nog luidop afvroeg of ze ooit nog een roman zou schrijven.
Blijkbaar wel dus. Rooney’s nieuwste boek, Intermezzo, laat zich het best vergelijken met Folklore en Evermore, Swift’s meest melodieuze en melancholische albums, die ze tijdens de coronapandemie vanuit haar eigen huiskamer opnam. Net als op die platen is de toonzetting innerlijk en intiem. In lange stream of consciousness-achtige passages, een stilistische nieuwigheid in Rooney’s werk, maken we kennis met de binnenwereld van de broers Ivan en Peter Koubek, die zich, na het vroegtijdige overlijden van hun vader, terug het leven in proberen te werken. Dat doen ze voornamelijk via hun liefdesleven, voor zowel Swift als Rooney waarschijnlijk nog steeds hoofdthema van hun werk. Peter verstrikt zich in een driehoeksverhouding met jeugdliefde Sylvia en de veel jongere Naomi, terwijl zijn broer het juist aanpapt met de 14 jaar oudere Margaret.
Langs een reeks symmetrieën en tegenstellingen tussen deze twee broers ontleedt Rooney hun instabiele zielen. Peter verliest zich in de drank en sentimenteel gedweep, terwijl Ivan, als schaker, juist vanuit de logica grip op een ongrijpbare wereld probeert te krijgen. Beiden zoeken ze naar verlossing van zichzelf, die ze uiteindelijk natuurlijk alleen maar via de blik van de ander (of die van God) kunnen vinden. Deze twee verschillende standpunten tegenover het leven leveren niet alleen genoeg dramatisch materiaal op, maar nodigen de lezer ook uit tot reflectie op zijn/haar/hun eigen levensopvatting.
Wie Rooney met haar eerdere boeken nog niet van haar kwaliteiten wist te overtuigen, zal dat met dit boek waarschijnlijk ook niet doen. Alle mogelijke tropes die ze in haar vorige werk in stelling bracht, de interpunctieloze dialogen, de haast achteloze referenties naar klassieke literatuur/filosofie en de bijna fetisjistische aandacht voor stoffen en texturen, maken in Intermezzo hun terugkeer. Ook daarin lijken Rooney en Swift op elkaar. Hoezeer hun stijl per boek of album ook mag veranderen, hun secuur opgebouwde narratieve en muzikale werelden blijven toch altijd weer uit duizenden herkenbaar.
Maar toch lijkt er in Intermezzo, net als op Folklore en Evermore, ook ergens een nieuwe wind te zijn gaan waaien. Ergens lijkt Rooney alle twijfels en verwachtingen van aan het begin van haar carrière achter zich te hebben gelaten en zich terug aan het schrijven zelf te hebben overgegeven. Dat levert een opvallend sprankelende en ontroerende roman op, waarin ze alle mogelijke registers van haar schrijverschap open gooit en zo toch weer aan haar eigen clichés weet te ontstijgen.
Dus wat wordt de volgende stap? De nachtelijke low-fi beats van Midnights? De overdadige romantiek van The Tortured Poets Department? Of scheurt Rooney zich met haar volgende boek geheel los van dit voor haar geplaveide pad? Ik help het haar hopen. Want als het loslaten van verwachting zulke gloedvolle literatuur als Intermezzo oplevert, dan kan dat zowel voor de lezer als de schrijver alleen maar winst betekenen.
Jonathan van der Horst
Sally Rooney – Intermezzo. Uit het Engels vertaald door Gerda Baardman en Jan de Nijs. Ambo|Anthos, Amsterdam. 432 blz. € 24,99.
Mensen in hun tweedimensionale verhoudingen. Plat en vooral literaire zoektocht naar de mens. Ronny’s volgende boek zal géén antwoord zijn op haar vorige. In haar eerste boek kwamen zo vaak deuren in voor, dat ik het boek heb dichtgeslagen.