‘dan kan ik schrijven zolang het stil is’

De A van Asta, de nieuwe roman van de Deense auteur Tine Høeg, is een feest voor lezers die een verhaal kunnen waarderen om wat er weggelaten is, want Høeg zoekt hierin absoluut de grens op. Het is fascinerend hoe het mogelijk is dat er een heel verhaal in je hoofd ontstaat, terwijl de auteur je dit slechts in fragmenten voorschotelt. Het vraagt een actieve houding, zoals je die ook bij het lezen van poëzie nodig hebt, maar het vergroot tegelijkertijd je betrokkenheid, omdat je zelf meebouwt aan het verhaal. Het resultaat is dat je steeds weer terug wilt naar deze wereld, omdat de personages een beetje van jezelf zijn geworden. Het uiteindelijk dichtklappen van het boek als het uit is, voelt dan ook als een groot verlies.

Asta wordt uitgenodigd voor een herdenkingsdienst voor August, die tien jaar geleden is overleden. Ze woonden samen in een studentenhuis en hij had een relatie met Asta’s beste vriendin Mai, die inmiddels een tweejarig zoontje heeft. Asta was net bezig met een roman over een Poolse kunstenaar, maar door de uitnodiging wordt alles verstoord en komt het verleden stukje bij beetje boven water. Wat is er precies gebeurd in de nacht van Augusts dood en in de periode die daaraan voorafging?

Het duurt even voordat je in het verhaal zit. Na de eerste zin ‘Ik krijg een uitnodiging voor een herdenkingsbijeenkomst op 29 juni in café Blomsten’ krijg je slechts een korte appwisseling te lezen, waarbij je zelf moet achterhalen wie er aan het woord is en waarover dit precies gaat. Soms staat er slechts één zin op de pagina, die ook nog eens als vraag is geformuleerd. Aan de lay-out kun je zien of personages aan het appen zijn of dat het verhaal ‘gewoon’ wordt verteld, omdat de apps grijs gemarkeerd zijn, maar dat is dan ook het enige. Heden en verleden moet je zelf uit elkaar zien te houden door logisch na te denken en af en toe terug te bladeren. Hetzelfde geldt regelmatig voor wie wat precies zegt, want ook de aanhalingstekens ontbreken:

ik kan maar beter gaan zeg ik

dan kan ik schrijven zolang het stil is

over de betonkunstenaar?

het is cement zeg ik

wanneer ben je klaar?

geen idee. Dat duurt nog wel even

het is een irritante vraag, Mai

dan geven we een groot feest

ze beweegt Bertrams armen alsof hij danst,
hij blijft naar het scherm kijken

en vanavond eten we pizza,

ze kust hem op zijn haar

omdat je mama lui is, zeg eens pizza?

ik praat te weinig met hem zegt ze,

je moet eigenlijk de hele tijd praten

constant eigenlijk

dan krijgt hij een enorme woordenschat

Terwijl Mai het hier over haar tweejarige zoontje heeft, voor wie ze eigenlijk de hele dag zou moeten praten, zijn in dit boek ironisch genoeg de personages bijna continu aan het praten, zonder dat je context meekrijgt. Heel af en toe krijg je in een tussenzinnetje wat aanwijzingen over waar ze zich bevinden, maar verder moet je vooral uit die conversaties de loop van het verhaal destilleren.

In de meeste boeken staan de bladzijden vol tekst. Dat is meer leeswerk. In De A van Asta staat er soms zo weinig op de bladzijden dat je snel kunt doorbladeren, maar in de tijd dat je op die manier vooruitschiet, moet je wel het verhaal reconstrueren, waardoor je vanzelf weer gaat vertragen. Na een poosje ontdek je dat je op de witte stukken van de bladzijden echt even moet stilstaan om na te denken over wat er nu zojuist heeft plaatsgevonden. Op die manier lijkt er een soort interactie op gang te komen tussen de verteller en de lezer, alsof je om de beurt een bijdrage levert aan het verhaal. Het is niet zo vreemd dat van dit boek ook een theatervoorstelling is gemaakt, want daar leent het zich perfect voor.

Sommige appwisselingen zijn net zo vervreemdend als poëzie:

Asta krijgt hier een berichtje van August. Je kunt dat achterhalen, omdat August een paar bladzijden terug had verteld dat hij over haar had gedroomd. Hij wilde toen niet zeggen waarover precies. Hier bekent hij dan toch deels wat ze in zijn droom deed. Vervolgens laat hij haar toch weer in het ongewisse over het vervolg. Als lezer voel je diezelfde onbevredigde nieuwsgierigheid als die Asta moet voelen. Je wordt een beetje Asta. Vervolgens doet August een voorstel voor een afspraakje in de keuken. Je voelt de spanning tussen hen, vooral omdat August een relatie heeft met Asta’s beste vriendin Mai.

De titel De A van Asta laat in het klein zien hoe het boek is: je krijgt alleen de A en daarachter zit Asta. Als je Asta zelf hebt ontdekt achter die A, dan wil je niets liever dan alles ontdekken achter Asta. Dat je op die manier het verhaal zelf wilt blijven ontvouwen, is de kracht van Tine Høeg. En als je De A van Asta hebt ontdekt, wil je niets liever dan dat ook haar andere boeken zo snel mogelijk in het Nederlands worden vertaald.

Dietske Geerlings

Tine Høeg – De A van Asta. Vertaald door Adriaan van der Hoeven en Edith Koenders. Koppernik, Amsterdam, 328 blz. € 24,50.