Marian Donner wil en kan geen schaap zijn

‘In de prestatiesamenleving moet je in jezelf investeren. Om de concurrentie voor te blijven, om jezelf te upgraden naar een betere versie. En met die investering kun je tegenwoordig niet vroeg genoeg beginnen. Bij voorkeur al op de lagere school,’ schrijft Marian Donner in haar nieuwe essaybundel Rooksignalen. Als ze blijft haken aan zo’n breed gedragen conventie, wat vaak het geval is, stelt ze meteen de hoezo-vraag.

Die instelling heeft Marian niet van een vreemde. Ook haar vader, de eertijds bekende schaakgrootmeester en schrijver Jan Hein Donner, was geen schaap. De in deze bundel geregeld opgevoerde, intrigerende vader begreep kuddegedrag absoluut niet als je immers de vrijheid hebt om andere wegen in te slaan. Marian, die in 2019 al velen de ogen opende met haar succesvolle Zelfverwoestingsboek, betrekt deze visie op meer thema’s.

Dat kunnen we weten, want ze schrijft voor De Groene Amsterdammer, NRC, de Volkskrant en houdt lezingen. Dus haar boodschap om een zelfbewuste eigen koers te varen bereikt al langer een groter publiek. Of het helpt staat te bezien. Ondanks al het modieuze gezoek naar authenticiteit en het tot vervelens toe gepropageerde out – of – the – box – denken, nooit belangeloos ondersteund door zelfbenoemde coaches, goeroes, consultants en aanverwante types, wandelt de grote meerderheid van het mensdom nog immer netjes in de opgedragen pas. En voelen zich winnaars:

Al die mensen op hun zolderkamers, de losers en sukkels, […] hebben zich niet aangepast, omdat ze het niet konden of niet wilden, ze hebben zichzelf niet geoptimaliseerd. Ze hebben het spel niet meegespeeld en confronteren de rest zo met een andere realiteit. Omdat ze een afwijzing vormen van de wereld zoals ze is.

In Rooksignalen trapt Marian Donner weer welbespraakt en bevlogen op hedendaagse tenen. Roken, zuipen en schransen kwamen al eerder aan bod in het Zelfverwoestingsboek, en nu andermaal. Je kunt immers wel heel verstandig oud worden, sober, schraal, alcoholvrij, vet- en zoutarm, maar vraag je je wel eens af of oud worden zonder levensplezier veel zin heeft? Valt ook niet mee als de, vandaag de dag seculiere, ‘deskundigen’ je elke dag opnieuw op je schuld- en angstgevoel aanspreken.

Ook dat ‘investeren in jezelf’ hoort erbij. Maar is meedraven in de ratrace echt noodzakelijk of kun je er, in ieder geval enigszins, afstand van nemen? Alleen de vraag stellen is al deel van de oplossing.

Donner schrijft over de claustrofobische eenheidsworst die dreigt als maatschappelijke en technologische systemen ons dwingen allemaal hetzelfde te worden, te zien en te vinden. Als bovendien iedereen hetzelfde nastreeft, als iedereen gestudeerd heeft, ontwikkeld is, productief en positief, uitdagingen als kansen ziet en bovenmatig vaak een neoliberale persoonlijkheid ontwikkelt. Van een eigen karakter, wil ze maar zeggen, kan dan geen sprake meer zijn. En is je studententijd nog wel leuk en spannend als slechts de hoge lat wenkt, waar je overheen moet?

Veelzeggend is daarbij haar zwak voor grappenmakers die met hun gekkigheid slechts de grap nastreven en niet een veelbekeken YouTube-filmpje, waar ook nog geld mee te verdienen valt. Ze haalt ene Tony Signorini aan, die in 1948 met zelfgemaakte, drietenige, ijzeren schoenen op stranden in Florida ging rondlopen om de indruk te wekken dat er enorme pinguins aan land waren geweest. Gewoon voor de lol en misschien ook een beetje om alle zekerweters te provoceren. Best veel moeite, maar toch gedaan.

Is nu niet meer goed voorstelbaar. En daarmee past het uitstekend in deze bundel, die talrijke serieuzere kwesties aankaart. Maar wel steeds met Donners invalshoek: waarom doen we dit en zou het niet ook anders kunnen? Wat maakt dat we hier zo stellig in geloven en hebben we daar eigenlijk wel bewijzen voor? Maken we het onszelf niet veel te moeilijk, te zwaar en te saai? Bouwen we met elkaar niet aan een ontmenselijkte wereld? Geef liever ruimte aan andere, misschien minder voor de hand liggende opvattingen:

Maak de wereld weer vreemd. Geef mensen wat ze niet kennen, niet wisten en al helemaal niet zochten. Geef ze het onbekende en het onbegrijpelijke. Laat ze de afwijkingen zien, degenen die níét functioneren, die níét voelen zoals het hoort. [..].

Met talrijke verwijzingen naar schrijvers, denkers, boeken, films en wat niet al, onderbouwt Donner haar standpunten en beslist ernstig te nemen vragen.

Dat alles tot op zekere hoogte met alles samenhangt en verandering dus geen sinecure is, is nog geen reden om de hele mieterse boel er maar bij te laten zitten, zo leert Rooksignalen. Onder verwijzing naar Albert Camus onderstreept Donner dat het bestaan dan wel absurd is, maar dat het juist de kunst is om ja tegen het leven te blijven zeggen ondanks de zinloosheid. ‘Zonder jezelf te verliezen in religie, drugs, Gen X-achtige passiviteit of, voor hetzelfde geld, neoliberale maakbaarheidsbeloftes over de kracht van manifesteren, kwantumvelden, positief denken, et cetera’.

Nee, Donner is beslist geen schaap.

André Keikes

Marian Donner – Rooksignalen, een hoofdkussenboek. Das Mag – Amsterdam. 248 blz. € 23,50.