Reportage: Jongeren en literatuur op de Dag van het Literatuuronderwijs
SOS
Jongeren en lezen, jongeren en literatuur. Het zijn al langere tijd belangrijke onderwerpen in en rondom het onderwijs. Zo stond de Dag van het Literatuuronderwijs van dinsdag 5 november in het teken van leesbevordering en leesplezier. Bij de aftrap betoogden Kluun en Michelle van Dijk elk op hun eigen manier de urgentie van het vergroten van de leesvaardigheid onder jongeren. Tijdens verschillende workshops en lezingen werden de grote aantallen aanwezige docenten vervolgens op weg geholpen hun leerlingen te stimuleren bij het lezen van literatuur.
Een van de manieren om jongeren aan het lezen te krijgen is om hen direct in contact te brengen met auteurs. Vragen stellen, onduidelijkheden benoemen, onder woorden brengen wat mooi of minder mooi is aan een boek, en dat met de schrijver erbij, vergroot het leesplezier en brengt verdieping aan in een leeservaring. In de lijn daarvan bestaat al elf jaar het project SOS in Den Haag: Scholieren Ontmoeten Schrijvers.
Op de middag voor de uitreiking van de Boekenbon Literatuurprijs 2024 kwamen ruim honderd leerlingen van negen verschillende Haagse middelbare scholen samen in de Centrale Bibliotheek van Den Haag. Ze kregen daar de gelegenheid om vragen te stellen aan en in gesprek te gaan met een van de vijf genomineerden voor deze belangrijke literatuurprijs: Frank Nellen, Bregje Hofstede, Guido van Heulendonk, Frank Westerman en Esther Gerritsen. Het evenement werd georganiseerd door Liesbeth Bouman, programmamaker voortgezet onderwijs van de Bibliotheek Den Haag. Het was de elfde editie die ooit met vijf scholen van start ging. Gezien de toename van het aantal scholen en het animo onder de leerlingen om mee te doen, is het een succesvolle formule gebleken.
Eind september werden de deelnemende scholen voorzien van de boeken van de shortlist. De docenten konden op hun eigen manier aandacht besteden aan de boeken en leerlingen enthousiast maken om een van de titels te lezen. Veel van hen hadden zich goed voorbereid en van tevoren vragen bedacht. De grootste groep leerlingen zat, alsof ze het aanvoelden, bij Esther Gerritsen met Gebied 19, maar misschien ook omdat het het enige sciencefictionboek boek was. Gerritsen gaf antwoord op de vraag of ze haar verhaal in de toekomst zag gebeuren en of het wetenschappelijk ook mogelijk zou kunnen zijn. Ook legde uit wat er met gebied 19 bedoeld wordt. Bij Bregje Hofstede zaten ongeveer twintig leerlingen die onder andere vroegen naar de noodzaak van de expliciete bevallingsscènes in haar roman Oersoep, de keuze voor de naam Hadewijch en haar relatie met de mystiek. Hofstede gaf uitgebreid antwoord en vroeg ook af en toe iets aan de leerlingen. De tweede helft van de middag was plenair, per schrijver vertelden steeds drie leerlingen kort wat zij van het gelezen boek vonden of stelden een vraag uit de deelsessies voor de hele groep.
Een geslaagde middag waar ontlezing even uit zicht was en leerlingen lieten zien dat ze goed in staat zijn om literatuur te doorgronden én ervan te genieten.
Arjen van Meijgaard
Vreemd dat men zo’n live ontmoeting met schrijvers nodig acht. Een goede schrijver heeft namelijk alles wat hij/zij/hun te zeggen heeft al in zijn/haar/hun boek gestopt. Dat een lezer dat er niet allemaal in één keer uit haalt, of misschien zelfs nooit, is wat een boek herleesbaar en interessant houdt.
Goede kunst roept onbeantwoordbare vragen op en heeft rafelrandjes. Het is m.i. niet wenselijk om jonge mensen het idee te geven dat een kunstwerk een puzzel is om op te lossen.
Daarnaast — en dit is persoonlijk — weet ik zelf liever zo weinig mogelijk over de mensen van wier kunstuitingen ik geniet. Maar al te vaak blijkt een favoriete liedjesmaker, acteur, schrijver of pottenbakker een onuitstaanbaar type ‘in het echt’.