Dromen zijn bedrog

Dit jaar overleed de Albanese grootmeester Ismail Kadare. Hij werd 88 jaar. Enkele titels van zijn hand: De generaal van het dode leger (1963, voor het eerste vertaald in 1972) en Kroniek van de stenen stad (1980, 1994). Eén van zijn meest geprezen romans is Het Dromenpaleis uit 1982, waarvan dit jaar een nieuwe vertaling verscheen.

Mark-Alem is een ongeveer twintigjarige jongeman, die aan het werk gaat in het Dromenpaleis, ook wel Tabir Saray1 genoemd. Hoewel het paleis is gelegen in de naamloze hoofdstad van het Ottomaanse Rijk (Istanbul), staat Tirana model voor deze stad. Het gebouw kun je zien als een bureaucratisch ministerie, waar de dromen uit alle uithoeken van het Ottomaanse Rijk worden verzameld, geïnterpreteerd en bewaard in onmenselijk diepe archieven. Het zijn namelijk boodschappen van God en vertellen dus iets. Op deze wijze kun je niet alleen controleren hoe het met de moraal van de onderdanen is gesteld; bewezen is ook dat mensen steeds extremer gaan dromen als er een oorlog of staatsgreep dreigt en de macht van de sultan in gevaar is.

Mark-Alem is afstammeling uit het voorname geslacht Qyprilli, die een reputatie heeft hoog te houden als het gaat om het aanleveren van hoogwaardigheidsbekleders. Dat doen ze al sinds 1575, op voorwaarde dat ze de belangen van de familie en die van de almachtige sultan niet in elkaars vaarwater laten komen. Geluk en tragedie achtervolgen het geslacht zo al eeuwen, in onregelmatige slagen en onvoorziene proporties. Kadare geeft geen tijdsduiding aan, maar gezien de mededeling dat de Slag om Kosovo vijf eeuwen geleden was (ook wel de Slag op het Merelveld genoemd en gehouden in 1389) lijkt het voor de hand te liggen dat het verhaal zich afspeelt rond 1889.

De onwetende hoofdpersoon wordt dus als het ware gebracht om de familie te dienen en maakt dan ook verdacht snel promoties. Hij begint op de afdeling Selectie en stroomt al gauw door naar Interpretatie. Het lijkt de opgang te worden naar de ultieme positie, tevens de zwaarste baan van heel het rijk, namelijk het wekelijks aanleveren van een veelzeggende meesterdroom aan de sultan.

Het paleis is zo gebouwd dat bezoekers er onherroepelijk in verdwalen. De onzekere Mark-Alem kan dan ook geregeld zijn weg niet vinden, alsof hij zelf in een tochtige en koude koortsdroom is beland. Niets is wat het is – het lijkt erop dat hij in de gangen wordt geschaduwd en hulpvaardige medewerkers zijn altijd verdacht vriendelijk en voorkomend. De surreële realiteit van dromen gaat ook zijn leven beheersen: hij wordt weliswaar doodmoe van dit inspannende werk, maar ervaart de dagelijkse realiteit al gauw als saai en kleurloos.

Als hij op een winteravond met zijn moeder bij een familiediner is, waar een groep Albanese rapsoden oude heldendichten over de familie Qyprilli zingt, wordt het feest wreed verstoord door de troepen van de sultan. De gebeurtenissen zijn de uitkomst van een droom van een groenteboer uit een uithoek van het rijk, die na veel analyses de kwalificatie van meesterdroom heeft gekregen. Het is ook een droom die Mark-Alem goed kent, want hij heeft hem meerdere keren onder ogen gehad. Er is dus verraad in het spel, maar wie is daarvoor verantwoordelijk? Het nuttige radertje Mark-Alem in ieder geval niet. Hij gaat toch maar weer aan het werk, maakt nog eens promotie en lijkt maar niet te beseffen dat hij voorgoed zal wonen in een parallelle wereld, waar het vooral donker is en het voorjaar niet meer wordt aangekondigd.

Kadare is biograaf en beschouwer van de cultuur op de Balkan en in het bijzonder Albanië. Geschiedenis, mythologie, taal en muziek zijn in Het Dromenpaleis de ingrediënten van een onbevattelijk verhaal over vervreemding en totalitaire macht en het onverbrekelijke touw tussen die twee. Eindeloos donkere gangen en vaste opstellingen in koffiehuizen illustreren het idee van controle door een overheid die, net als God, onzichtbaar is. Maar dat ziet de Mark-Alem niet, omdat de schrijver hem perfect laat balanceren tussen naïviteit en opportunisme. Juist deze combinatie maakt hem geschikt om de perfecte overheidsdienaar te worden.
Vandaag de dag zou hij opgeleidt worden tot volger van de sociale media. Krabbeltjes en kattenbelletjes uit alle landsdelen van welk territorium dan ook worden door medewerkers van moderne dictators gecontroleerd om burgers de mond te snoeren. De wereld die de ervaringsdeskundige Ismail Kadare oproept is helaas actueler dan ooit.

Jaap Krol

Ismail Kadare – Het Dromenpaleis. Uit het Albanees vertaald door Roel Schuyt. Querido, 231 blz. €23,99