Een familie in verval

Het debuut van New York Times-journalist Taffy Brodesser-Akner was een grote hit. Niet in de laatste plaats omdat Fleishman zit in de problemen vervolgens bewerkt werd tot een succesvolle streamingserie. Brodesser-Akner zit daarmee op rozen. Bezien vanuit dat comfort maakt dat nieuwsgierig naar de best wel kloeke opvolger Het compromis van Long Island.

Opnieuw heeft Brodesser-Akner een joodse familie op de korrel. Nu zijn het de Fletchers van Middle Rock, Long Island. En het uitgangspunt is bijzonder boeiend. In 1980 wordt fabrieksdirecteur Carl Fletcher vanaf zijn oprit gekidnapt. Er wordt een losprijs geëist van 250.000 dollar. Na betaling van het losgeld keert Carl ongedeerd terug naar zijn familie – hij blijkt opgesloten te zijn geweest in de kelder van zijn eigen fabriek. Maar nooit zal hij meer dezelfde zijn – evenmin als zijn familie trouwens. Ten tijde van de ontvoering is Nathan acht jaar, Bernard een zesjarige kleuter die nog aan de rokken hangt van moeder Ruth, die dan zwanger is van Jenny.

Brodesser-Akner pakt de draad van de familie Fletcher veertig jaar later weer op. In lange hoofdstukken vernemen we tot in detail het wel en wee van vooral de kinderen Fletchter. En het gaat niet te best me ze. Om te beginnen droogt het familiekapitaal op, de verpachte fabriek in verpakkingsmateriaal – piepschuim – blijkt niets meer waard en plotseling houden de kwartaaluitkeringen uit het familietrustfonds helemaal op. In een meer dan ironische schrijfstijl, doorspekt met humor – joodse auteurs eigen – vertelt de auteur over Bernard – Beamer – die inmiddels in Los Angeles woont en een scenarioschrijver is met een writer’s block. Zijn eerste scenario werd gelijk een blockbuster, maar Beamer kan niet anders dan schrijven over ontvoeringen en gijzelingen. Zijn tijd in Hollywood is op. Ook privé zoekt Beamer het in min of meer hetzelfde: hij houdt ervan, zwaar gedrogeerd, vastgebonden te worden door een meesteres en met van alles gepenetreerd te worden. Beamer zit aan lager wal en die relatietherapie helpt ook geen zier.

Nathan, de keurige Nathan, vergaat het niet veel beter. De jurist komt klem te zitten in een vastgoeddeal – opgezet door zijn kantoorbaas, zodat hij hem kan ontslaan. Hetgeen geschiedt, maar alleen de lezer weet dat. De talentvolle en briljante Jenny wil weinig van de familie weten, schenkt haar steevast terugkerende familie-uitkeringen aan goede doelen en is werkzaam bij de vakbond voor werknemers. En dat schuurt met haar kapitalistische afkomst. Allemaal gaan ze er aan onderdoor, wat Brodesser-Akner derhalve de gelegenheid geeft om de karakters, scenes en dialogen widescreen uit te meten. Ze zal er schik aan gehad hebben. Het is dus een fraai tableau dat de schrijver uitsmeert over de meer dan 400 pagina’s.

Het compromis van  Long Island is een kostelijke, vermakelijke familieroman met de kanttekening dat het soms allemaal net even té satirisch is, op het randje van slapstick. Anderzijds laat Taffy Brodesser-Akner in het kader van een zekere maatschappijkritiek ook zien wat bevoorrecht en ultrarijk zijn daadwerkelijk inhoudt: je hebt niet geleerd te leven. Het compromis van Long Island – een familie in verval – is heerlijk leesvoer, een ware American Novel (niet Great) en beslist epischer en weidser dan Fleishman. Een succesvolle verfilming ligt in het verschiet.

Wat het compromis van Long Island an sich inhoudt, daar komt de lezer pas voor het eerst achter na meer dan honderd pagina’s: ‘We noemen dit het compromis van Long Island, omdat jullie joods zijn.’

Wiebren Rijkeboer

Taffy Brodesser-Akner – Het compromis van Long Island. Vertaald door: Frank Lekens en Petra C. van der Eerden. Prometheus, Amsterdam. 444 blz. € 25,99.